"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Het arbeidsmarkt spoorboekje van minister Koolmees

Spoorboekje arbeidsmarkt, minister Koolmees, SZW
Minister Koolmees werkt aan samenhangende maatregelen, een ‘spoorboekje’ om de arbeidsmarkt beter in balans te brengen. Fotobewerking: FlexNieuws

Minister Koolmees heeft een ‘spoorboekje’ gepubliceerd voor de Eerste Kamer met alle samenhangende maatregelen om meer evenwicht te brengen op de arbeidsmarkt.

Op basis van het genoemde spoorboekje, de antwoorden van de minister, alsmede politieke druk om de vaart erin te houden, heeft de meerderheid in de Eerste Kamer dinsdag jl. ingestemd met de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab).

Het ‘spoorboekje’ is een brief van acht kantjes die hieronder is samengevat. Onderwerpen die cruciaal zijn voor de flexbranche zijn uitgebreider geciteerd.

Waarom is die samenhang zo belangrijk?
Het kabinet wil met de Wab meer evenwicht brengen in de verhouding van vast en flexibel werk. Ook de druk op het sociale stelsel moet worden verlicht. Er belanden teveel mensen door de groei van flex – er komen vooral steeds meer oproepkrachten en zzp’ers bij – aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het escape-gedrag van bedrijven door oneerlijke concurrentie op loonkosten, dat wil het kabinet aanpakken. Er is ook meer balans nodig in de ontwikkelingskansen van mensen; er is doorlopende scholing nodig voor alle werkenden. Re-integratie in werk kan nog beter worden gefaciliteerd en gestimuleerd. Het pensioenstelsel en sociale stelsel moet betaalbaar blijven en evenwichtig verdeeld over jong en oud. Op al die terreinen schaakt het kabinet via diverse (spoor)wegen. De Wet arbeidsmarkt in balans is hier onderdeel van.

Welke wegen moeten samen meer balans brengen op de arbeidsmarkt?
– Het tegengaan van oneigenlijk gebruik van contracting (oneerlijke concurrentie op loonkosten), maatregelen vanaf 2021.
In de tussentijd zet Inspectie SZW in op extra controles op eerlijk werk.
– Leven Lang Ontwikkelen wordt gestimuleerd, ook bij flexibele arbeidsrelaties om werkenden meer loopbaankansen te bieden. Hiervoor zijn individuele leer- en ontwikkelingstrajecten (€200 mln) beschikbaar en middelen om de leercultuur in het mkb te stimuleren (€48 mln).
– De lastendruk die werkgevers, met name het mkb, ervaren bij ziekte en arbeidsongeschiktheid van werknemers, wordt verlicht.
– Met betrekking tot (schijn)zelfstandigen is/komt er meer duidelijkheid over de arbeidsrelatie. Er wordt hard gewerkt, in overleg met de markt, aan een vernieuwde webmodule, die gereed moet zijn in 2020.

Minder verschil in fiscale behandeling werknemers en zzp’ers
Het kabinet werkt aan een hervorming van het belastingstelsel, waarbij aftrekposten, waaronder de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling, geleidelijk worden afgebouwd naar het basistarief. De eerste stap wordt 1 januari 2020 gezet. Dit draagt bij aan het verkleinen van de verschillen in de fiscale behandeling tussen werknemers en zzp’ers.

Pensioen payrollwerknemers
In de brief wordt ook ingegaan op de vraag van Eerste Kamerlid Rinnooy Kan (D66). Hij vroeg naar de gevolgen voor payrollwerknemers als zij uit de uitzendcao’s en uit de verplichtstelling van de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP) worden geschreven en er geen pensioenregeling bij de inlener geldt.

> Waarom is die vraag opportuun? De ABU en de NBBU werken momenteel aan een gezamenlijke uitzend-cao op hoofdlijnen. Door de Wab krijgt payroll een andere status dan uitzenden. Voor payrolling gaan andere pensioeneisen gelden dan voor uitzenden, vergelijkbaar met alle arbeidsvoorwaarden bij de inlener. Het is aannemelijk dat payroll uit de uitzend-cao verdwijnt. Aangezien de onderhandelingen niet openbaar zijn, is hier formeel nog niets over bekend, maar het feit dat Rinnooy Kan deze vraag stelt, wijst in die richting en het lijkt een logische stap.

StiPP
Onder de verplichtstelling van StiPP vallen momenteel alle bedrijven die meer dan 50% van de premieplichtige loonsom uitzenden (als uitzendwerkgever). Onder dit begrip van uitzendwerkgever vallen ook payrollbedrijven, detacheerders en andere ondernemingen die zich bedrijfsmatig met meer dan 50% bezig houden met het ter beschikking stellen van arbeid.

[citaat uit pagina 6 en 7 van het spoorboekje:] “Op grond van het wetsvoorstel gaat voor de volgende twee categorieën de verplichting gelden om een adequate pensioenregeling te regelen. Dit betreft payrollwerknemers die werken bij een inlener waar een pensioenregeling geldt voor werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies. Indien er geen werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de inlener zijn, is onderscheidend of er een pensioenregeling geldt in de sector waarin de inlenende onderneming werkzaam is. Dat kan zijn omdat er een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds of een beroepspensioenfonds in die sector is, of omdat in de bepalingen van de cao een bepaalde pensioenregeling wordt voorgeschreven.

Het recht op een adequate pensioenregeling geldt niet voor payrollwerknemers die werkzaam zijn in een bedrijf dat werknemers in gelijke of vergelijkbare functies in dienst heeft waar geen pensioenregeling voor geldt. Als de cao-partijen [ bedoeld worden ABU, NBBU en vakbonden, red. FN ] ervoor kiezen om alle payrollwerknemers – zonder nadere voorziening – uit de werkingssfeer van StiPP te verwijderen, dan bouwen deze werknemers niet langer verplicht pensioen op bij StiPP. Het wetsvoorstel verbiedt cao-partijen of individuele werkgevers niet om voor deze werknemers ook een pensioenregeling te treffen. Voor de uitvoering van de adequate pensioenregeling voor payrollwerknemers op grond van de wet is het niet noodzakelijk om de verplichtstelling aan te passen. Wel dient er dan, bij StiPP of een andere uitvoerder, een aanvullende pensioenregeling te worden afgesloten om aan de voorwaarden van de AMvB te voldoen.”

Uitstel payrollpensioen tot 1-1-2021
De minister heeft de invoering van de pensioenregelgeving voor payroll met een jaar uitgesteld, omdat uitvoering van het bovenstaande complex is.

Overgang van uitzendkrachten bij aanbesteding; worden zij dan automatisch payrollkrachten?
[citaat uit pagina 7 en 8 van het spoorboekje:] Wanneer uitzendkrachten van de ene werkgever overgaan naar een andere werkgever vanwege een gewonnen aanbesteding, ziet de minister deze payrollkrachten niet in alle situaties opeens als payrollkrachten. De tweede werkgever heeft in zo’n situatie zelf geen allocatie verricht, met andere woorden heeft de uitzendkrachten niet zelf hoeven te werven. Toch zouden dan niet alle uitzendkrachten opeens als payrollkrachten te hoeven worden aangemerkt.

Wat dit betreft zegt de minister: “Van belang is dat bij payrolling de werkgever geen allocatiefunctie heeft vervuld en dat sprake moeten zijn van exclusieve terbeschikkingstelling. Bij een contractwisseling kan de nieuwe uitzendonderneming wel een allocatiefunctie op de arbeidsmarkt vervullen. Allereerst is hierbij van belang dat de nieuwe uitzendwerkgever de nieuwe opdracht actief heeft geworden. Bovendien is van belang dat zowel nieuwe uitzendkrachten actief kunnen worden geworven en dat de vóór de contractwisseling werkzame uitzendkrachten in de gelegenheid zijn om in dienst te treden bij de nieuwe uitzendonderneming.

Als er sprake is van een nieuwe aanbesteding en het nieuwe uitzendbureau een aanbod doet voor een werving naar aanleiding van één of meerdere vacatures, dan is het mogelijk dat de uitzendwerknemer hierop solliciteert. Als de uitzendkracht na een dergelijke sollicitatie vervolgens in dienst treedt bij de nieuwe uitzendwerkgever, en dus zelf het initiatief neemt voor de beëindiging van het dienstverband, kan natuurlijk sprake zijn van een allocatiefunctie van de nieuwe werkgever.

