"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

CAO Metaal en Techniek: van onderhandelingsakkoord naar nieuwe cao tekst

CAO Metaal en Techniek: van onderhandelingsakkoord naar nieuwe cao tekst.

Nettie Alkema
Nettie Alkema

Door Nettie Alkema, salaris- en cao-expert

Schreef ik in mijn blog vorige week nog dat onduidelijk was wanneer de tekst van de nieuwe cao in de Metaal en Techniek gepubliceerd zou worden; korte tijd later was het zo ver. Gelukkig, want nu weet iedereen waar hij aan toe is… toch? Was het maar zo helder allemaal.

Loonsverhogingen
Wat in elk geval duidelijk is, is dat de looptijd van de nieuwe cao is vastgesteld op 1 oktober 2021 tot en met 31 maart 2024. In dit akkoord is onder meer een aantal loonsverhogingen opgenomen, te weten:

1 juli 2022: eenmalige uitkering van €382,50
1 juli 2022: verhoging van €42,50 per maand dan wel €39,09 per vierweken bij respectievelijk maand- en vierweken salaris
1 september 2022: verhoging van 2,75%
1 maart 2023: verhoging van 3,25%
1 januari 2024: verhoging van 0,6%

Al met al een flinke stijging. De cao vermeldt ook nog een paar nuances:

Bijzondere situaties
Als een jeugdige werknemer is ingedeeld in loongroep A en hij heeft recht op een salarisverhoging omdat hij een jaartje ouder is geworden, dan heeft hij recht op minimaal het voor hem geldende loon plús het verschil tussen het tabelsalaris wat hoort bij zijn oude leeftijd en het tabelsalaris wat hoort bij zijn nieuwe salaris. Niet eenvoudig, dus even een voorbeeld:

Stel een werknemer is 16 jaar en verdient € 610,00 per maand. Het wettelijk minimumloon (WML) wat bij zijn leeftijd hoort bedraagt per 1 januari van dit jaar €595,15. Het WML voor een 17-jarige bedraagt op dat moment €681,40. Het verschil tussen deze bedragen is €86,25.

Als deze jongen 17 jaar wordt, heeft hij dus minimaal recht op zijn oude salaris van €610,00 plus €86,25 = €696,25.

Zolang de jeugdige werknemer precies WML verdient, hoeft er niet gerekend te worden. Bovenstaande is alleen van toepassing als de werknemer meer verdient dan het WML.

Verder kan een werkgever de verhoging per 1 september 2022 (2,75%) tijdelijk uitstellen. Hoe dit precies in zijn werk gaat is uitgelegd in bijlage 10A van de nieuwe cao. Het voert te ver om dit hier helemaal te behandelen, maar het is wel belangrijk dat een uitzendorganisatie weet dat dit kan spelen. Blijf dus goed in contact met je inlener!

Eenmalige uitkering
Over de eenmalige uitkering doen al vele verhalen de ronde. Zo zou voor uitzendkrachten nooit het hele bedrag verschuldigd zijn. De redenatie hier achter is dat de eenmalige uitkering een compensatie is voor de gemiste verhogingen van €42,50 per maand met terugwerkende kracht tot 1 oktober vorig jaar. En omdat voor uitzendkrachten het recht op een eenmalige uitkering pas per dít jaar is ontstaan, zou een uitzendkracht slechts maximaal 6 maanden * €42,50 = € 255,00 kunnen ontvangen. Helaas blijkt dat verhaal niet te kloppen.

Inmiddels is door de beide werknemersverenigingen die partij waren bij de cao onderhandelingen en de NBBU en de ABU bevestigd dat een uitzendkracht recht heeft op het volle bedrag van €382,50, als hij op 1 juli een arbeidsovereenkomst heeft en werkzaam is in de Metaal en Techniek.

Ik ben zelf ook niet helemaal duidelijk geweest. In mijn vorige column vroeg ik mij nog af of de eenmalige uitkering wellicht ook grondslag zou zijn voor vakantietoeslag. In de reguliere wereld geen onredelijke veronderstelling, in uitzendland ligt dit anders. De grondslag voor de bepaling van het vakantiegeld staat immers al beschreven in artikel 18 van onze cao, en de eenmalige uitkering staat daar niet tussen. Dus nee, geen vakantiegeld over de eenmalige uitkering.

Berekening loonsverhogingen
Nu we hebben vastgesteld hoe het niet moet, is het tijd om te vertellen hoe het wel moet.
We beginnen met de eenmalige uitkering. Iedere uitzendkracht die op 1 juli in dienst is en werkzaam is bij een inlener in de Metaal en Techniek heeft recht op een bruto betaling van € 382,50 indien hij fulltime werkzaam is. Ook als hij bijvoorbeeld pas per 15 juni is gestart.

Wordt er minder dan 38 uur per week gewerkt, dan wordt de uitkering overeenkomstig aangepast. Voor oproepkrachten moet er dus flink gerekend worden.

Dan de loonsverhoging van € 42,50 per maand respectievelijk € 39,09 per vierweken. Zoals ik al eerder heb betoogd, zou ik bij de berekening van het uurloon altijd uitgaan van de maandsalarissen. De uitkomst is iets hoger dan bij terugrekening van het vierwekensalaris naar een uurloon, maar dan zit je in elk geval altijd goed. De berekeningswijze voor het uurloon is dan 0,607% * het maandsalaris. En voor de loonsverhoging geldt dan precies hetzelfde, waardoor de verhoging per uur neerkomt op € 42,50 * 0,607% = € 0,26 per uur.
NB: de nieuwe tabellen zijn inmiddels gepubliceerd, dus deze methodiek hoeft alleen te worden gehanteerd wanneer de werknemer niet precies in een schaalsalaris zit. Is dit wel het geval, dan kun je simpelweg het nieuwe salaris vermenigvuldigen met 0,607%.
De verdere verhogingen zijn op basis van een percentage, dus die spreken voor zich.

Tot zover. Ik hoop dat alles duidelijk is zo. Mochten er toch nog vragen zijn, dan kun je me altijd bereiken op 06-28933997!

Nettie Alkema

Lees ook
CAO Metaal en Techniek, hoe bepaal je de inlenersbeloning voor uitzendkrachten?
Nieuwe tekst CAO Metaal en Techniek (01-10-2021 – 31-03-2024)
Nieuwe versie CAO Metaal en Techniek Installatiebedrijf (01-10-2021 – 31-03-2024)
Nieuwe tekst CAO Metaal en Techniek Carrosseriebedrijf (01-10-2021 – 31-03-2024)
Nieuwe versie CAO Metaal en Techniek Metaalbewerkingsbedrijf (01-10-2021 – 31-03-2024)
Nieuwe versie CAO Metaal en Techniek Isolatiebedrijf (01-10-2021 – 31-03-2024)

Nettie Alkema is consultant en salarisadviseur.