"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Vakbonden en ABU bereiken akkoord over nieuwe CAO voor Uitzendkrachten

Vakbonden en ABU bereiken akkoord over nieuwe CAO voor Uitzendkrachten

Er is na ruim een jaar een akkoord bereikt tussen vakbonden FNV, CNV Vakmensen, De Unie en de ABU over een nieuwe Cao voor uitzendkrachten. Daardoor komt er voor deze groep meer werkzekerheid, een betere pensioenopbouw en wordt het verschil in loon tussen uitzendkrachten en vast personeel verkleind. En specifiek voor arbeidsmigranten komt er onder meer een inkomensgarantie voor de eerste twee maanden.

De nieuwe cao gaat in per 17 november 2021 met een looptijd tot 2 januari 2023 (de afspraken worden nu voorgelegd aan de leden van de vakbonden).

Meer details in dit bericht:
Onderhandelingsresultaat CAO voor Uitzendkrachten (17-11-2021 – 2-1-2023)

De betrokken partijen lichten het resultaat als volgt toe:

Onderhandelingsresultaat
Het onderhandelingsresultaat is het gevolg van ruim een jaar aan gesprekken. De onderhandelingen begonnen in september 2020 maar liepen eind mei stuk. Nadat de betrokken partijen in september opnieuw met elkaar om de tafel zaten, kwam er schot in de zaak. Jurriën Koops, directeur ABU: “We kunnen en willen niet ontkennen dat we een roerig onderhandelingsproces achter ons hebben. Maar deze vier partijen hebben elkaar gevonden in het belang voor de uitzendbranche om een cao met een breed draagvlak te realiseren. Hiermee willen we de basis leggen voor een gezamenlijke verdere invulling van het SER-advies ‘Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving.”

Gelijkwaardigheid
Afgesproken is dat de zogeheten ‘inlenersbeloning’ wordt uitgebreid. “Het loon en de overige arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten moeten gelijkwaardig worden aan die van hun collega’s in dienst bij de inlener, met deze afspraak wordt het verschil al kleiner. Afgesproken is om in de volgende meerjarige cao de noodzakelijke stappen te zetten om deze gelijkwaardigheid te realiseren,” zegt FNV Flex bestuurder Karin Heynsdijk. Ook het pensioen wordt beter: de pensioenopbouw start eerder en wordt opgebouwd over een groter deel van het inkomen.

Meer werkzekerheid
Verder komt er meer werkzekerheid. De duur van een eerste tijdelijk contract gaat van maximaal 78 weken naar maximaal 52 weken. Ook de periode dat iemand een contract voor bepaalde tijd mag krijgen wordt korter en gaat van 4 naar 3 jaar. Daardoor is de stap naar een vast dienstverband sneller te maken.

Arbeidsmigranten
Naast regelingen die voor alle uitzendkrachten gelden, is er ook gekeken naar de positie van arbeidsmigranten. De aanbevelingen van het zogeheten Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten onder leiding van Emile Roemer zijn daarbij als leidraad gebruikt. Er komt er een inkomensgarantie ter hoogte van het wettelijk minimumloon voor de eerste twee maanden bij een uitzendwerkgever. Ook is afgesproken dat arbeidsmigranten tot vier weken na het einde van de uitzendovereenkomst in de huisvesting kunnen blijven. Marten Jukema van CNV Vakmensen zegt: “Niet alle aanbevelingen van het Aanjaagteam zijn via de cao te regelen, maar hiermee zetten we een mooie stap en tegelijkertijd zijn we ook aan andere tafels en met andere betrokkenen in gesprek over zaken als bijvoorbeeld huisvesting voor arbeidsmigranten.”

Positief
Partijen zullen de gemaakte afspraken positief voorleggen aan hun achterban.

Bron: ABU en FNV Flex, CNV Vakmensen, De Unie, 17 november 2021

Reparatie WW via aansluiting bij SPAWW
Een opmerkelijke nieuwe afspraak in het cao-akkoord is de aansluiting bij de cao PAWW. Citaat uit het onderhandelingsresultaat:
‘Partijen zullen in 2022 aansluiting zoeken bij de CAOPAWW, overeenkomstig de oproep van de Stichting van de Arbeid bij het Sociaal Akkoord uit 2013. Het streven is om dit per 1 april 2022 te doen. In de CAO voor uitzendkrachten wordt opgenomen dat de werkgever de werknemerspremie zal voldoen tot het einde van de eerstvolgende CAO-PAWW (1 oktober 2027) of zoveel eerder als het SER-advies met betrekking tot gelijkwaardige beloning is geïmplementeerd in wetgeving of in de CAO voor Uitzendkrachten. Partijen zullen de effecten van de premieafdracht en het beroep van uitzendkrachten op de regeling jaarlijks monitoren.’

Wat is de reactie van de NBBU op dit akkoord?
“De NBBU heeft vernomen dat de ABU een akkoord heeft bereikt met FNV, CNV en de Unie. De NBBU maakt geen onderdeel uit van dat akkoord en is zelf nog in gesprek. We streven daarbij naar een situatie waarin de belangen van NBBU-leden het beste behartigd worden. Met het grootste deel van de genoemde verbeteringen voor uitzendkrachten in het ABU-bericht stemden wij eerder dit jaar al in. Zodra er nieuwe informatie is, komen wij hiermee naar buiten.”

Dat laat de NBBU weten, naar aanleiding van dit nieuwsbericht.
Het ziet er dus naar uit dat de sinds 30 december 2019 geharmoniseerde cao’s van ABU en NBBU weer op onderdelen van elkaar gaan verschillen.

Lees ook
Wijziging AVV CAO PAWW Sector Dienstverlening (16-11-2021 – 01-10-2022)
ABU en NBBU CAO voor Uitzendkrachten, stand van zaken per 01-10-2021
FNV wil marktconform pensioen uitzendkrachten vanaf dag één
Vakbonden stoppen cao-overleg met uitzendbranche

Hinke Wever is een creatieve verbinder van werk- en levensterreinen. Ze was als redacteur vanaf de start betrokken bij FlexNieuws.