"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

In coronajaar ontstonden minder flexibele en meer vaste contracten. Hoe kan dat?

In het coronajaar is het aantal flexibele contracten gedaald en het aantal vaste toegenomen. Hoe kan dat?

Column door Sarike Verbiest, onderzoeker bij TNO

Sarike Verbiest, onderzoeker bij TNO
Sarike Verbiest

Vanuit TNO beheer ik samen met de ABU en FNV de ‘Flexbarometer’. Bij de laatste update van de website met de cijfers van het vierde kwartaal van 2020, is te zien dat het aantal flexibele contracten ten opzichte van het vierde kwartaal in 2019 is gedaald (van 1,9 miljoen naar 1,7 miljoen). Daarentegen is het aantal vaste contracten toegenomen, van 5,6 miljoen in 2019 naar 5,7 miljoen in 2020. Het aantal zzp’ers is eveneens toegenomen van 1,1 miljoen naar 1,2 miljoen.

Deze ontwikkeling roept in tijden van de coronacrisis natuurlijk vragen op. Waarom zijn er meer vaste contracten gegeven en minder flexibele? En hoe komt het dat het aantal zzp’ers is toegenomen? Ik zou geen onderzoeker zijn als ik niet de drang voelde om hier dieper in te duiken. Ik ben eens gaan neuzen in de tabellen op Statline (van CBS).

Typen contracten
De antwoorden op bovenstaande vragen kan ik na het neuzen niet met zekerheid geven, uiteraard. Maar als ik bijvoorbeeld inzoom op welke typen flexibele contracten nu precies zijn gedaald en welke beroepen dat betreft, kan ik wel mogelijke verklaringen geven. Alle typen flexibele contracten, behalve de contracten van 1 jaar of langer, blijken te zijn gedaald. De grootste dalers zijn de vaste contracten zonder vaste uren (-28%) en de uitzendcontracten (-16%). De tijdelijke contracten van 1 jaar of langer zijn dus juist toegenomen ten opzichte van een jaar eerder (+10%). Hieronder bekijk ik welke beroepen er veel voorkomen in deze typen contracten en of dat een verklaring vormt voor de daling c.q. toename. Dit heb ik ook gedaan voor de vaste contracten en de zzp’ers.

Vast contract zonder vaste uren
Deze werknemers hebben een vast contract, maar werken geen vast aantal uur per week. Afhankelijk van de arbeidsvraag werken ze in een week meer of minder uur. Dit is dus eigenlijk een soort oproepcontract. Als ik kijk in welke beroepen deze contracten het vaakst voorkomen, dan zie ik dat het hier gaat om beroepen zoals verkopers, barpersoneel, keukenhulpen, kappers en schoonheidsspecialisten. Beroepen dus, die het meest worden geraakt door de coronamaatregelen. Maar ik zie ook dat onder vast personeel zonder vaste uren, zich een grote groep hulpkrachten transport en logistiek (zoals magazijnmedewerkers) bevindt. Naar deze beroepen zou ik ten tijde van corona juist een grotere vraag verwachten omdat we met zijn allen veel meer online zijn gaan bestellen. In deze beroepen zie ik echter ook een lichte daling onder vaste contracten zonder vaste uren. Wat is hier aan de hand? Ik hou deze vraag in mijn achterhoofd.

Uitzendcontracten
Onder uitzendkrachten zien we veel administratief personeel, hulpkrachten transport en logistiek (hé!), chauffeurs van bestelwagens (hé!), assemblagemedewerkers en bouwvakhulpen. Dit zijn niet de beroepen waarvan je in eerste instantie zou verwachten dat zij worden geraakt door coronamaatregelen. Onder uitzendkrachten zie ik overigens juist een flinke toename in administratief personeel (+15%). In de andere beroepen zie ik wel een afname en dus ook weer onder de mensen die onze online aankopen voor ons uit het magazijn halen en bezorgen. Hier zou ook de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) kunnen meespelen. Deze wet die per 1 januari 2020 van kracht is, maakt het inzetten van uitzendkrachten immers duurder. De vraag is waar deze uitzendkrachten naartoe zijn gegaan; naar werkloosheid, naar het zzp-schap of naar een contract met meer zekerheid? Hiervoor zouden stroomcijfers van CBS nader bestudeerd moeten worden en die heb ik helaas niet.

