"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

De NOW voorzien van rekenvoorbeelden

Door Marcel Reijmers, FlexKnowledge

Wij krijgen bij FlexKnowledge veel vragen over de hoogte van de subsidie die werkgevers gaan krijgen. Voor uitleners zijn er namelijk een paar specifieke zaken om rekening mee te houden. Die belicht ik in dit artikel en ik geef ook een aantal voorbeelden. Dit artikel is gebaseerd op de tekst van de Regeling tijdelijke Noodmaatregel voor behoud van Werkgelegenheid zoals die op dinsdag 31 maart is gepubliceerd. Vrijdag 3 april wordt bekend gemaakt of het loket voor het aanvragen van de subsidie inderdaad maandag 6 april opent.

Update 9 april 16.00 uur

  • Update van 2 april geactualiseerd
  • FlexKnowledge heeft een tool gelanceerd om ‘NOW-keurig’ scenario’s na te kunnen rekenen en na de aanvraag ook te monitoren. Meer informatie vind je hier. De tool houdt niet alleen rekening met een dalende loonsom, maar corrigeert ook gelijk voor vakantiegeld en 4-weeksaangifte.

Update 2 april 16.00 uur
Door een van onze klanten werd ik gewezen op dit artikel van Boontje Advocaten. Neem vooral even de tijd om het te lezen. Het effect dat zij beschrijven leidt ertoe dat als je bijvoorbeeld 50% van je omzet verliest en 60% van je loonsom t.o.v. januari, je de subsidie volledig kwijtraakt. Dat is natuurlijk vanuit de gedachte dat de werkgever de loonsom zoveel mogelijk constant moet houden, maar bij uitleners fluctueert de loonsom veel meer dan bij ‘gewone’ werkgevers.

Ondertussen is bekend geworden dat dit geen weeffout is, maar een bewuste keuze. De regeling zal op dit punt dus vooralsnog niet worden aangepast.

Specifieke aandachtspunten voor uitleners
Er zijn twee belangrijke punten waar je rekening mee moet houden als je zelf aan de slag gaat om een inschatting te maken van het subsidiebedrag dat je kunt krijgen:

  • Als je het vakantiegeld bij elke loonbetaling uitkeert (buitenlandse werknemers!), moet je de loonsom van januari vermenigvuldigen met 0,926 om dat te corrigeren. In de opslag van 30% voor de werkgeverslasten die vanuit de regeling wordt toegekend, is het vakantiegeld namelijk al opgenomen en die haal je er met deze correctiefactor weer uit.
  • Als je niet per maand aangifte loonheffing doet, maar per 4 weken, moet je de loonsom vermenigvuldigen met 1,0833 om hem vergelijkbaar te maken met een maandaangifte.

Een voorbeeld

Berekening van de loonsom
Je loonsom in week 1 tot en met 4 was drie miljoen euro. Je betaalt wekelijks alle reserveringen uit, waaronder dus het vakantiegeld. Er zijn geen medewerkers die meer dan het maximum van € 9538,- verdienen. In dat geval wordt de loonsom over januari als volgt berekend:

3.000.000 x 1,0833 = 3.249.900 om van de 4-weeks aangifte een maandaangifte te maken

3.249.900 x 0,926 = 3.009.408 om te corrigeren voor de wekelijkse uitbetaling van het vakantiegeld

Berekening van de hoogte van de subsidie
Ik ga verder met de loonsom zoals die hierboven is berekend en van een omzetverlies van 50%. In dat geval krijg je 50% van 90% van de loonkosten gesubsidieerd en dat bedrag wordt met 30% verhoogd als fixed fee ter dekking van de sociale verzekeringen, het vakantiegeld en het pensioen. Of je werkelijke kosten hoger of lager zijn, is niet relevant.

