"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Herstel flexbranche in aantocht? Periode 1 says No

De afgelopen 3 werkdagen zijn er flink wat flex-cijfers gerapporteerd, over het vierde kwartaal van 2024 en inmiddels ook al over januari van 2025. Op de eerste rapportagedag begon het best goed, daarna werd het minder.

Economie aangetrokken, arbeidsmarkt afgekoeld, aantal uitzendkrachten afgenomen

In het vierde kwartaal is de totale Nederlandse economie stevig gegroeid, met +1,8% ten opzichte van een jaar eerder. Dat was de sterkste kwartaalgroei van het jaar, waarmee de economie in het hele jaar +0,9% groter is geworden dan in 2023 (toen groeide de economie maar +0,1%). De totale werkgelegenheid groeide met +0,1% in het vierde kwartaal, en met +0,6% in het hele jaar (dat was +2,0% in 2023). De werkloosheid kwam in het laatste kwartaal van 2024 uit op 3,7%, wat ook het jaargemiddelde is geworden. Dat is stevig onder de krapte-grens van 5% (daaronder is de arbeidsmarkt krap, daarboven is het voor werkgevers makkelijker om aan goede kandidaten te komen). 

Uitgedrukt in het aantal werkende personen, was de groei van de totale werkgelegenheid op jaarbasis +61.000. Op een krappe arbeidsmarkt neemt het aantal werkenden met een vast contract (contract voor onbepaalde tijd) altijd snel toe. Hun aandeel in de totale werkende beroepsbevolking stijgt dan. In een onzeker wordende economie neemt doorgaans eerst het aandeel tijdelijke en flexibele contracten af, en in een herstellende economie neemt hun aandeel juist (sterk) toe. Het laatste kwartaal van 2024 werd gekenmerkt door de historisch unieke combinatie van krapte plus onzekerheid plus herstel van de economie. Al met al leidde die verwarrende combinatie tot een aardige groei van het aantal werkenden met een vast contract: +84.000, ofwel +1,6% ten opzichte van 2023. Het aandeel werkenden met een vast contract steeg daardoor van 55,6% naar 56,1%. De totale flexibele schil kromp met -0,3% en bevatte in 2024 nog 38,4% van alle werkenden (was 38,8% in 2023); die krimp was eigenlijk veel kleiner dan je op historische gronden zou verwachten in zo’n gespannen omgeving.

Binnen de flexibele schil waren er vervolgens flinke verschillen zichtbaar: het aantal uitzend- en detacheringskrachten nam af (-17.000, ofwel een pittige -4,5%), en dat gold ook voor de tijdelijke medewerkers met uitzicht op vast en de overige tijdelijke medewerkers; het aantal oproep- en invalkrachten steeg nog licht en het aantal zzp’ers eigen arbeid groeide met +42.000 nog steeds fors (dat is +4,1% ten opzichte van 2023!).

In een paar sectoren en beroepsgroepen is er relatief veel uitzendkrimp geweest, in een aantal juist groei

Als we inzoomen op de sectoren (wáár we werken) waaruit de Nederlandse economie bestaat, valt op dat er niet alleen (lichte) groei is geweest in 2024, maar ook krimp – zoals in de Handel (retail, groothandel), de Industrie en de Financiële diensten (banken, verzekeraars), en zelfs wat in de IT- en informatiediensten. De sterkste groei zat in de sectoren Specialistische zakelijke diensten (accountancy, reclamebureaus en dergelijke), de Bouw en – vooral – de Publieke sectoren (Overheid, Onderwijs en Zorg). In totaal is de werkgelegenheid in de Profit-sectoren met -18.000 werkenden gekrompen. (Van 10.000 nieuwe werkenden was nog niet bekend in welke sector zij werkten.) 

Zoomen we in op de contractvormen, dan worden de verschillen nog opmerkelijker. In de Overheid komt de groei van de werkgelegenheid bijna volledig voor rekening van werknemers met een vast contract, in de Specialistische zakelijke diensten, de Zorg, de Bouw en het Onderwijs hebben de zzp’ers eigen arbeid ook een flink deel van de groei voor hun rekening genomen. In de Industrie is het aantal werknemers met een vast contract juist stevig gekrompen (dat waren vooral werknemers in de leeftijd van 45 tot 55 jaar).

Ook is het aantal uitzend- en detacheringskrachten in de Industrie in 2024 flink gekrompen (-8.000 ofwel -14,3%), en dat gebeurde ook in de Financiële diensten (-6.000, dat is -23,1%!). Andere belangrijke krimpsectoren voor uitzend- en detacheringskrachten in 2024 waren de Overheid en de Zorg. In de Logistiek groeide het aantal uitzend- en detacheringskrachten juist, met +3.000, ofwel +8,3% ten opzichte van 2023.

