"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Vaste banenparadox kost juist banen

Vaste banenparadox kost juist banen

Opinie – Paul Haarhuis, CCO Timing

Paul Haarhuis
Paul Haarhuis

Politiek scoren over de rug van flexkrachten? Het is een bekend Haags fenomeen zo vlak voor de verkiezingen. De effecten van de WAB moeten nog geëvalueerd worden, maar het integraal beleid is al kapot. Sommige bonden en politici denken dat het nog duurder maken van flexwerk en het beperken van het aantal contracten door uitzenders, goed is voor het herstel van de economie. Het verbaast niemand dat D66 vorige week ineens draaide tegen het kabinetsbeleid en deze motie in de Tweede Kamer aan een meerderheid hielp. Korte termijn wensdenken regeert. De realiteit is dat de uitzendbranche amper voor 10% van alle flexcontracten verantwoordelijk is. In de 22 jaar dat ik in de uitzendbranche werk lijkt de politieke afstand tot hard werkend Nederland alleen maar verder gegroeid.

De praktijk bewijst dat uitzenders juist zorgen voor méér vaste banen. Wanneer werkgevers over langere periode kunnen zien wat de waarde is van hun werknemers, maken ze vanzelf de afweging een vast contract aan te bieden. Kortere contracten zorgen juist voor meer verloop en daardoor minder vaste banen. Deze paradox past niet in het Haagse plaatje, dat komt omdat ze vaak over en niet mét ondernemers en flexkrachten praten. Een bedrijf met een grillig orderverloop kan prima groeien met vaste flexkrachten. Daarmee staan deze krachten vooraan als er door groei nieuwe vaste banen ontstaan. Maar het geld moet wel eerst verdiend worden door de ondernemer. Flexwerk geeft vooral ruimte om te investeren en zeker in tijden van corona is dat nodig om bedrijven weer snel op te kunnen bouwen.

Met de introductie van de WAB in 2020 werd flex al behoorlijk duurder gemaakt om het uit de markt te prijzen. Toen kwam corona en lagen de meeste bedrijven noodgedwongen aan het NOW-infuus. Waar iedereen verwachtte dat de werkloosheid hard zou stijgen, daalde deze tot een dieptepunt. Dit kwam doordat veel werkgevers juist extra personeel nodig hadden ter bestrijding van de crisis. Denk aan teststraten, vaccinatie-medewerkers maar ook pakketbezorgers en callcenter medewerkers. Soms noodgedwongen en altijd met liefde wordt het werk aangepakt door de vele flexwerkers. Zij zorgen dat Nederland blijft draaien in tijden van crisis. De waardering hiervoor is niet altijd een vast contract, maar wél het structureel hebben van werk.

De echte uitdaging moet nog komen. Het is namelijk niet realistisch te denken dat uitzendkrachten sneller een vast dienstverband krijgen als er minder contracten gegeven mogen worden. Wanneer de werkloosheid na corona stijgt zullen werkgevers niet méér vaste banen creëren. Door de achterhaalde wetgeving zullen ze juist kortere flexcontracten inzetten, met meer verloop en meer onzekerheid voor werknemers tot gevolg. Wanneer de overheid nu accepteert dat veel bedrijven moeten zoeken naar een nieuw evenwicht na corona, dan is het logischer om juist ruimere normen te hanteren voor de uitzendbranche. Want het prikken en testen zal hopelijk op een gegeven moment stoppen. En dan zijn er geen verkiezingen, maar moeten we iedereen aan het werk houden. Laat daarom deze belofte centraal staan komende weken.

Lees ook
Timing: ‘Flexkrachten verdienen meer waardering’
Waar blijft de innovatie in ons sociaal stelsel?

Paul Haarhuis is commercieel directeur (CCO) bij Timing.