"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

SNF keurmerk huisvesting arbeidsmigranten aangescherpt, inspecteurs checken alle locaties

Het SNF keurmerk voor huisvesting van arbeidsmigranten is bedoeld om de kwaliteit te verbeteren en te bewaken. Dit jaar wordt een inhaalslag gemaakt vanwege aanscherping van de eisen. Hoe worden de inspecties uitgevoerd?

Interview met Margot Ronner, projectmanager bij SNF

Stichting Normering Flexwonen

100% controle
Sinds 1 september 2021 zijn de eisen voor het SNF keurmerk aangescherpt. SNF heeft per die datum de zogenoemde 100% controle ingevoerd, dat wil zeggen alle bekende locaties, verhuurd aan arbeidsmigranten door ondernemingen die het keurmerk hebben of willen verkrijgen, worden vanuit SNF geïnspecteerd.

Kwaliteit huisvesting
Er is al jaren meer vraag naar huisvesting voor arbeidsmigranten dan aanbod. De kwaliteit van het aanbod varieert van prima tot voldoende en van slecht tot erbarmelijk. Daarom werd tien jaar geleden de Stichting Normering Flexwonen (SNF) opgericht, vanuit de Nationale Verklaring Tijdelijke Huisvesting EU-arbeidsmigranten.

Het doel van SNF is de kwaliteit van huisvesting voor arbeidsmigranten te verbeteren en bewaken. Er is in de afgelopen tien jaar vooruitgang geboekt, maar er was en is ook nog heel veel te doen.

De kwaliteit van huisvesting kan en moet beter, concludeerden marktpartijen zoals  uitzendbrancheorganisaties ABU en NBBU en ook de Commissie Roemer trok die conclusie.

Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten
Het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, onder leiding van Emile Roemer, deed in 2019 en 2020, op verzoek van voormalig minister Koolmees van SZW, landelijk onderzoek naar de arbeidsomstandigheden en de huisvesting van arbeidsmigranten. In 2020 verscheen het eindrapport met adviezen voor structurele verbeteringen.

Die aanbevelingen en oproepen vanuit de markt hebben ertoe geleid dat de eisen voor het SNF-keurmerk zijn verzwaard.

Margot Ronner
Margot Ronner

Margot Ronner, projectmanager bij SNF, vertelt erover in dit interview.

Inspectie van locaties én administratie
“Vanaf 1 september 2021 is de controle op huisvesting uitgebreid. De inspecties en controles verlopen sindsdien niet meer volgens steekproeven zoals voorheen, waarbij een vastgesteld percentage van alle locaties werd gecontroleerd. Nu is afgesproken dat alle locaties (100%) geïnspecteerd worden. SNF beschikte al over een locatieregister, waarin organisaties hun huisvestingslocaties moesten opgeven, als zij zich wilden laten certificeren voor het SNF keurmerk.

Tegelijk kwamen er geluiden uit de markt dat sommige organisaties hun beste locaties registreerden in het locatieregister voor inspectie, terwijl ze andere, minder goede locaties buiten beeld hielden. Het SNF keurmerk wordt afgegeven aan de onderneming, niet aan de locatie. Daarom is nu ook een controle op de boekhouding onderdeel geworden van de inspectie, de zogenoemde administratieve inspectie. Niet geregistreerde locaties komen zo via de inspectie toch in beeld, wat het SNF keurmerk betrouwbaarder maakt.”

Omvangrijke inhaalslag
“Er is met de betrokken partijen afgesproken om een inhaalslag te maken. Van alle ondernemingen die het keurmerk voeren, worden tussen 1 september 2021 en 31 december 2022 alle locaties gezien en geïnspecteerd. Een enorme operatie, maar nodig om het SNF keurmerk naar het gewenste niveau te tillen.

Voor het goed kunnen vastleggen van de informatie was een nieuw registratiesysteem nodig. Daarom heeft SNF in augustus 2021 het uitgebreide locatieregister Informis aangeschaft. Uitzendorganisaties en huisvesters die het keurmerk hebben of willen behalen, melden daarin hun locaties aan en inspectie-instellingen kunnen er hun bevindingen en rapporten invoeren.”

Kosten en financiering
“De stichting is onafhankelijk en opereert zonder winstoogmerk. SNF wordt gefinancierd vanuit de jaarbijdrage van de ondernemingen die zich laten certificeren en die opgenomen worden in het register.

Zes onafhankelijke inspectie-instellingen voeren de controles uit.

Uitzendorganisaties en/of aanbieders van huisvesting die zich voor het keurmerk willen laten certificeren sluiten zelf een overeenkomst met de inspectie-instelling van hun keuze en onderhandelen over de kosten voor de inspecties. Vervolgens gaat het certificeringstraject van start.

Jaarlijks wordt bij iedere onderneming een administratieve inspectie uitgevoerd. De ondernemingen die “eerst verantwoordelijke” zijn van locaties, moeten deze locaties laten controleren. De inspectie-instelling bepaalt zelf de volgorde van de inspectie van locaties, zodat de data niet lang van tevoren bekend zijn.

Natuurlijk wordt de controle op kortere termijn wel aangekondigd, vanwege de privacy van de bewoners en omdat er iemand mee moet voor de sleutels en de rondleiding door de huisvestingslocatie(s). Het is de bedoeling dat wij door het jaar heen zicht hebben op alle locaties van de ondernemingen.”

