SLUIT MENU

In 2025 eindelijk weer groei voor de flexbranche

In 2025 zal de vraag naar flexwerkers licht groeien met 2 procent. Daarmee komt er een einde van twee jaar krimp. Dat meldt het ING.

In 2025 zal de vraag naar flexwerkers licht groeien met 2 procent. Dat meldt het ING. Daarmee komt er een einde van twee jaar krimp. Na twee jaren (2021 en 2022) van forse groei van het aantal uitzenduren had de flexbranche, die bestaat uit uitzendbureaus, arbeidsbemiddelaars en payrollers, in 2023 te kampen met een krimp van 7 procent. Dit was de grootste daling sinds 2009, met uitzondering van de coronajaren. 

Voor 2024 verwacht de ING wederom een volumekrimp (-5 procent), met name vanwege een aanhoudend lage economische groei. De branche is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de economie en voelt het direct als opdrachtgevende bedrijven op de rem trappen met het doen van investeringen en het inhuren van personeel. Daarentegen profiteert de sector ook als één van de eersten van een aantrekkende economie. De verwachting is dan ook dat de flexmarkt zich in de loop van 2024 enigszins herstelt en de vraag naar flexwerkers in 2025 met 2 procent weer licht aantrekt.

Lagere omzetgroei in 2023

Ondanks dat er minder vraag naar flexwerkers was, realiseerde de sector in 2023 en begin 2024 wel omzetgroei dankzij hogere tarieven, al zwakte de omzetgroei in de loop van 2023 duidelijk af. Uiteindelijk werd in 2023 een omzetgroei van 6 procent gerealiseerd. Het waren vooral gespecialiseerde flexorganisaties die hun omzet nog zagen groeien.

Vanwege de krappe arbeidsmarkt bleef de vraag naar werving & selectie, bemiddeling van zzp’ers en detachering nog enigszins intact. Zo realiseerden detacheerders aangesloten bij de Vereniging van Detacheerders Nederland (VvDN) vorig jaar een omzetgroei van 7 procent. Daarentegen blijkt uit de cijfers van de ABU dat de omzet bij de grotere generieke uitzenders in 2023 met gemiddeld 2 procent kromp. Inmiddels is de omzet bij detacheerders in het eerste kwartaal 2024 voor het eerst in drie jaar tijd gekrompen met 2,7 procent.

Meer flexondernemers ervaren vraaguitval

Het aantal flexondernemers dat kampt met vraaguitval is in de eerste helft van 2024 sterk toegenomen. In het tweede kwartaal 2024 stelde vier op de tien flexondernemers met onvoldoende opdrachten te kampen. Hier zijn meerdere oorzaken voor:

  1. Vanwege de relatief lage economische groei en geopolitieke omstandigheden blijven bedrijven terughoudend met het aannemen van personeel. Dit geldt zeker voor de industrie en de transport & logistiek, twee sectoren waar doorgaans veel uitzendkrachten werkzaam zijn.
  2. In een structureel krappe arbeidsmarkt krijgen uitzendkrachten sneller een vast contract aangeboden.
  3. Wet- en regelgeving maakt uitzendwerk duurder en minder flexibel. Dit leidt tot een substitutie-effect naar andere vormen van flexibiliteit, zoals zzp’ers.

Krimp in uitzendbanen houdt aan

De afnemende vraag naar uitzendkrachten is duidelijk zichtbaar in de ontwikkeling van het aantal uitzendbanen. In 2023 waren er gemiddeld 58.000 uitzendbanen minder dan in 2022. Voor dit jaar wordt een verdere krimp in het aantal uitzendbanen verwacht, zij het in een gematigder tempo dan in 2023. In het eerste kwartaal 2024 waren er 700.000 uitzendbanen, dat zijn er 39.000 minder dan in het eerste kwartaal 2023.

6 procent hogere tarieven in 2024

De 6 procent omzetgroei die de flexbranche vorig jaar realiseerde kwam volledig door hogere tarieven. Deze waren vorig jaar gemiddeld 12 procent hoger dan in 2022, met name door de krappe arbeidsmarkt en sterk stijgende lonen. Door de personeelsschaarste duurt het zoeken naar een juiste kandidaat veelal langer en stijgt de zogenoemde ‘cost-per-hire’.

Daarnaast lagen de cao-lonen vorig jaar gemiddeld 6 procent hoger dan in 2022. Met als gevolg dat de kosten van kantoorpersoneel, zoals intercedenten, voor uitzendbedrijven eveneens hoger uitvallen. Naar verwachting stijgen de lonen, en daarmee ook de personeelskosten, dit jaar opnieuw. De tarieven in de flexbranche stijgen dit jaar naar verwachting dan ook met circa 6 procent.

