"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

CAO Metaal en Techniek, hoe bepaal je de inlenersbeloning voor uitzendkrachten?

CAO Metaal en Techniek, hoe bepaal je de inlenersbeloning voor uitzendkrachten?

Door Nettie Alkema, cao- en salarisexpert

Nettie Alkema
Nettie Alkema

Het waren spannende tijden in de sector Metaal en Techniek. Naast een flinke uitdaging in het vinden van vakkundig personeel – iets waar meerdere branches momenteel mee te kampen hebben – moest er ook een nieuwe cao afgesloten worden. De vorige cao had een looptijd tot en met 30 september 2021 en een nieuw akkoord was niet vanzelfsprekend. Er is gepraat, gestaakt, onderhandeld en uiteindelijk heeft dit geleid tot een nieuw akkoord wat ook door de achterban gedragen wordt. Het was nog even spannend toen de grootste cao-partij Koninklijke Metaalunie afhaakte, maar gelukkig besloten ook zij in te stemmen met het bereikte resultaat.

En dat betekent dat er per 1 juni 2022 een definitief onderhandelingsakkoord is bereikt. Het enige waar nu nog op gewacht wordt, is de nieuwe cao tekst. En dat is wel een belangrijk dingetje. De publicatie van de definitieve cao tekst op de website van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is namelijk het moment waarop toepassing van de nieuwe cao voor leden van de cao-partijen verplicht is. Tot die tijd mag er gewacht worden met doorvoeren van de nieuwe afspraken. En dat is lang niet altijd onverstandig. Zo is er nu bijvoorbeeld een eenmalige uitkering afgesproken van € 382,50 ter compensatie van de gemiste cao-maanden, maar de regels omtrent deze eenmalige uitkering zijn nog niet helemaal duidelijk. Moet hier ook vakantiegeld over betaald worden, is er een parttime correctiefactor van toepassing, enz.

[Zie voor actuele informatie de update van dit blog, d.d. 15 juni 2022, waarin gegevens en conclusies op basis van de nieuwe cao-tekst zijn verwerkt.]

Voor uitzendondernemingen betekent dit dat er nauw contact gehouden moet worden met de inlener. Want voor een uitzendonderneming geldt de inlenersbeloning en dat betekent onder andere dat als een inlener toch vast besluit om de wijzigingen door te voeren voordat er een nieuwe tekst gepubliceerd is, de uitzendonderneming hier ook toe verplicht is. Maar hierover later meer.

Eerst nog even dit:
De cao Metaal en Techniek is een cao die voor een vijftal bedrijfstakken geldt:

– Carrosseriebedrijf
– Goud- en Zilvernijverheid
– Isolatiebedrijf
– Technische Installatiebedrijf
– Metaalbewerkingsbedrijf.

De cao kent een A-gedeelte, wat van toepassing is op alle genoemde bedrijfstakken, en daarnaast heeft elke tak nog zijn eigen regelingen. Deze bedrijfstakeigen regelingen verschillen onderling niet veel en het voert te ver om ze hier allemaal te behandelen. In deze blog beperk ik mij tot het Metaalbewerkingsbedrijf.

Ik laat zien wat de inlenersbeloning in combinatie met deze cao inhoudt. En net als in mijn vorige blogs begin ik met welke elementen van een cao ook al weer onder de regels van de inlenersbeloning vallen (zie artikel 16 van de uitzend-cao)

  1. Het geldende periodeloon in de schaal
  2. ADV, naar keuze van het uitzendbureau vergoed in tijd of geld
  3. Toeslagen voor werken in onregelmatigheid en/of onder fysiek belastende omstandigheden die samenhangen met het werk. Je kunt hierbij denken aan overwerk, verschoven uren, koudetoeslag, onregelmatigheid en ploegentoeslag
  4. Initiële loonsverhogingen, vanaf hetzelfde tijdstip en met dezelfde omvang als bij de opdrachtgever. Concreet betekent dit dat evt. loonsverhogingen met een datum in het verleden nu ook voor uitzendkrachten met terugwerkende kracht moeten worden toegepast.
  5. Kostenvergoedingen, maar dan alleen die kosten die netto vergoed kunnen worden
  6. Periodieken, hoogte en tijdstip als bij de opdrachtgever bepaald
  7. Vergoeding van reisuren en/of reistijd, tenzij deze uren al als gewerkte uren worden verwerkt
  8. Eenmalige uitkeringen, ongeacht het hoe en waarom van de uitkering
  9. Thuiswerkvergoedingen, zowel netto als bruto

Let op: Met ingang van 1 januari 2023 wordt er een tiende punt aan de inlenersbeloning toegevoegd: vaste eindejaarsuitkeringen, hoogte, tijdstip en voorwaarden zoals bij de opdrachtgever bepaald. De Metaal en Techniek kent geen eindejaarsuitkering, dus dat heeft in deze branche verder geen consequenties.