Om de hoogte van de loonsom over maart-april-mei te berekenen wordt de loonsom van januari met drie vermenigvuldigd:

  • 50% x 90% x de loonsom van januari x 3 x 130% = 0.5 x 0,9 x 3.009.408 x 3 x 1,3 = 5.281.511

80% van dit bedrag wordt uitbetaald als voorschot, dus je krijgt 4.225.209 euro overgemaakt in maximaal 3 termijnen.

De overheid streeft naar een constante loonsom, want dat impliceert dat het aantal werknemers constant is en je iedereen in dienst houdt. Dat dat voor uitleners in de praktijk heel anders is en wat het effect daarvan is, lees je hieronder.

Stel dat je loonsom voor maart tot en met mei na de correcties minder bleek te zijn dan 3 x de loonsom van januari, dus geen ruim 9 miljoen, maar precies 8 miljoen euro. Dan wordt je definitieve subsidie verlaagd volgens deze formule:
(loonsom januari x 3 minus (loonsom maart-april-mei)) x 1,3 x 0,9 = (9.028.224 -8.000.000) x1,3 x 0,9 = 1.203.022

Bij gelijkblijvend omzetverlies zal dit bedrag dus in mindering worden gebracht op de 5.281.511 die vooraf was bedacht. Je subsidie wordt dus vastgesteld op 5.281.511 – 1.203.022 = 4.078.489. Je hebt al 4.225.209 als voorschot gehad, dus je moet 146.720 euro terugbetalen. Dat is natuurlijk ook heel logisch, want door de lagere loonsom heb je natuurlijk ook lagere loonkosten gehad.

Stel nu dat je loonsom juist hoger is geworden, stel 10 miljoen euro bij gelijkblijvend omzetverlies, dan krijg je geen extra subsidie. De uiteindelijke compensatie kan nooit hoger zijn dan 3 keer de loonsom van januari. Had je in januari een relatief lage loonsom, dan heb je dus pech. Hiervoor zijn geen correctiemechanismes ingebouwd.

Berekening van de omzetdaling
Ik ga hiervoor uit van een onderneming die heel 2019 heeft bestaan. In de tekst van de regeling staan ook andere voorbeelden.

Een werkgever had een omzet in 2019 van gemiddeld € 1.000.000 per maand, ofwel € 12.000.000 over het gehele jaar. In de periode van 1 maart tot en met 31 mei 2020 is zijn omzet gemiddeld € 700.000 per maand, ofwel € 2.100.000 over de gehele periode. In dit geval is de omzetdaling:

(€ 12.000.000 / 4) – € 2.100.000 = 0,30 = 30%
___________________________
(€ 12.000.000 / 4)

Er zijn geen andere manieren om de omzet te mogen berekenen, anders dan het hieronder genoemde verschuiven van de meetperiode.

Ondertussen hebben we ontdekt dat deze methode helaas uitermate nadelig is voor intermediairs die voorheen samenwerkten met backoffice partijen en sinds begin dit jaar de uitzendkrachten zelf in dienst hebben genomen. Op papier hadden zij in 2019 namelijk vrijwel geen omzet, want fiscaal en juridisch gezien was dat in de meeste gevallen niet hún omzet, maar die van de backoffice partij. We hebben dit onder de aandacht van de Minister en de ABU en NBBU gebracht.

Wat als de omzet meer of minder daalt dan verwacht?
Zoals hierboven beschreven, wordt het subsidiebedrag gebaseerd op de werkelijke loonsom als die lager is dan drie keer de loonsom van januari. Het zal echter nooit meer worden als de loonsom hoger blijkt te zijn dan drie keer de loonsom van januari.

Dat is anders bij het omzetverlies. Als dat hoger wordt dan vooraf ingeschat, krijg je wél meer subsidie. Is het omzetverlies lager dan ingeschat, dan daalt de subsidie. Is het omzetverlies uiteindelijk minder dan 20%, dan moet je alles terugbetalen!