Voeren we de analyse uit vanuit het perspectief van de verschillende beroepsgroepen (wát we doen) op de Nederlandse arbeidsmarkt, dan zien we dat de sterkste krimp van het aantal uitzend- en detacheringskrachten zich concentreerde in Ambtelijke beroepen, ICT-beroepen en Economische en administratieve beroepen (w.o. ook de HR-beroepen). Bij Technische beroepen was er een aanzienlijke groei van +6.000 uitzend- en detacheringskrachten (een mooie groei van +5,2%).

Nu de uren, waarbij de monitoren van de brancheverenigingen meer krimpen tonen

Voorgaande analyse betreft de werkzame beroepsbevolking, die door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt gedefinieerd als “personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.” Het totale aantal uitzend- en detacheringskrachten volgens deze definitie kwam in 2024 uit op 362.000, in 2023 op 379.000. Dat was dus 3,7% van de werkzame beroepsbevolking in 2024 (3,9% in 2023). 

Daarnaast meet het CBS ook de (werknemers)banen in de flexbranche, de banen op uitzendbasis en de uren gewerkt in/door de werknemers in de flexbranche. Het totale aantal flexbranche-uren kwam in het vierde kwartaal uit op 206 miljoen, -4,6% minder dan een jaar eerder; in totaal 2024 werden er 836 miljoen uren gewerkt, -5,3% minder dan in 2023.

Deze urenontwikkelingen kunnen mooi vergeleken worden met de ontwikkelingen die worden gemeten door de ABU Marktmonitor en de VvDN Kwartaalmonitor. Zowel de VvDN als de ABU heeft in de afgelopen dagen verse cijfers gepubliceerd (de VvDN publiceert de ontwikkeling van de omzet en van het gemiddelde uurtarief, waarmee de ontwikkeling van de uren is te ramen). De ABU-uren krompen -6,8% in het vierde kwartaal en de VvDN-uren met maar liefst -13,7%. Vervolgens zijn de ABU-uren in de eerste periode van 2025 (ongeveer gelijk aan de maand januari) met -9,2% gekrompen.

Alle in Nederland gewerkte uren exclusief de flexbranche-uren (dus in alle andere sectoren samen) groeiden in het vierde kwartaal met +0,9% ten opzichte van een jaar eerder. 

Verwachtingen

Dat zijn al met al dus relatief pittige krimpcijfers van de flexbranche, die nog niet wijzen op een nabij herstel van de sector als geheel. De vooruitzichten die de afgelopen weken zijn gepubliceerd door Randstad en ManpowerGroup bevestigen dat beeld. 

Overigens blijft het verschil in de ABU Marktmonitor tussen de drie gerapporteerde beroepsgroepen gigantisch: de Admin-uren krompen in periode 1 wederom enorm sterk (-21,1%) en dat gold ook voor de Tech-uren (-17,1%). Daarmee vergeleken viel de Indu-krimp van -4,4% enorm mee. In onze analyse van de Q4-cijfers van de ABU Marktmonitor gaan we dieper in op de analyse en de verklaring van die al langer bestaande, enorme verschillen.

Tegelijk zijn wij in onze sector ook gewend aan enorme groeiverschillen – sommige bureaus staan onder druk, andere groeien lekker. Zo maakte OTTO WorkForce al op 31 december 2024 bekend dat ze na een omzetgroei van +13% ten opzichte van 2023 door de grens van 1 miljard euro waren gebroken.

Maar goed, mijn eind 2024 geformuleerde verwachtingen voor de flexbranche als geheel in 2025, klinken op grond van de eerste 2025-cijfers misschien al een beetje optimistisch: “Er is nog geen aanleiding om die verwachtingen aan te passen: “De flexbranche-uren blijven […] krimpen, met -3,0% ten opzichte van 2024. De flexbranche-omzet (die veel groter is dan die in de ABU Marktmonitor, met een wat andere dynamiek) blijft wat groeien, vanwege een verdere gemiddelde tariefstijging, met +3,5%. In 2026 wordt het dan allemaal wat beter. En dan wordt in 2027 de krapte x drukte op de arbeidsmarkt weer te groot.”

Laten we hopen dat januari even een afwijking blijkt te zijn van de licht positieve trend die in het tweede halfjaar van 2024 leek te zijn ingezet.

Wim Davidse is director Trends & Insights bij ZiPmedia en toekomstverteller en strategisch prestatie-adviseur.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *