Annet Maseland 17 maart 2025 0 reacties Print Frank van Gool blijft na afscheid pleitbezorger van arbeidsmigratie: “Wilders kan mijn telefoontje verwachten”Een kwart eeuw lang was hij het gezicht van de arbeidsmigratie. Nu neemt hij tegelijk met Karolina Swoboda afscheid van hun kindje OTTO Work Force in een tijd dat arbeidsmigratie in het verdomhoekje zit. En dat zit Van Gool niet lekker. “Wat een timing hè.” Het vertrek van Frank van Gool valt precies samen met het finale debat in de Tweede Kamer over de Wtta. Destijds, 25 jaar geleden, was de penibele situatie van de arbeidsmigrant aanleiding om het beter te organiseren dan de bestaande uitzendbureaus. Hij richtte met twee compagnons OTTO Work Force op. De CEO laat het bedrijf picobello achter. Toen het in 2018 werd overgenomen door het Japanse Outsourcing Inc, beloofde hij nog minstens vijf jaar aan te blijven. De omzet was toen 270 miljoen. In 2024 brak OTTO Work Force door de magische omzetgrens van 1 miljard. “Zo’n snelle groei had ik niet verwacht”, zegt hij. Sinds de oprichting kent het bedrijf jaarlijks een gestage omzetgroei van gemiddeld 18%. Zo groeide het uit tot Europees marktleider in internationale arbeidsbemiddeling. Via OTTO Holding, waar ook Duitsland onder valt, werken 27 duizend internationale medewerkers. Met mede-directielid en ex-partner Karolina Swoboda neemt Van Gool afscheid in een periode dat de arbeidsmigrant opnieuw in een verdomhoekje zit. En dat zit hem niet lekker. Want een succesvol bedrijf oprichten is één ding. Maar dat andere, opkomen voor de arbeidsmigrant, loopt net zo goed als een rode draad door zijn carrière. Een van zijn wapenfeiten: “Samen met wijlen FNV-bestuurder Marcel Nuyten de internationale paragraaf in de ABU-cao opstellen. De arbeidsmigrant is een aparte doelgroep, daar moet je anders mee omgaan.” Wtta dekt niet alle misstanden Van Gool is blij dat het nieuwe toelatingsstelsel (Wtta) in aantocht is, om misstanden met arbeidsmigranten tegen te gaan. Hij roept het al jarenlang: zorg nou dat die uitzendvergunning terugkomt. “We hebben in Nederland te veel last van de onderkant van de markt. In de landen om ons heen, zoals België en Duitsland, gaat ook wel eens iets fout, maar in Nederland zijn de misstanden vele malen ernstiger. Dat is niet alleen slecht voor de arbeidsmigranten, het bevordert oneerlijke concurrentie en is bovendien slecht voor de reputatie van Nederland.” Hoe blij hij ook is met de Wtta, hij benadrukt dat de wet niet alle misstanden afdekt. “Als de Arbeidsinspectie stuit op misstanden, krijgt de werkgever een boete, maar een herstelplicht voor de werkgever ontbreekt. Stel een werknemer uit Vietnam wordt via een slechte A1-constructie gedetacheerd. Hij krijgt hier 600 euro, wat veel is vergeleken met de 200 euro die hij in Vietnam verdiende. Maar hij heeft recht op 1500 euro meer. Voor het bureau blijft dat met een geringe pakkans een ingecalculeerd risico. Zeker als hij het toch niet terug hoeft te betalen aan de werknemer. En de werknemer? Die trekt niet aan de bel. Want als hij naar de Arbeidsinspectie stapt, volgt ontslag. Dat gebeurt met enige regelmaat. De herstelplicht moet er daarom óók heel snel komen.” Vergewisplicht: hoe dan? Als het aan het kabinet ligt, mogen werkgevers niet langer geld voor huisvesting inhouden op het salaris van arbeidsmigranten. Dat snapt Van Gool. Enigszins. “Als je wonen en werken wil scheiden, dan past dit niet helemaal. Aan de andere kant is het nu wel goed geregeld. Want om te kunnen inhouden, moet de huisvesting in ieder geval voldoen aan SNF-kwaliteit.” Waar hij de minister helemaal niet kan volgen, is diens plan om werkgevers een vergewisplicht op te leggen. Zij zouden moeten controleren of arbeidsmigranten ingeschreven staan in de basisregistratie. “Alleen al vanwege de privacy is dat verkeerd. Maar hoe kan je nou als je werkgevers verbiedt om via de loonstrook huisvesting in te houden diezelfde werkgever verplichten om te kijken of ze in het BRP staan ingeschreven? Die verantwoordelijkheid moet je dan bij de verhuurders neerleggen. Bovendien is het pure discriminatie om het alleen voor deze groep te vragen.” Fatsoenlijke huisvesting Gebrek aan fatsoenlijke huisvesting voor internationale