Wim Davidse 15 februari 2024 0 reacties Print Meer vast en zzp op de nog steeds oververhitte arbeidsmarktWoensdagochtend werd duidelijk dat Nederland alweer uit de recessie is. Die was kort en vooral heel mild, en dus is de arbeidsmarkt nog steeds enorm krap en zijn de vacaturegraad en het personeelsverloop nog steeds historisch hoog. Het aantal uitzendkrachten is verder gekrompen, maar het aantal zzp’ers groeide stevig verder. Een overzicht van de zeer bijzondere stand van zaken.Recessie alweer voorbij, drukte op de arbeidsmarkt niet weggewerkt In het vierde kwartaal van 2023 is de Nederlandse economie met 0,3 procent gegroeid ten opzichte van het vorige kwartaal. In termen van de zogenoemde technische definitie (ten minste twee kwartalen met economische krimp ten opzichte van het vorige kwartaal) kwam hiermee een einde aan onze recessie. Ten opzichte van een jaar eerder, was er in het laatste kwartaal met -0,5 procent nog wel krimp, over het hele jaar was er al met al een penibele economische groei van 0,1 procent ten opzichte van 2022. Wel even een heel ander beeld dan in de jaren ervoor: 4,3 procent groei in 2022 en zelfs 6,2 procent groei in 2021. Desondanks groeide de werkgelegenheid in het laatste kwartaal van 2023 met nog eens 1,4 procent, en dus bleef de arbeidsmarkt met een werkloosheid van maar 3,6 procent in december 2023 gigantisch krap. Ook andere indicatoren laten zien dat de dynamiek op de arbeidsmarkt in het vierde kwartaal in historisch perspectief enorm hoog bleef: een vacaturegraad van 43 openstaande vacatures per 1.000 banen (na ruim 389.000 nieuwe vacatures in het kwartaal) en een verloop van 4,3 procent. Dat zijn niveaus die pre-corona nooit respectievelijk zelden (alleen bij de laatste hoogconjunctuur pre-corona) werden gezien. Zoeken naar balans tussen vaste contracten en de rest In de laatste drie maanden van 2023 groeide het aantal werknemers met een vast contract met +1,9 procent ten opzichte van een jaar eerder, een aanzienlijke groei gegeven de nog steeds wankele economische situatie. Het aantal werknemers met een tijdelijk contract met uitzicht op vast groeide zelfs met +5,3 procent. Het aantal oproep- en invalkrachten groeide overigens met +3,3 procent ook stevig. Al met al groeide de interne flexschil, met daarin nog tal van andere flexibele contracttypen, met +1,8 procent. De externe flexschil, met daarin de uitzendkrachten, detacheringskrachten en zzp’ers eigen arbeid (ea), kromp lichtjes, met -0,1 procent ten opzichte van een jaar eerder. Die krimp kwam volledig voor rekening van de uitzend- en detacheringskrachten (-6,6 procent), terwijl het aantal zzp’ers ea in hoog tempo verder groeide: met +2,3 procent – sneller dus dan het aantal vaste krachten. Ten opzichte van een jaar geleden is de totale flexschil (intern + extern) dus een klein beetje kleiner geworden en bevat nu 38,6 procent van alle werkenden. Maar in de loop van het jaar 2023, en na een stagnatie van het interne deel ten opzichte van het derde kwartaal van 2023 en een lichte groei van het externe deel, lijkt de trend van die flexschil er toch nog steeds een van groei te zijn. Omgekeerde wereld op de arbeidsmarkt Als pre-corona de arbeidsmarkt krap werd, met een werkloosheid van minder dan 5 procent, dan gingen werkgevers meer vaste contracten aanbieden om de mensen beter te kunnen binden. De flexschil werd ten gevolge daarvan kleiner. Als dan vervolgens de economie in een recessie belandde, werd die flexschil versneld afgebouwd. Als daarna de economie weer begon te groeien, waren de werkgevers weer aan de macht. De werkloosheid was dan altijd weer gestegen naar (ver) boven de 5 procent, de arbeidsmarkt was weer ruim en de werkgever had het voor het zeggen. Ze wachtten vervolgens zo lang mogelijk (makkelijk meer dan een jaar) voordat ze weer begonnen met het aanbieden van vaste contracten, waardoor de flexschil dus eerst weer groeide. In de grafiek is dat duidelijk zichtbaar van 2013 tot 2017. Uiteindelijk werd de arbeidsmarkt dan weer krap, etcetera (zoals in de grafiek, vanaf 2017). Maar sinds een paar jaar ziet het plaatje er letterlijk anders uit. De flexschil is sinds de corona-recessie, dus in de jaren met een zeer krappe arbeidsmarkt en tijdens de korte, milde recessie van 2023, vooral blijven groeien! Dat was meer een beslissing van de werkenden dan van de werkgevers – nu waren zij aan de macht, konden zij hun voorkeuren hard maken. De werkenden zaten blijkbaar minder dan voorheen te springen om een vast contract, en bleken sterker aangetrokken tot detachering en (nog meer) tot zzp’en. Juridische binding bij één werkgever bleek op een “veilige” arbeidsmarkt (makkelijk overal werk te vinden) minder belangrijk geworden dan een persoonlijk passende werkpropositie in een gevarieerde, faciliterende werkomgeving. Er zijn weinig redenen te bedenken waarom deze nieuwe situatie niet zo zal blijven. Benut de pauze! Het vierde kwartaal van 2023 was wat rustiger dan de voorgaande kwartalen. Het aantal nieuwe vacatures was lager, en dat gold ook voor het verloop van werkenden, maar toch waren beide historisch gezien nog erg hoog, terwijl de economie voor het derde kwartaal op rij kromp ten opzichte van een jaar eerder. De krapte op de arbeidsmarkt is nog steeds groot. Als de economie in 2024 weer wat aantrekt, want daar lijken indicatoren als kwartaal-op-kwartaal groei van de economie en de inkoopmanagersindex nu op te wijzen, en daarmee de werkgelegenheid, zullen werkgevers anders dan anders direct voor de beslissing staan om mensen aan zich te binden – niet persé met vaste contracten, maar met aantrekkelijke werkproposities. En dat zouden dan dus wel weer eens heel vaak flexwerkproposities kunnen zijn. arbeidsmarktdata, personeelsverloop Print Over de auteur Over Wim Davidse Wim Davidse is director Trends & Insights bij ZiPmedia en toekomstverteller en strategisch prestatie-adviseur. Bekijk alle berichten van Wim Davidse