"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Opbrengst inzet flexkrachten in de zorg gaat vooral naar de schatkist

Opbrengst inzet flexkrachten in de zorg gaat vooral naar de schatkist 

Op 19 januari 2022 publiceerde huisarts Danka Stuijver een column in de Volkskrant onder de titel ‘Ieder jaar verdwijnt 3 miljard euro zorggeld in de zakken van mensen die mensen leveren die zorg leveren’.

In deze column spreekt zij haar zorgen uit over de personeelstekorten in de zorg en hoe flexibele arbeid de problemen vergroot. Hoewel haar zorg gemeend is, doet zij een bewering die zo gespeend is van iedere nuance dat ik het nodig vind te reageren.

In haar verontwaardiging maakt Stuijver een cruciale rekenfout die meer kwaad aanricht dan goed doet. Op basis van het boek ‘Heilige Zorghuisjes’ van Marjet Veldhuis beweert ze dat intermediairs een marge van 150% behalen over de zorgprofessionals die zij naar werk bemiddelen.

Het is ondenkbaar dat intermediairs 150% winst maken op de inzet van zorgprofessionals. Wie dat beweert – en wie dat ongetoetst publiceert – begrijpt helemaal niets van de intermediaire dienstverlening.

Intermediairs bemiddelen ruwweg twee soorten zorgprofessionals naar werk: zzp’ers en uitzendkrachten. In beide gevallen liggen de bemiddelingskosten – de marge die de intermediair aan zijn dienstverlening overhoudt – op 10 tot 15% van het uurtarief. Dat is inclusief btw. Van deze marge gaat dus al 21% naar de Belastingdienst.

Het tarief dat overblijft, komt in het geval van zzp’ers bij de zelfstandige zorgprofessional terecht. Ook die draagt een groot deel hiervan af. Na aftrek van kosten en verzekeringen betaalt hij of zij inkomstenbelasting. Van zijn bruto uurtarief houdt een zzp’er netto ruwweg de helft over.

Bij een uitzendkracht werkt het net anders. In dat geval neemt het uitzendbureau de werkgeverslasten voor zijn rekening. Die zijn hoog, met name door de sectorale premies die uitzendbureaus moeten afstaan. Het grootste deel van het tarief van een uitzendkracht gaat naar sociale verzekeringen en de Belastingdienst.

Het leeuwendeel van het uurtarief van een zorgprofessional komt dus niet terecht bij de intermediair, maar in de schatkist. Niet de intermediair, maar de Belastingdienst is de grootverdiener in de intermediaire dienstverlening in de zorg.

De kwesties die Stuijver onder de aandacht brengt mogen terecht zijn, maar zonder bovenstaande nuancering zijn haar beweringen tendentieus. Dat draagt niet bij aan werkbare oplossingen.

Dat het rigide keurslijf van het vaste dienstverband werknemers wegjaagt, mag de sector zichzelf aanrekenen. De zorgsector kan een deel van de werknemers blijkbaar niet bieden waar zij behoefte aan hebben. Ondertussen is het niet ondanks, maar dankzij de professionele dienstverlening van arbeidsmarktintermediairs dat de zorgsector toch de zorgprofessionals kan inzetten die deze sector hard nodig heeft.

Marco Bastian is NBBU-directeur. Hij is direct betrokken bij de beleidsvorming in de flexbranche.