Overigens dient de nieuwe werkgever wel te controleren of er sprake is van opvolgend werkgeverschap. In dat geval dient de nieuwe werkgever de bestaande arbeidsvoorwaarden en rechtspositie (fase-systeem) te respecteren. Daarnaast zal niet steeds voldaan zijn aan de vereiste van exclusieve terbeschikkingstelling. Het gaat om een weging van verschillende indicaties.

Ook is het mogelijk dat er sprake is van overgang van onderneming. Er kan sprake zijn van overgang van onderneming als een aanzienlijk deel van de uitzendkrachten meegaat. Ook in dat geval blijft er sprake van uitzenden. De werknemer behoudt zijn bestaande arbeidsovereenkomst met bijbehorende rechten en plichten. In dat geval gaat de bestaande uitzendovereenkomst van rechtswege over op de uitzendonderneming die de aanbesteding heeft gewonnen.”

Overige samenhang in maatregelen
Welke andere maatregelen horen bij het ‘spoorboekje’?

Aanpassingen Wab
Het wetsvoorstel Wab is al door de Tweede Kamer op enkele punten aangepast:
– De verlengde proeftijd is geschrapt. De proeftijd blijft ongewijzigd.
– Er is een uitzondering op de hoge WW-premie voor contracten met jongeren onder 21 jaar die ten hoogste 12 uur per week werken
– Er is een mogelijkheid toegevoegd om bij cao af te wijken van de regels voor oproepovereenkomsten bij functies die door weersomstandigheden of andere natuurlijke factoren ten hoogste negen maanden per jaar kunnen worden uitgevoerd door dezelfde werknemer.
Het kabinet zegt toe in overleg te blijven met sociale partners over knelpunten in de wet voor seizoensarbeid.

Loondoorbetaling bij ziekte, verzuim en re-integratie
Dit najaar stuurt minister Koolmees een voorstel voor de volgende punten:
1. Een financiële tegemoetkoming voor loondoorbetalingskosten (bij ziekte) van in totaal € 450 mln per jaar voor werkgevers in de vorm van een premiekorting per 2021.
2. Het leidend maken van het medisch advies van een bedrijfsarts bij de toets op de re-integratie-inspanningen (RIV-toets) door het UWV. Dit maakt het systeem voor werkgevers beter voorspelbaar.
3. Het gedurende vijf jaar niet verlagen van het arbeidsongeschiktheidspercentage van een WIA-gerechtigde. Daardoor is er minder risico dat mensen er later in hun inkomen op achteruit gaan.

Voor de zomer stuurt de minister een brief aan de Tweede Kamer over de mkb-verzuim-ontzorg-verzekering die door verzekeraars per 1-1-2020 zal worden aangeboden. Er komt ook informatie voor de voortgang van het experiment met scholing voor arbeidsongeschikten. In het najaar komen er kaders voor experimenten tweede spoor re-integratie. Een werkgroep van de Stichting van de Arbeid onderzoekt mogelijkheden om de arbeidsparticipatie van arbeidsongeschikten te verhogen.

Commissie Regulering van werk
Tot slot: iedereen kijkt uit naar de Commissie Regulering van werk; in november dit jaar brengt die advies uit. Bekijk de position papers van diverse organisaties die meedenken met deze commissie door hun visie te delen, waaronder de ABU, samen met de Alliantie van werk, en de NBBU.

Samenvatting: Hinke Wever, FlexNieuws

Meer achtergrond over Wab en de behandeling in de Eerste Kamer
WAB aangenomen, wat betekent dit voor het verplichte StiPP-pensioen?
Eerste Kamer stemt in met Wet arbeidsmarkt in balans
Eerste Kamer en Wet Arbeidsmarkt in balans
Gelijke beloning? Prima, maar WAB doet geen recht aan realiteit

Hinke Wever is een creatieve verbinder van werk- en levensterreinen. Ze was als redacteur vanaf de start betrokken bij FlexNieuws.