Periodeloon
NB: omdat de nieuwe cao tekst nog niet beschikbaar is, kan het zijn dat de in mijn blog gebruikte cao-artikelnummers niet overeen blijken te komen met de nieuwe tekst. Hiervoor bij voorbaat mijn excuus!
In artikel 10 lid 2 van de cao wordt voor de indeling van de functies verwezen naar ‘het meest recente Handboek Functie-Indeling voor de Metaal en Techniek, dat onderdeel uitmaakt van deze cao’. Dit handboek is vrij eenvoudig via internet te vinden. Het meest recente exemplaar dateert van 2010 (!). Er wordt gewerkt met 63 functiefamilies. Elke functiefamilie omvat een aantal referentiefuncties. Deze functies corresponderen met functiegroepen en de functiegroep is dan weer gekoppeld aan een salarisschaal. Afhankelijk van een aantal niveau onderscheidende kenmerken kan de uitzendkracht worden ingedeeld in een functie, een functiegroep en dus ook een salarisschaal.

Een voorbeeld:
Een uitzendkracht gaat volgens de inlener als lasser aan de slag. De inlener geeft aan dat deze functie wat hem betreft in functiegroep 3 valt.

Het Handboek referentiefuncties laat zien dat de functie lasser in meerdere functiefamilies ingepast kan worden, zoals bijvoorbeeld functiefamilie 22A en B, 37A en B en 60. Bij deze functiefamilies hoort een vrij groot bereik aan functiegroepen, namelijk van functiegroep 3 t/m 8. En dat maakt qua salaris een behoorlijk verschil. Er zal dus nu aan de hand van de functieomschrijving bekeken moeten worden, welke functiegroep het beste past.
En natuurlijk mag je je als uitzendorganisatie baseren op wat de inlener aangeeft. Een korte controle of de functie wel naar waarde wordt geschat, kan echter naar mijn mening geen kwaad en daar kan het handboek heel goed voor gebruikt worden.

Is de uitzendkracht eenmaal ingedeeld, dan is de salarisgroep bekend en kan er, na vaststelling van het aantal functiejaren waar een uitzendkracht over beschikt, een salaris worden vastgesteld. In artikel 33 lid 2 staat wat er onder een functiejaar wordt verstaan:
Het aantal functiejaren is het aantal jaar dat een werknemer zijn functie doet in het bedrijf van de werkgever. Dit aantal begint te tellen vanaf dat de werknemer 21 jaar is. Werknemers die op 1 juli 2019 reeds functiejaren hebben opgebouwd, zetten de opbouw voort op basis van het aantal functiejaren dat zij op die datum hadden. Werknemers kunnen ook fictieve functiejaren toegekend krijgen van de werkgever. Ook deze fictieve functiejaren tellen mee in het aantal functiejaren van de werknemer.

Je zou kunnen stellen dat ervaringsjaren in de metaalbewerking die een uitzendkracht via één uitzendonderneming, maar bij verschillende inleners heeft opgedaan, niet hetzelfde is als ervaring in het bedrijf van de werkgever. Door opname van lid 2 in artikel 16 van de uitzend-cao is die discussie echter inmiddels achterhaald:
Als het bij de opdrachtgever ten aanzien van het periodeloon in de schaal beleid is om de inschaling bij aanvang van het werk mede te bepalen op basis van de ervaring in een nagenoeg gelijke functie, dan geldt dat ook voor de uitzendkracht.

De cao kent zowel tabellen voor maandlonen als voor vierwekenlonen. Welke tabel van toepassing is, is afhankelijk van het betalingstijdvak van de inlener. De waarde van een uurloon is vastgelegd in de cao, namelijk 0,607% van het maandloon of 0,658% van het periodeloon. De oplettende cijferaar zal gezien hebben dat het uurloon op basis van het maandloon iets hoger ligt dan het uurloon op basis van het periodeloon:
Functiegroep B/3 met 0 functiejaren leidt op basis van de maandtabel (€ 2.139 per 1 maart 2021) tot een uurloon van € 12,98 en op basis van de periodetabel (€ 1.967 per 1 maart 2021) tot een uurloon van € 12,94.
Natuurlijk mag de periodetabel als basis gebruikt worden, op voorwaarde dat de inlener dit ook doet. Eenvoudiger is het om altijd het uurloon op basis van de maandtabel te gebruiken, dan betaal je altijd voldoende.
Door gebruik van deze uurloonpercentages is er geen recht meer op ADV. Ik kom hier later op terug.

