"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

CNV Vakmensen: Langdurig uitzendwerk leidt tot loonkloof

Interview met Henry Stroek, bestuurder CNV Vakmensen

“Het gaat beter met de beloning van uitzendkrachten, maar we zijn er nog niet.”

Henry Stroek, bestuurder CNV Vakmensen
Henry Stroek, bestuurder CNV Vakmensen

Vorige week deelde CNV de resultaten van een onderzoek onder 600 uitzendkrachten. De conclusie was: uitzendkrachten profiteren niet van de krappe arbeidsmarkt. Vanwaar die kritiek op de uitzendsector? Recent is er nog wel een nieuwe CAO voor uitzendkrachten afgesloten, die ook door CNV Vakmensen is ondertekend.

“Arbeidskosten werden tot twintig jaar geleden gezien als bedrijfskosten. Nu worden ze bestempeld tot omzet van leveranciers, uitzendorganisaties of tussenpartijen. Een omzet met minimale marges. Dat leidt tot riskante constructies, zoals onlangs bleek uit het faillissement van TCP. Uitzendwerk is beter gereguleerd dan zzp, maar ook daar geldt: wanneer organisaties er structureel gebruik van maken om de eigen sector- of bedrijfscao te omzeilen, creëren ze een ongelijk speelveld.”

Dat zegt Henry Stroek, bestuurder bij CNV Vakmensen. Hij was betrokken bij de onderhandelingen voor de nieuwe cao voor uitzendkrachten.

Langdurige outsourcing constructies
Van alle vormen van extern flexwerk is uitzenden de best geregelde vorm van arbeid. Het is ook het enige segment van tijdelijk werk dat stabiel blijft in omvang door de jaren heen.
“Ja, dat onderschrijven wij. Toch signaleren wij een trend bij opdrachtgevers tot langdurige uitbesteding van werk en daar wordt ook uitzendwerk voor benut. Grote groepen mensen blijven hierdoor lang in dit beloningssysteem hangen. Zij verdienen minder dan mensen in vaste dienst bij de opdrachtgever, omdat zij niet profiteren van de extra’s in de cao van de opdrachtgever.”

Gelijk loon voor gelijk werk – de inlenersbeloning
Sinds 30 maart 2015* geldt toch al gelijk loon voor gelijk werk? Recent is ook in de nieuwe cao voor uitzendkrachten de zogenoemde inlenersbeloning op een aantal punten uitgebreid.
“Zeker. In de breedte gaat het ook echt beter met de manier waarop de inlenersbeloning wordt gevolgd in de uitzendbranche,” zegt Stroek. “Dit komt mede door personeelskrapte en gunstige economische omstandigheden. Uitzendkrachten durven daardoor eerder hun mond open te doen en voor hun rechten op te komen.”

Tijdelijk werk
Flexibele arbeid is de core business van de uitzendbranche. Uitzenders verlagen voor veel mensen de drempel naar de arbeidsmarkt; ze maken het makkelijk voor werkenden om over te stappen van de ene sector naar een andere. Dat is belangrijk in onze economie.
“Dat klopt. De uitzendbranche doet goede dingen. Maar ondanks de verbeterde economie is het nog altijd niet vanzelfsprekend dat een uitzendkracht na de uitzendperiode in vaste dienst komt bij de opdrachtgever. Bij de intermediairs zelf komt gemiddeld slechts 2,5 procent van de uitzendkrachten in fase C of fase 4, wat gelijk is aan een vast dienstverband. Uitzenders die zich richten op het midden- en kleinbedrijf zijn wel vaker bereid vaste contracten te bieden, als ze weten wat ze aan een uitzendkracht hebben.”

Voorbij piek en ziek
“Wat mij bijzonder stoort is het inzetten van uitzendwerk voor vast werk. Als je bij een glastuinbouwbedrijf het jaar rond tomaten kweekt en een jaar lang via je eigen uitzendbureau mensen inleent, dan zijn het geen mensen in de categorie seizoenswerk. Het grootste deel van deze mensen werkt vast in de tomatenteelt, soms wel 5,5 jaar en met een technische onderbreking nog langer. Dat is gewoon het invullen van reguliere arbeid en daarbij zou ons inziens niet de uitzend-cao, maar de cao glastuinbouw volledig van toepassing moeten zijn. Wanneer daar structureel de uitzend-cao wordt toegepast, draait het om doelbewuste bezuiniging op arbeid. Ditzelfde geldt voor de koekjesfabriek of het callcenter van het UWV.”