Meer controles, meer kosten
“100% controle brengt extra kosten met zich mee, want het vraagt extra inspecties door de inspectie-instellingen. Wij bekijken samen hoe dit betaalbaar blijft. Op dit moment doen wij een pilot ‘zelfinspectie’. Ondernemingen met locaties die tussen 1 september 2018 en 2021 al een keer zijn geïnspecteerd door een inspectie-instelling mogen deze locaties zelf inspecteren. Zij konden zich aanmelden voor de pilot, die loopt sinds 1 april jl. tot 1 september 2022. Zij moesten verplicht een cursus volgen om te leren hoe de inspectie van een locatie moet worden uitgevoerd en ingevoerd in het systeem. Alleen personen die hieraan hebben meegedaan mogen de zelfinspecties uitvoeren. De ondernemingen moeten foto’s en films toevoegen van de ruimtes en de brandblussers en andere elementen die gecontroleerd worden vanuit de norm. De inspectie-instellingen checken de uitgevoerde zelfinspecties.

Minimaal 10% van de locaties die de onderneming zelf heeft gecontroleerd, wordt op locatie gecontroleerd, at random, dus niet volgens een planning. De inspectie-instelling bepaalt zelf of het nodig is om nog een keer te kijken als er twijfel is over de kwaliteit van de locatie. Met de pilot verkennen wij: werkt het, krijgt de inspectie-instelling voldoende informatie? Als het niet werkt, rollen we het niet verder uit en onderzoeken wij andere oplossingen.”

Arbeidsmigranten nemen zelf ook contact op met SNF
“Wij merken dat ook de arbeidsmigranten zelf SNF steeds vaker weten te vinden als ze klachten hebben over de huisvesting. De informatie omtrent het keurmerk is in meerdere talen beschikbaar. Sinds vorig jaar 1 september moet er een informatiekaart in de woning hangen. Wat doe je – bijvoorbeeld – als er brand is? Op deze kaart is ook vermeld dat de bewoners van de locatie contact op kunnen nemen met SNF als ze klachten hebben.

Wij beoordelen de klachten en laten indien nodig spoedinspecties uitvoeren. Als de locatie niet voldoet aan de norm heeft de aanbieder van de huisvesting 6 weken de tijd om de situatie te verbeteren. Blijven ze in gebreke, volgt schorsing en eventueel verwijdering uit het register met verlies van het keurmerk. Ook klachten die wij ontvangen vanuit de media of vanuit gemeenten onderzoeken wij. Waar nodig nemen wij ook op grond daarvan maatregelen.”

Vliegende brigade voor extra inspectie
“Wij werken tegenwoordig eveneens met een ‘vliegende brigade’. Door het jaar heen worden alle locaties nu al gecontroleerd. SNF kan op basis van signalen en als er twijfel bestaat of de locatie voldoet aan de eisen van SNF besluiten om de inspectie-instelling ‘als vliegende brigade’ te vragen nogmaals te kijken of aan de vereisten is voldaan.”

Samenwerking met gemeenten
Bij gemeenten ligt de taak om beleid te maken voor de huisvesting van arbeidsmigranten en vergunningen te verlenen. Onderhoudt SNF contact met gemeentelijke beleidsmakers?
“Ja. In ons land maakt iedere gemeente op een eigen manier beleid voor huisvesting van arbeidsmigranten,” zegt Margot Ronner. “Bij SNF zijn Jolet Woordes en Kaj Heij verantwoordelijk voor beleidszaken. Zij zijn steeds vaker met gemeenten in gesprek over de vraag of het SNF keurmerk als voorwaarde kan worden gesteld bij het verlenen van vergunningen voor huisvesting. Gemeenten kloppen voor beleidsvragen, expertise en inspiratie ook steeds vaker aan bij SNF.”

Pilot gegevensuitwisseling omtrent kwaliteit
“Het komt voor dat gemeenten vragen om inzage in ons register en gegevens willen uitwisselen over geregistreerde locaties, maar daar zijn wij voorzichtig mee. In principe mag SNF geen gegevens uitwisselen met derden, dus ook niet met gemeenten.

Er loopt nu wel een pilot van SNF met de gemeenten Waadhoeke (Friesland) en Someren (Brabant). Aan deze pilot liggen strikte convenanten ten grondslag. De pilot is bedoeld om te kijken naar de kwaliteit van huisvesting, de uitwisseling van informatie over locaties en mogelijke andere samenwerking. Als er een convenant is gesloten met een gemeente is er wel uitwisseling van informatie over locaties. De ondernemingen in de betreffende gemeenten worden daar dan wel over geïnformeerd.

Het verlenen van vergunningen en de handhaving daarvan ligt bij de gemeenten. SNF kijkt puur naar de vraag: voldoet de locatie aan onze keurmerk-eisen. SNF controleert niet op de vergunning die is afgegeven.”

Stap vooruit
“Op deze manier zetten we stappen en boeken we praktisch vooruitgang in de bewaking van de kwaliteit van huisvesting voor arbeidsmigranten,” verklaart Margot Ronner tot slot.

Interview: Hinke Wever

Lees ook
Uitzendkrachten en huisvesting – hoe zijn de regels?

Hinke Wever is een creatieve verbinder van werk- en levensterreinen. Ze was als redacteur vanaf de start betrokken bij FlexNieuws.