LET OP: De cao voor de Metaal en Techniek is een minimum cao (artikel 1 werkingssfeer). Dat betekent dat een inlener ten gunste van zijn personeel af mag wijken van de cao. Het kan dus voorkomen dat een inlener een hoger salarisniveau hanteert voor zijn reguliere personeel dan wat de cao voorschrijft. In dat geval ben je als uitzendonderneming verplicht om het hogere loon te betalen. Stem dit dus goed af met je inlener!

En nog een LET OP: de cao kent aparte tabellen voor jeugdigen met verschillende opleidingsniveaus. Zo zijn er tabellen voor werknemers tot 21 jaar met en zonder BBL en voor werknemers die onder de participatiewet vallen. Vooral de BBL tabellen verdienen enige extra aandacht, omdat daar de leeftijd waarop met de BBL opleiding is gestart, als uitgangspunt geldt voor het salaris gedurende de hele BBL opleiding.

ADV
De cao kent een gemiddelde arbeidsduur van 38 uur per week. Om deze gemiddelde arbeidsduur te bereiken wordt er meestal 40 uur gewerkt en wordt er 2 uur ADV per week opgebouwd. De uurloonberekening is echter gebaseerd op een 38-urige werkweek.

Voor de rekenaars: Het hierboven genoemde percentage voor de uurloonberekening van 0,607% bij een maandsalaris wordt verkregen door 1 te delen door het aantal werkbare uren per maand, oftewel delen door 38 uur * 52 weken / 12 maanden = 164,67 uren.

Een en ander heeft als gevolg dat de ADV al verdisconteerd (lees: opgenomen) is in het uurloon. Er hoeft immers ‘maar’ 38 uur per week gewerkt te worden om aan het maandsalaris te komen.

Wat nu als de uitzendkracht wel qua rooster meedraait met het reguliere personeel? Er wordt dus gewoon 40 uur per week gewerkt en er wordt ook af en toe ADV ingeroosterd?

Het antwoord is als volgt: Heeft de uitzendkracht een dienstrooster van 40 uur, dan krijgt hij in alle werkweken van 40 uur deze uren als normale uren uitbetaald. Omdat het dienstrooster niet wordt overschreden is er geen sprake van overwerk.

Wanneer hij een maand lang geen ADV opneemt, heeft hij dus een hoger loon dan wat de loonschaal aangeeft, namelijk 40/38e van dit loon. Als hij wel ADV opneemt, dan worden deze uren niet doorbetaald. De vergoeding van zijn ADV uren is tenslotte al opgenomen in zijn uurloon.

Toeslagen
In de volgende artikelen van de cao voor het Metaalbewerkingsbedrijf worden de verschillende toeslagen besproken:
– Artikel 42 betreft de toeslag voor overuren. Afhankelijk van het aantal overuren en het moment waarop de overuren worden gewerkt, gelden andere percentages. De gegeven percentages zijn gerelateerd aan het maandsalaris en/of periodesalaris. Het percentage per uur wordt berekend door het maandpercentage te delen door het uurloonpercentage.
Voorbeeld: 0,78% van het maandsalaris is 0,78 / 0,607 = 128,5% per uur.
– Artikel 42a behandelt de toeslag voor buiten het dagvenster gewerkte uren. Een dagvenster is een periode van 12 uur wat loopt van 06:00 uur tot 18:00 uur. De werkgever mag 1x per jaar voor de duur van 1 jaar het dagvenster verschuiven naar 07:00 uur tot 19:00 uur of, met instemming van de personeelsvertegenwoordiging naar 08:00 tot 20:00 uur.

In de cao staan percentages van het maand- of periodesalaris. Ook deze percentages kunnen worden omgerekend door het toeslagpercentage te delen door het uurloonpercentage. Voor het werken tussen 21:00 uur en 24:00 uur ontvangt de werknemer 0,18% van zijn maandsalaris, oftewel een toeslag van 0,18 / 0,607 * 100 = 29,66% per uur.
– Artikel 43 beschrijft de betaling van verschoven uren. Verschoven uren zijn de uren die buiten het dienstrooster worden gewerkt maar die niet zorgen voor overschrijding van de overeengekomen arbeidsduur. En ook hier geldt hetzelfde voor berekening van het percentage per uur.
– Artikel 45 tenslotte gaat over de ploegentoeslag. Deze toeslag bedraagt 14% en hoeft niet te worden omgerekend.
Let op de doorbetaling van structurele toeslagen tijdens vakantie en ziekte!

