Hinke Wever 11 januari 2017 0 reacties Print Zwaarder drukken van het concurrentiebeding – ingrijpende functiewijzigingZwaarder drukken van het concurrentiebeding – ingrijpende functiewijziging In deze zaak is sprake van een ingrijpende functiewijziging, terwijl dat niet voorzienbaar was bij het aangaan van het concurrentiebeding. Het concurrentiebeding is door de ingrijpende functiewijzigingen zwaarder gaan drukken. Het concurrentiebeding heeft daardoor zijn gelding (volledig) verloren. De kantonrechter wijst de vordering van werkgever tot nakoming van het concurrentiebeding af. Feiten Werknemer is op 1 september 2010 in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van werkgever in de functie van Accountmanager Acquisitie. In de arbeidsovereenkomst is het volgende concurrentiebeding overeengekomen: “11. Non-concurrentiebeding Het is de werknemer verboden om gedurende het dienstverband en binnen een periode van 1 (een) jaar althans, indien de wettelijk toegestane periode korter is, voor de wettelijk toegestane periode, na beëindiging van het dienstverband in Nederland, in enigerlei vorm een onderneming gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan, dan wel concurrerend met, de activiteiten van Werkgever of haar groepsmaatschappijen direct dan wel indirect te vestigen of te drijven, daarin op enigerlei wijze direct dan wel indirect, tegen vergoeding of om niet, werkzaam te zijn, of daarin direct dan wel indirect enig nadeel of financieel belang van welke aard dan ook te hebben.” In 2014 heeft een bedrijfsovername en een integratie plaatsgevonden. De nieuwe vennootschap die hierdoor is ontstaan is een automotive bedrijf die naast omvangrijke leasebedrijven ook autodealers en schadeherstelbedrijven omvat. Met ingang van 1 januari 2015 is de functiebenaming gewijzigd in Manager New Business. Naast zijn werkzaamheden als Accountmanager Acquisitie heeft werknemer hierdoor meer leidinggevende en coördinerende taken er bij gekregen. Het salaris werd door deze promotie verhoogd. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst op 30 september 2016 opgezegd tegen 1 november 2016. Vervolgens is hij sinds 1 november 2016 via zijn management-BV werkzaamheden gaan verrichten voor een regionale leasemaatschappij. Vordering Werkgever vordert in kort geding onverkorte nakoming van het concurrentie- en geheimhoudingsbeding onder verbeurte van een dwangsom. Werkgever stelt zich op het standpunt dat werknemer sinds 1 november 2016 werkzaamheden is gaan verrichten voor een concurrerend bedrijf. Hierdoor handelt werknemer in strijd met het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding. Werkgever heeft zelfs nog voor 1 november 2016 werknemer gewezen op het concurrentiebeding en benadrukt dat een inbreuk op het beding niet zou worden getolereerd. Bovendien stelt werkgever dat werknemer uit hoofde van zijn functie beschikt over kennis van concurrentiegevoelige bedrijfsinformatie, zoals (financiële) klantgegevens, prospects, plannen van aanpak en contracten met bijbehorende prijzen en marges. Verweer werknemer Werknemer stelt zich op het standpunt niet meer gebonden te zijn aan het concurrentiebeding. Door de functiewijziging is het beding zwaarder gaan drukken. Bovendien is de reikwijdte van het concurrentiebeding enorm uitgebreid doordat door de overname en integratie sprake is van een immense organisatie. Zijn (ex-)werkgever is hierdoor een automotive bedrijf geworden dat – naast omvangrijke leasebedrijven – autodealers en schadeherstelbedrijven omvat. Beoordeling van het geschil Uitgangspunt is dat een concurrentiebeding in de zin van artikel 7:653 (oud) BW opnieuw schriftelijk moet worden overeengekomen indien de wijziging in de arbeidsverhouding van zo ingrijpende aard is, dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. Naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter verschilt de functie van Accountmanager Acquisitie met voornamelijk acquisitiewerkzaamheden en met beperkte verantwoordelijkheden wezenlijk met die van Manager New Business, wat een aanmerkelijk zwaardere functie betreft met veel grotere verantwoordelijkheden en leidinggevende taken. De kantonrechter oordeelt dat sprake is van een ingrijpende functiewijziging en het niet zonder meer aannemelijk is dat doorgroei binnen de organisatie van werkgever naar deze functie voorzienbaar was. Daar komt bij dat werkgever niet heeft weersproken dat het concurrentiebeding een ruimer bereik heeft gekregen omdat inmiddels sprake is van een veelomvattend concern en dat werknemer door die wijzigingen ten gevolge van het concurrentiebeding een jaar lang in de gehele automotive markt niet meer werkzaam kan zijn. Door deze integratie en de functiewijziging is naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder gaan drukken, in die zin dat het concurrentiebeding een (wezenlijk) ruimer bereik heeft gekregen waarvan niet aannemelijk is dat dit voorzienbaar was bij het aangaan van het concurrentiebeding. De wijzigingen zijn ingrijpend nu het daardoor thans voor werknemer vrijwel onmogelijk is om een nieuwe gelijkwaardige werkkring te vinden. De vordering van werkgever wordt dan ook afgewezen. Rechtbank Oost-Brabant, Kantonrechter Eindhoven, 20 december 2016 (zaaknummer 5524412 / CV EXPL 16-12693) Deze bijdrage is geschreven door mr. Babs Dubois-Van Kleef. Voor meer informatie over de uitspraak of over Van Diepen van der Kroef Advocaten: stuur een email naar mw. mr. Babs Dubois – Van Kleef Van Diepen Van der Kroef Haarlem, tel. 023 542 42 92. arbeidsrecht, concurrentiebeding, Van Diepen Van der Kroef Advocaten Print Over de auteur Over Hinke Wever Hinke Wever is een creatieve verbinder van werk- en levensterreinen. Ze was als redacteur vanaf de start betrokken bij FlexNieuws. Bekijk alle berichten van Hinke Wever