Tijdelijke contracten van 1 jaar of langer
Dit typen flexibel contract wordt door werkgevers veelal benut om kennis te maken met nieuw personeel (verlengde proefperiode). Bij wederzijdse tevredenheid wordt dit contract vaak omgezet naar een vast contract. Ik zie in dit type contract een toename in beroepen waar ten tijde van de coronacrisis juist meer behoefte aan is, zoals (micro)biologen en hulpkrachten transport en logistiek. Oh, daar zijn ze gebleven! Maar het is wat vreemd dat mensen van een vast contract zonder vaste uren naar een tijdelijk contract over zouden gaan. Dit lijken mij dan toch andere mensen. Hebben ze misschien een vast contract mét vaste uren gekregen? Eens even kijken.

Vaste contracten (mét vaste uren)
De toename in het aantal vaste contracten tussen het vierde kwartaal van 2019 en 2020 is opmerkelijk als je bedenkt dat we in een crisis zitten. Tijdens deze bijzondere crisis is er echter juist een grotere behoefte aan bepaalde specialisten die het land kunnen helpen om sneller uit de crisis te komen en mensen mentaal kunnen bijstaan in deze zware tijden. Ik zie dan ook een toename in de beroepen financieel specialist, economen, (micro)biologen, overheidsbestuurders, juristen, maatschappelijk werkers en specialisten sociale hulpverlening. Opvallend genoeg zie ik geen grote toename in het aantal vaste contracten onder zorgpersoneel. En ook weer niet onder de hulpkrachten transport en logistiek. Sterker nog, ik zie daarin een afname onder vaste contracten. Zijn ze dan misschien zzp’er geworden?

Zelfstandigen zonder personeel
Als ik inzoom op de beroepen van zzp’ers waarin we een toename zien, dan zijn dat net als bij de vaste contracten beroepen waar ten tijde van de coronacrisis meer behoefte aan is, zoals financieel specialisten, economen, specialisten sociale hulpverlening en (micro)biologen. Maar hier zie ik, waar ik dat bij de vaste contracten niet zag, ook een toename in artsen, laboranten, verpleegkundigen en verzorgenden. De vraag is of deze mensen het zzp-schap zelf verkiezen boven een vast contract of dat er geen vast contract is aangeboden. Hier kan ik nog een hele boom over opzetten die dan zal gaan over regeldruk in de zorg en zorgpersoneel dat dat helemaal zat is en daarom maar voor zichzelf begint, maar dat ga ik niet doen. En wat betreft die hulpkrachten transport en logistiek, daar zie ik ook een afname onder zzp’ers.

Welk type contract hebben de hulpkrachten transport en logistiek?
Na het inzoomen op vaste contracten zonder vaste uren, uitzendkrachten, tijdelijke contracten van 1 jaar of langer, vaste contracten en zzp’ers, blijf ik dus met de vraag zitten waar al dat personeel is dat voor ons de online boodschappen en bestellingen in de magazijnen inpakt en bij ons thuis bezorgt. Eerder benoemde ik al dat vaste contracten zonder vaste uren zijn te beschouwen als een soort oproepcontracten. Nu heeft Statline nog twee van deze types in haar overzichten staan: tijdelijke contracten zonder vaste uren én de ‘echte’ oproepkrachten. Wat nu precies het verschil is tussen al deze types, is mij onduidelijk, maar ik zie wel dat hier die hulpkrachten transport en logistiek te vinden zijn. Onder de tijdelijke contracten zonder vaste uren zie ik een toename van 19% en onder de ‘echte’ oproepkrachten zie ik een toename van 9%. Einde van mijn speurtocht.

Ik ben heel benieuwd hoe deze trends zich verder gaan ontwikkelen. Dus ik hou ‘mijn eigen’ Flexbarometer en Statline goed in de gaten en houd u op de hoogte!

Lees ook
Flexbarometer vierde kwartaal 2020

Waarom slagen onderdelen van de zorgmarkt er maar niet in om medewerkers blijvend aan zich te binden? Verkenning arbeidsmarkt en zorg: een vloeibare werkelijkheid

Sarike Verbiest column oktober 2020:
Flexibele schil krimpt, behoefte aan interne flexibiliteit groeit

Sarike Verbiest is senior beleidsadviseur bij Longfonds.