Initiële loonsverhogingen
In het al eerder genoemde behaalde cao-akkoord is een aantal loonsverhogingen overeengekomen:
01-07-2022 : € 42,50 loonsverhoging. In de berichtgeving wordt geen onderscheid gemaakt tussen maand- en periodeverloning. Vooralsnog ga ik er van uit dat het maandloon met dit bedrag wordt verhoogd. Omgerekend naar een verhoging per uur is dit € 42,50 * 0,607% = € 0,26 op het uurloon. Check de nieuwe loontabellen zodra deze gepubliceerd zijn!
01-09-2022 : 2,75% loonsverhoging.
01-03-2032 : 3,25% loonsverhoging.
01-01-2024 : 0,60% loonsverhoging.

Kostenvergoedingen
De cao kent een aantal vergoedingen dat van toepassing is op de werknemer die extra kosten maakt omdat hij voor zijn werk naar een andere locatie moet. Denk hierbij aan reis- en verblijfskosten en de maaltijdvergoeding (artikel 46 en 47). Daarnaast is er een gereedschapsvergoeding voor houtbewerkers (cao deel B artikel 42). Voor al deze vergoedingen geldt dat ze alleen betaald hoeven te worden indien dit conform de fiscale regels als een netto vergoeding kan. Bruto vergoedingen vallen niet onder de inlenersbeloning, met uitzondering van de thuiswerkvergoeding. Deze is echter niet in deze cao opgenomen.

Periodieken
De cao maakt onderscheid tussen salarisverhoging vanwege de leeftijd (artikel 34) en verhogingen op grond van functiejaren (artikel 35). Functiejaren worden eenmaal per jaar toegekend, uiterlijk in de betalingsperiode waarin een nieuw functiejaar begint, een en ander totdat het maximum aantal functiejaren in de betreffende salarisgroep is bereikt. Heeft een uitzendkracht dus een jaar voor je gewerkt, dan heeft hij recht op een functiejaarverhoging.

Reisuren
De betaling van reisuren wordt geregeld in artikel 44 van de cao. Er worden enkel reisuren betaald als een werknemer karweiwerkzaamheden moet verrichten. Dat betekent zoveel als dat de werknemer op karwei gaat, oftewel op een andere locatie dan de gebruikelijke moet werken.

De vergoeding geldt alleen als de werknemer langer moet reizen dan normaal en bedraagt 100% van het uurloon. Voor zon- en feestdagen geldt een vergoeding van 184,52%.

Eenmalige uitkeringen
Zoals hierboven al besproken dient er volgens het recent gesloten onderhandelingsakkoord een eenmalige uitkering betaald te worden van € 382,50. Het akkoord zegt dat deze in juli betaald moet worden aan de werknemer die op de eerste van die maand in dienst is. Deze verplichting is echter nog zo onduidelijk dat ik zou wachten op de definitieve tekst in de hoop dat daar uitgebreider staat aangegeven wat nu precies de bedoeling is. Krijgen nieuwe werknemers dan ook deze uitkering? Wat gebeurt er met de parttimer?

Thuiswerkvergoeding
In de laatste cao-tekst is geen thuiswerkvergoeding opgenomen. Dat is ook niet heel vreemd, aangezien dit fenomeen pas door Corona vorm heeft gekregen. Bovendien is de Metaal en Techniek nu niet een branche waar veel werknemers thuis kunnen werken. In het onderhandelingsakkoord wordt de thuiswerkvergoeding ook niet genoemd; wellicht in een volgende cao.

Tot slot
Het is weer een heel verhaal geworden. En door het ontbreken van een gepubliceerde cao-tekst ook nog een verhaal met mitsen en maren. Gelukkig zijn er tools als CAOWijzer om je te ondersteunen. Heb je uitzendkrachten in deze branche aan het werk, volg dan in ieder geval nauwgezet de publicatie van de definitieve documenten.

CAOWijzer beschikt over meer dan 200 uitgewerkte inlenerscao’s. De tool geeft via een eenvoudige wizard direct inzicht in het minimum cao-loon, de eerstvolgende loonsverhoging, de periodieke verhoging en de toeslagen en vergoedingen. Informatie over cao-publicaties en loonsverhogingen is zelfs uitgewerkt voor meer dan 1000 cao’s. Ga voor meer informatie naar www.caowijzer.com en vraag een proefabonnement aan!
En mochten er nog vragen zijn, dan kun je me altijd bereiken op 06-28933997!

Nettie Alkema

Lees ook
Onderhandelingsresultaat CAO Metaal & Techniek 2021-2024 definitief
CAO Metalektro, hoe bepaal je de inlenersbeloning voor uitzendkrachten?
Het verschil tussen een minimum cao en een standaard cao

Nettie Alkema is consultant en salarisadviseur.