Ketenregeling
“Het geldt ook voor uitzendmedewerkers bij Philips die in een vijfploegendienst werken. Die mensen krijgen hun rooster al 3,5 jaar vooruit. Uitzenden is hier gewoon een besparingsmodel. Als ze aan het eind van de 5,5 jaar van de uitzendketenregeling zijn, vliegen ze eruit, zoals onlangs gebeurde met uitzendkrachten bij Draka. En dan gaat het over goed opgeleide operators, beloond volgens schaal 7.”

EU-uitzendrichtlijn
Geldt dit vooral voor het grootbedrijf?
“Ja, in het mkb is het minder scherp. Maar bij langdurig uitzendwerk kan de loonkloof tussen uitzendkrachten en vaste medewerkers variëren tussen de 15% en 30%. Voor deze rekensom kijk ik niet alleen naar het totaalplaatje in loonkosten. De inlenersbeloning wijkt naar mijn smaak onrechtmatig negatief af van de EU-uitzendrichtlijn en de Waadi.

Volgens de EU-uitzendrichtlijn hebben uitzendkrachten minimaal recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden, waarbij onder strenge voorwaarden mag worden afgeweken bij landelijke wetgeving of cao,” zegt Stroek. “De meeste uitzendkrachten missen elementen van het loon, met name in de rijkere cao’s. Denk aan de eindejaarsuitkering, de bonusuitkering, de winstdelingsregeling. Ze missen ook kostenvergoedingen die niet belastingvrij uitbetaald kunnen worden en ze hebben een slechtere of geen pensioenregeling. Als het normaal begint te worden dat uitzendkrachten langdurig de plek innemen van reguliere arbeidskrachten, vinden wij het als vakbond tijd om aan de bel te trekken.”

Reactie van werkgevers in de uitzendbranche
De ABU en de NBBU reageerden fel op het CNV-persbericht naar aanleiding van een onderzoek onder 600 uitzendkrachten, waaruit zou blijken dat uitzendkrachten niet profiteren van de economische vooruitgang. Zij vinden het onderzoek niet representatief en ook nogal ongepast, zo kort na het bereiken van een onderhandelingsakkoord over de nieuwe cao. De vernieuwde cao is een mijlpaal, omdat voor het eerst in vijfentwintig jaar de verschillende cao’s voor uitzendkrachten van de ABU en de NBBU inhoudelijk zijn geharmoniseerd. De cao’s zijn eenvoudiger geworden, ze bevatten een loonsverhoging en een betere rechtspositie voor uitzendkrachten.

De ABU heeft het traject voor de algemeen verbindend verklaring van de nieuwe cao bij het ministerie van SZW al in gang gezet, zodat de verbeterde regelgeving voor alle uitzendkrachten kan worden gehandhaafd.

Regionale informatiebijeenkomsten
De ABU en de NBBU hebben inmiddels vele landelijke regionale bijeenkomsten gehouden  om hun leden te informeren over de nieuwe cao en daarmee al honderden uitzendorganisaties geïnformeerd over de nieuwe regels. Ook de effecten van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) zijn in die sessies toegelicht.

Interview: Hinke Wever, FlexNieuws

*Op 30 maart 2015 werd gestart met de inlenersbeloning in de CAO voor Uitzendkrachten ABU. (De NBBU-CAO hanteerde al langer de inlenersbeloning)

Zie ook
Cao’s ABU en NBBU geharmoniseerd
CNV onderzoek: ‘Helft uitzendkrachten kan nauwelijks rondkomen’
CNV: ruim 1,2 miljoen euro aan nabetalingen voor uitzendkrachten
ABU: ‘Onderzoek CNV schetst verkeerd beeld uitzendkrachten’
NBBU: ‘CNV geeft met onderzoek tegenstrijdig signaal af’
2015 – Inlenersbeloning, straks is het zover…

Hinke Wever is een creatieve verbinder van werk- en levensterreinen. Ze was als redacteur vanaf de start betrokken bij FlexNieuws.