werknemers bracht Frank van Gool en Karolina Swoboda tot de oprichting van KaFra Housing. Daar blijft het tweetal, als aandeelhouders weliswaar, nog wel aan verbonden. De specialisatie van KaFra Housing: het bouwen van grootschalige woonlocaties. In zes jaar zijn er twintig locaties uit de grond gestampt, met vijfduizend bedden. Toch gaat het de ondernemer nog veel te langzaam. Dat ligt vooral aan de vergunningen. Er zitten een paar succesverhalen tussen, zoals de woonlocatie voor vluchtelingen in Zevenbergen die binnen een jaar gerealiseerd werd. Maar er zitten ook locaties tussen waar na zes jaar nog steeds geen definitieve vergunning binnen is. Nu hebben grootschalige woonlocaties – net als de arbeidsmigrant – het politieke tij niet mee. Iets waar Van Gool dus niets van begrijpt. “Het merendeel van de arbeidsmigranten woont in verkamerde woningen, met z’n achten of tienen, in woonwijken. De migranten willen dat niet en de mensen in de woonwijk willen dat ook niet. Je ontwricht op die manier de sociale cohesie in zo’n woonwijk. Dus ontlasten wij de Nederlandse woningmarkt door grotere huisvestingslocaties te bouwen. Niet alleen voor arbeidsmigranten, ook voor vluchtelingen en spoedzoekers, zoals mensen die recent gescheiden zijn. Die groepen kun je prima mengen.” Geen ongebreidelde arbeidsmigratie Ook na zijn vertrek bij OTTO wil Van Gool een warm pleitbezorger blijven voor arbeidsmigratie. “Mensen kunnen mij altijd bellen en om advies vragen. Maak alsjeblieft gebruik van de expertise die ik heb.” Terwijl Nederland alles op alles zet om het aantal arbeidsmigranten beheersbaar te houden, is de vaste boodschap Van Gool richting politiek dat er betere arbeidsmigratie moet komen. Ook van buiten Europa. “Bedenk dat heel Europa vergrijst en een land als Polen nog veel meer. Daar gaat de vergrijzing vier keer zo snel als in Nederland.” Hij pleit al jaren voor een vakkrachtenregeling voor arbeidsmigranten buiten de EU, zoals Segers die voorstelde in het rapport Grip op arbeidsmigratie. “Géén ongebreidelde en ongeorganiseerde migratie zoals we die in het verleden hebben gehad”, benadrukt hij. “Laten we lessen trekken uit het verleden en het nu beter organiseren.” Hoe hij het vindt dat bepaalde sectoren vanwege de arbeidsmigranten ter discussie staan? De slachthuizen, de distributiecentra, tuinbouw; zouden we dat nog wel in Nederland moeten hebben? Waarom niet, riposteert hij. “Het gaat niet om meer of minder arbeidsmigranten, maar om goede arbeidsmigratie. Het mag niet zo zijn dat lage lonen de drijvende factor of het verdienmodel is voor een onderneming. Nederland moet geen lage-lonenland worden. Maar als een slachterij werkt met machine operators en de crème de la crème van automatisering. Waarom zouden we zo’n slachterij dan niet in Nederland willen?” Politieke gesternte De vakkrachtenregeling die hij voorstaat, zou moeten gelden voor kraptesectoren als de zorg en de techniek. Aan werkgevers worden in de regeling eisen gesteld. “Zij moeten aantonen dat ze een goede werkgever zijn. Dat ze alles hebben gedaan om te innoveren, mechaniseren en automatiseren. Pas dan krijgen ze een zogeheten orange card, waarmee ze mensen van buiten de EU hier mogen laten werken. Dat is een tijdelijke regeling, zonder gezinshereniging, voor maximaal vijf jaar. Daarna keren werknemers terug naar het land van herkomst.” Dat het politieke gesternte ongunstig staat voor de door hem gewenste vakkrachtenregeling, beseft Van Gool al te goed. Het is bekend dat hij warme contacten onderhoudt met de VVD. De politicus die hij nog niét heeft weten te overtuigen, is Geert Wilders. “Ik heb van een hoop mensen het mobiele nummer, maar van hem nog niet. Nu ik geen belang meer heb bij OTTO, wordt het wat gemakkelijker om met hem te praten. Ik ga het zeker proberen. Wilders kan mijn telefoontje verwachten.” Lees ook: Raymond Puts wordt topman van Otto Work Force Frank van Gool en Karolina Swoboda stoppen bij OTTO Workforce Frank van Gool (OTTO): ‘orange card’ voor arbeidsmigratie van buiten de EU arbeidsmigranten, Frank van Gool, OTTO Work Force, vakkrachtenregeling, WTTA Print Over de auteur Over Annet Maseland Annet Maseland is redacteur bij Flexnieuws. Bekijk alle berichten van Annet Maseland