"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

FNV wil marktconform pensioen uitzendkrachten vanaf dag één

FNV wil marktconform pensioen uitzendkrachten vanaf dag één

Karin Heynsdijk
Karin Heynsdijk, bestuurder FNV Flex

Interview met Karin Heynsdijk, bestuurder van FNV Flex

Karin Heynsdijk is betrokken bij de onderhandelingen voor de nieuwe CAO voor Uitzendkrachten.
De vakbonden zijn eind mei uit het CAO-overleg gestapt. Deze week werd een rapport aangeboden aan leden van de Tweede Kamer, getiteld ‘Vast in de draaideur’. Wat hebben de onderhandelingen over het uitzendpensioen te maken met de draaideur? En hoe verhoudt zich dit tot het recente SER-akkoord waarin afspraken zijn gemaakt over hervorming van de arbeidsmarkt, waaronder nieuwe regels voor uitzendwerk, inclusief een marktconform pensioen.

“Verbetering van het pensioen voor uitzendkrachten is al tien jaar lang onderwerp van gesprek in de onderhandelingen over de uitzend-cao. Wij willen geen uitstel meer. Wij willen dat daar nu verbetering in komt. Het ontbreken van een behoorlijk pensioenrecht is een concurrentievoordeel geworden. Dat bepaalt in de praktijk welke contracten uitzendkrachten krijgen,” zegt Karin Heynsdijk. “Daar willen wij vanaf.”

Hoe is de huidige situatie?
“Na 26 weken uitzenden in fase A krijgt de uitzendkracht normaal gesproken recht op de basisregeling van het StiPP-pensioen. Dit betekent dat uitzendkrachten vanaf dat moment duurder worden. Het is dus niet verbazend dat wij merken dat er een piek is in de uitstroom van uitzendkrachten na die eerste 26 weken. Hun contract wordt niet verlengd om te voorkomen dat ze het StiPP basispensioen opbouwen. Een piek zien we ook na 78 weken werken in fase A, die uitzendkrachten stromen dan niet door naar fase B én naar het duurdere pluspensioen. Dan volgt een wachttijd van zes maanden, waarna ze bij een andere of dezelfde uitzendwerkgever weer in dienst komen, maar dan beginnen zij opnieuw bij het begin van fase A. Ze hebben pas recht op pensioen als ze 26 weken bij dezelfde uitzendwerkgever werken. Maar een groot deel van de uitzendkrachten is al voordat er 26 weken gewerkt zijn overgestapt naar een andere om werkloosheid te voorkomen. Zo kan het jaren duren voordat je eindelijk pensioen gaat opbouwen, of misschien bouw je nooit op terwijl je wel je leven lang aan het werk bent geweest. Ook die bepaling – ‘dezelfde’ werkgever – willen wij aanpassen. Zo wordt het onthouden van de rechten op pensioen een concurrentievoordeel. Het verschil in de prijs van uitzendwerk en vast werk wordt hierdoor steeds groter.”

Kleine pensioenen een probleem? Dan evenredig investeren in uitzendkrachten
“Wat ons betreft zou er geen wachttermijn meer moeten zijn voor de opbouw van pensioen door uitzendkrachten. De werkgevers zijn wel bereid de huidige wachttermijn van 26 weken terug te brengen tot een wachttermijn van 8 weken. Om technische redenen zou het beter kunnen zijn om een bepaalde wachttermijn aan te houden, om te voorkomen dat er allemaal kleine pensioentjes ontstaan, die vervallen naar pensioenfonds StiPP of die afgekocht moeten worden omdat ze geen reëel pensioen vormen. Als dat de argumentatie is, dan willen wij dat de kosten die worden besteed voor iedere uitzendkracht even hoog zijn. Geld wat niet aan pensioen wordt besteed, moet dan op een andere manier ten goede komen aan de uitzendkracht.”

SER-akkoord: marktconform pensioen voor uitzendkrachten
“Wij willen een marktconform pensioen voor uitzendkrachten, zoals ook is vastgelegd in het SER-akkoord, gesloten door werkgevers en vakbonden. De StiPP-basisregeling, daar wil ik het nu helemaal niet over hebben, want die is zo slecht dat die verre van marktconform is. Die willen wij dus opheffen. Wij pleiten voor één regeling, waar een uitzendkracht vanaf de eerste werkdag recht op heeft.”

Grondslag voor pensioen
“Dit betekent dat de pensioengrondslag beter moet worden,” vervolgt Karin Heynsdijk. “Nu wordt alleen pensioen afgedragen over het feitelijke loon, terwijl mensen ook toeslagen krijgen en overwerk hebben. Met zulke elementen van het loon kun je de grondslag al verbeteren. Hoe dan ook zal de premie omhoog moeten, want voor een pensioenpremie van 12% (8% voor werkgevers en 4% voor werknemers) kun je geen goede pensioenvoorziening aanbieden. Met de uitzendwerkgevers hebben wij een dashboard gemaakt, waarin zichtbaar wordt welk premiepercentage tot welke pensioenopbouw leidt. Onze conclusie is dat het premiepercentage minimaal rond de 18% zou moeten zijn. Dat is 6% hoger dan het huidige totale percentage voor de pensioenpremie. Die verhoging moet wat ons betreft worden betaald door de werkgevers. Dit is in een notendop hoe wij als vakbonden in de pensioendiscussie staan.”

Wachttermijn verkorten
“Werkgevers zijn wel bereid om iets aan de wachttermijn te doen door de huidige wachttermijn aan te passen naar 8 weken. Zij willen ook wel iets aan de pensioengrondslag doen. De vraag is of dat voldoende is. Voor ons moet het echt sneller. Misschien kan de premieverhoging niet in één keer naar 18%. Dan willen wij nog wel praten over een tussenstap, maar wij willen niet dat het uitzendpensioen pas over vijf jaar op een redelijk niveau is. Dat kan echt niet meer.”

Uitzendtermijn naar 52 weken
Het SER-akkoord verkort de onzekere uitzendperiode tot 52. In de vakbondseisen staat 26 weken als maximale termijn voor uitzendwerk. Hoe zit dat?

“Wij zien 52 weken als eerste stap naar een meer evenwichtige situatie voor uitzendkrachten. De Commissie Borstlap spreekt van 26 weken uitzendwerk. In ons eerdere rapport ‘Zekerheid is geen luxe’ gaan wij uit van 26 weken uitzendwerk. In ons nieuwste rapport ‘Vast in de draaideur’ verwijzen wij hier naar.

Wat ons betreft kan er wel een afspraak worden gemaakt over die 52 weken. Veel belangrijker is de vraag: welke contracten bied je aan in die 52 weken? Hoe ga je dat doen? Als wij ooit weer met elkaar aan de CAO-tafel zitten, wordt dat wat ons betreft de discussie. De rechtspositie van uitzendkrachten moet beter, zodat zij niet langer rechteloos zijn en meer zekerheid hebben over hun werk en daarmee inkomen. En hun beloning moet gelijk zijn aan die van werknemers in vaste dienst.”

Interview: Hinke Wever

Lees ook
SER principeakkoord hervorming arbeidsmarkt
ABU reageert positief op SER-advies aan kabinet
NBBU: SER-akkoord leent zich voor voortzetten gesprekken uitzend-cao
Vakbonden stoppen cao-overleg met uitzendbranche
Uitzendwerkgevers bereiken cao-akkoord met vakbond LBV
Wachttijd pensioenopbouw uitzendsector maximaal 8 weken

Hinke Wever is een creatieve verbinder van werk- en levensterreinen. Ze was als redacteur vanaf de start betrokken bij FlexNieuws.