Voor het bepalen van het omzetverlies moet je kijken naar alle BV’s die binnen het concern vallen of in een moeder-dochter verhouding werken. Voor de definities moet je kijken naar BW 2:24 a en b. Check bij je accountant of en hoe dit voor jouw organisatie speelt voordat je de aanvraag gaat doen!

Mag je schuiven met de verwachte omzetdaling?
Ja, dat mag! Als uitgangspunt voor de omzet wordt de omzet van 2019 gedeeld door 4. Dat staat vast. Maar als maart nog een beperkte daling in de omzet laat zien en je verwacht dat de grote klap pas in april komt, dan mag je een schatting maken voor de daling over april-mei-juni. En denk je dat de omzet pas vanaf mei instort, dan mag je schatten over mei-juni-juli. De subsidie wordt echter wel altijd berekend op basis van de loonsommen van maart-april-mei. Dus aan het eerder gegeven rekenvoorbeeld verandert niets als je de meetperiode verschuift. Dit compenseert een klein beetje voor de seizoensinvloeden waar je mogelijk mee te maken hebt.

Zijn er nog andere zaken van belang?
Ja, ik heb de belangrijkste hieronder op een rijtje gezet, maar het is geen compleet overzicht:

  • Heel goed nieuws als je te maken hebt met zieke medewerkers waarvan je het loon bij ziekte moet doorbetalen. Voor uitleners zijn dit de medewerkers zonder uitzendbeding. Het loon dat je doorbetaalt, is onderdeel van het SV-loon waarover je subsidie krijgt. Dus ook voor de zieke werknemers wordt 90% van het loon gecompenseerd!
  • Voor de werkgeverslasten krijg je een toeslag van 30% op het SV-loon. Daarvan moet je de sociale verzekeringen, de pensioenpremie en het vakantiegeld betalen. Daaraan komen uitleners tekort. Het gaat te ver om hier precies voor te rekenen hoeveel, maar een eerste inschatting is dat de werkelijke kosten ongeveer 35% zijn en dan kom je dus 5% tekort. Dus de 10% die niet wordt gecompenseerd, zal in de praktijk hoger zijn, rond de 15%. In specifieke gevallen kan dit echter hoger worden, bijvoorbeekd als de reservering vakantiedagen later dan in mei worden uitbetaald.
  • Als je toch ontslag aanvraagt bij het UWV op bedrijfseconomische gronden, dan wordt het loon van die medewerkers met 50% verhoogd en wordt dat hogere loon afgetrokken van het SV-loon waarover de subsidie wordt berekend.
  • Als je loonkostensubsidie van je gemeente ontvangt voor specifieke medewerkers, dan moet je melden bij die gemeente dat je een NOW-aanvraag hebt gedaan. Waarschijnlijk verlagen zij dan de loonkostensubsidie.
  • Je moet je werknemers informeren dat je een NOW-aanvraag hebt gedaan en dat daarmee hun inkomen in ieder geval voorlopig wordt gegarandeerd. Een mail of brief is natuurlijk het netste, maar een mededeling op de loonstrook kan natuurlijk ook.

Met dit artikel kun je je voor gaan bereiden op het indienen van de aanvraag. Als het goed is kan dat vanaf maandag 6 april, maar dat wordt vrijdag 3 april definitief bekend gemaakt. Op papier wordt het invullen van de aanvraag appeltje-eitje, want veel meer dan je NAW-gegevens, je loonheffingsnummers en een inschatting van het omzetverlies lijkt er niet gevraagd te gaan worden.

Aarzel niet contact met ons te zoeken als je vragen hebt. Dat kan per mail of telefonisch via 088 – 999 1200. Ook als je nog geen klant bent, kun je je vragen natuurlijk aan ons stellen!
Of bestel onze rekentool via onze website.

Marcel Reijmers, directeur FlexKnowledge

Marcel Reijmers is directeur van FlexKnowledge en adviseert en begeleidt intermediairs en inleners.