Winstgevendheid aanzienlijk verslechterd

Ondanks fors hogere tarieven in de afgelopen twee jaar, leidt dat in de flexbranche niet bij alle bedrijven tot betere winstmarges. Zo is de winstgevendheid in het tweede kwartaal 2024 aanzienlijk verslechterd ten opzichte van het eerste kwartaal. Hogere kosten kunnen lang niet altijd volledig aan de klant worden doorberekend.

Dit hangt er onder meer vanaf of de inlenende bedrijven de hogere tarieven zelf ook weer aan hun afnemers doorberekenen. In de ene sector kan dat relatief eenvoudiger dan in de andere sector. Als bijvoorbeeld wordt gewerkt met prijzen die voor langere tijd zijn vastgelegd, dan kunnen deze niet of nauwelijks tussentijds worden verhoogd.

Krapte op de arbeidsmarkt grootste uitdaging

De grootste uitdaging voor de flexbranche is en blijft de krapte op de arbeidsmarkt. Ondanks dat er minder vraag is naar uitzendkrachten, en de werkloosheid licht oploopt, heeft nog altijd de helft van de flexbedrijven last van de personeelsschaarste. Dit zet een rem op de groei van flexbedrijven. Immers, door het personeelstekort stokt de toestroom van (nieuwe) uitzendkrachten en daarmee ook de groei. Ook is er nog altijd sprake van een mismatch op de arbeidsmarkt, waarbij vraag en aanbod niet goed op elkaar aansluiten.

Invoering toelatingsstelsel tegen malafide praktijken

Een tweede uitdaging voor de sector betreft de invoering van strengere wet- en regelgeving. Dit is nodig om mogelijke malafide praktijken van flexbedrijven tegen te gaan en om schijnzelfstandigheid en het concurreren op arbeidsvoorwaarden te voorkomen. Zo komt er een verplicht toelatingsstelsel (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten; WTTA) voor alle bedrijven die personeel bemiddelen. 

Naast een ‘verklaring omtrent gedrag’ moeten flexbedrijven een borgsom van 100.000 euro betalen om toegelaten te worden. Vanwege uitvoeringsproblemen is de wet inmiddels met een jaar uitgesteld en wordt per 1 januari 2026 van kracht. Pas vanaf 1 januari 2027 zal ook daadwerkelijk worden gehandhaafd.

Inperken arbeidsmigratie heeft grote impact op sector

Naast de invoering van een toelatingsstelsel wil de op handen zijnde nieuwe coalitie een aantal andere maatregelen nemen om arbeidsmigratie in te perken. Voorgestelde maatregelen zijn onder meer extra handhaving op tewerkstellingsvergunningen, het verantwoordelijk maken van werkgevers van arbeidsmigranten voor overlast, eventuele versobering van fiscale voordelen en aanscherping van de kwalificatie-eisen voor kennismigranten. Afhankelijk van de uiteindelijke maatregelen kan dit grote impact hebben op de flexbranche, aangezien circa de helft van de arbeidsmigranten in Nederland werkzaam is als uitzendkracht. Zo blijkt uit cijfers van de ABU. Dit betreft vooral laagbetaalde arbeid in de land- en tuinbouw, logistiek en de voedingsindustrie.

Nieuwe zzp-wet gunstig voor uitzenders en detacheerders

Ook wordt er nog altijd gewerkt aan een nieuwe wet om schijnzelfstandigheid onder zzp’ers tegen te gaan. In de afgelopen jaren is het zzp’er-schap een aantrekkelijk alternatief gebleken voor zowel bedrijven als werkenden. Zo is het in bepaalde sectoren – onder meer de zorg, horeca en bouw – in de huidige krappe arbeidsmarkt én met de huidige fiscale voordelen aantrekkelijker om als zzp’er aan de slag te gaan dan als uitzendkracht. 

De conceptwet ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ (VBAR) is de opvolger van de ‘Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties’ (DBA). Indien de wet in de huidige opzet wordt doorgevoerd, betekent dit dat veel werk dat nu door zzp’ers wordt gedaan, dan niet langer als zzp’er kan worden uitgevoerd, maar in loondienst. Dit kan positief uitvallen voor flexbedrijven, aangezien de meest flexibele arbeidsvorm dan via een uitzend- of detacheringsbureau is. Of, wanneer en in welke vorm de wet wordt aangenomen is echter nog niet bekend.

Hervorming arbeidsmarkt laat op zich wachten

Het is al langere tijd duidelijk dat de arbeidsmarkt moet worden hervormd om malafide praktijken van flexbedrijven tegen te gaan en om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Vanwege onder meer de lange aanloop naar een nieuwe coalitie, twijfels over de effectiviteit van nieuwe wet- en regelgeving, aanhoudende onduidelijkheid van bepaalde criteria en door operationele uitvoeringsproblemen, laten de hervormingen nog altijd op zich wachten. Dit zorgt niet alleen voor een ongelijk speelveld tussen uitzendkrachten en zzp’ers, maar ook voor aanhoudende onzekerheid in de sector.

Redactie van Flexnieuws - interviews, artikelen, aankondigingen en persberichten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *