SLUIT MENU

‘Uitzenders, maak gebruik van de overgangsregeling voor het toelatingsstelsel’

“De Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) is weliswaar met een jaar uitgesteld, maar dat betekent niet dat uitzenders achterover kunnen leunen”, stelt Julisa Fereijra-Phelipa van inspectie-instelling Normec VRO. In deze expertblog legt zij uit wat de markt staat te wachten met de komst van het nieuwe toelatingsstelsel. Eén ding is zeker: “er is werk aan de winkel!”

Even een korte terugblik, waarom de Wtta? De aanleiding voor de verplichte toelating is een uitgebrachte rapport van de commissie Roemer geweest over de arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten in Nederland. In dit rapport werd vastgesteld dat er sprake was van misstanden en soms mensonterende situaties, zoals slechte huisvesting, onveilige werkomstandigheden en uitbuiting. Het rapport benadrukte de noodzaak voor strengere regelgeving en beter toezicht op uitzendbureaus om dergelijke praktijken tegen te gaan.

Aanbevelingen voor verbeteringen

Roemer en zijn commissie deden aanbevelingen voor verbeteringen, waaronder het opzetten van een keurmerk voor uitzendbureaus die arbeidsmigranten in dienst hebben, betere informatievoorziening aan migranten, en het verhogen van de frequentie van inspecties bij werkgevers die gebruik maken van arbeidsmigranten. Demissionair minister Van Gennip heeft vervolgens gekozen voor een sector brede aanpak. Deze benadering benadrukt het belang van betrouwbaarheid en transparantie binnen de gehele flexmarkt, niet alleen in de context van arbeidsmigranten. Dit zal bijdragen aan de algemene doelstellingen van de Nederlandse overheid om een eerlijkere, veiligere en meer gereguleerde arbeidsmarkt te creëren en malafide spelers te weren.

De scope van het stelsel is breed, namelijk ‘alle bedrijven die aan ter beschikking stellen van arbeid (TBA)’ doen. In de volgende gevallen ben je uitgezonderd van de verplichte toelating:

  • Bedrijven die personeel uitlenen binnen hun eigen concern (intra concern terbeschikkingstelling);
  • Bedrijven die collegiaal personeel uitlenen als vorm van hulpbetoon, waarbij alleen loonkosten worden doorberekend;
  • Bedrijven waarvan de loonsom van uitgeleend personeel minder dan 10% van de totale loonsom bedraagt en niet meer dan 2,5 miljoen euro is, kunnen ontheffing aanvragen bij de minister*.

    *update: lees LinkedIn-post Julisa Fereijra-Phelipa

Fereijra-Phelipa geeft hierover aan dat zij van heel veel goedwillende ondernemingen die nu over het ‘vrijwillige’ SNA keurmerk beschikken hoort dat zij moeten opboksen tegen ondernemingen die niet gecontroleerd worden en vaak de wet- en regelgeving niet naleven. Zij hebben te kampen met oneerlijke concurrentie. Circa 5000 ondernemingen zijn momenteel geregistreerd in het SNA register. Daarvan horen er naar verwachting 4500 bij de populatie die straks onder de verplichte toelating vallen. Dit zou impliceren dat, op basis van de door de minister genoemde aantallen, nog zo’n tienduizend ondernemingen niet over het SNA-keurmerk beschikken maar wel aan ter beschikking stellen van arbeid doen.

Wij staan als Normec VRO achter de verplichtstelling en dus deze wet. Wij zijn ook van mening dat ervoor gewaakt moet worden dat de ingezette middelen wel het doel van de invoering van deze wet blijven heiligen. Wij zijn voor toevoegingen aan het huidige normenkader en overige met de wet gemoeide wijzigingen die verbeteringen en borging of verhoging van kwaliteit met zich meebrengen. Wij zijn er echter geen voorstander van om allerlei zaken die naar onze mening niet direct bijdragen aan het doel ook maar onder de Wtta te scharen. Dit schiet niet alleen het doel voorbij maar hoort doorgaans ook bij andere instanties ter controle of toezicht thuis.

Publiek-private samenwerking verbeteren

Of de Wtta in de praktijk succesvol zal zijn, hangt sterk af van de publiek-private samenwerking. Het is van essentieel belang dat iedereen zijn rol hierin goed begrijpt en uitvoert. Als Normec VRO dragen wij bijvoorbeeld niet de verantwoordelijkheid voor handhaving; die taak ligt bij de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA).

Het is cruciaal dat deze rollen helder zijn en dat er een goede samenwerking bestaat om dit proces succesvol te laten verlopen. Deze gezamenlijke inspanningen en een duidelijke rolverdeling zullen uiteindelijk bijdragen aan een efficiënte en effectieve uitvoering van de Wtta.

VBAR gelijktijdig invoeren

Het is van groot belang dat de Wtta effectief wordt ingevoerd. Dit wordt extra belangrijk omdat in het nieuwe stelsel het werken met zzp’ers niet langer binnen onze directe reikwijdte als inspectie-instelling valt. Er is een reëel risico dat er een verschuiving (waterbedeffect) naar deze activiteit zal plaatsvinden, waarbij soms mogelijk sprake kan zijn van TBA en/of schijnzelfstandigheid. De markt is vindingrijk en sommige partijen zullen via deze weg mogelijk trachten het toelatingsstelsel te omzeilen, maar bijvoorbeeld ook door middel van contracting (aanneming van werk), of opdrachtverstrekking, terwijl er in werkelijkheid sprake is van TBA.

Stel dat wij bij een organisatie langskomen die voor 20% TBA activiteiten verricht en voor 80% overige activiteiten ontplooit. Die 80% valt dan buiten onze directe toetsing, immers zouden dit dan geen TBA activiteiten zijn. Het is daarom van groot belang dat de handhaving op dit deel zorgvuldig en nauwgezet toeziet. Voor de markt is het essentieel om te zien dat bedrijven die proberen het toelatingsstelsel te omzeilen, op passende wijze worden gecorrigeerd.

Voor een effectieve handhaving is het belangrijk dat de Wtta synchroon loopt met de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR), die duidelijkheid schept over wanneer er sprake kan zijn van een zzp’er. Gezien de huidige kritiek op de VBAR en de juridische uitdagingen, lijkt een gelijktijdige invoering van beide wetten een uitdaging. Indien de Wtta eerder wordt ingevoerd dan de VBAR volledig handhaafbaar is, bestaat het risico op een verschuiving naar zzp-constructies, met mogelijk ongewenste effecten. Het is van belang dat men zich bewust is van deze verschuivingsrisico’s (waterbedeffecten). Daarnaast is het relevant om op te merken dat de belastingdienst het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 volledig opheft en vanaf dat moment regulier zal handhaven op basis van de huidige wet DBA.

Aangezien ik de mening deel dat een gelijktijdige invoering van de Wtta en de VBAR in de huidige context een uitdaging is, moeten de potentiële risico’s en gevolgen zorgvuldig worden afgewogen. Hoewel de huidige wetgeving nog veel grijze gebieden heeft inzake het al dan niet kwalificeren als een ZZP’er, heeft de rechtspraak hier in de loop der jaren steeds meer invulling aan gegeven. Gezien de zwaarwegende belangen die de Wtta met zich mee brengt, ben ik van mening dat het uitstel van de VBAR de invoering van de Wtta niet zou moeten vertragen.

Lees ook: Hoofdlijnenakkoord: doorgaan met Wet VBAR en Wet TTA

Capaciteit opschalen

Bij Normec VRO zullen we onze capaciteit flink moeten opschalen. Deze noodzaak vloeit voort uit verschillende oorzaken:

  • Groei van het aantal ondernemingen: Vanwege de verplichtstelling zullen er aanzienlijk meer ondernemingen onder het stelsel vallen, wat een directe toename in ons werkvolume met zich meebrengt.
  • Omvang van de inspecties en tijdsbesteding: De omvang van de inspecties en de tijd die hiermee gemoeid is, zal minimaal verdubbelen. Dit komt door de toename van nieuwe normeisen/onderdelen en de complexiteit van de inspecties.
  • Kortere hersteltermijn voor minor non-conformiteiten: De nieuwe hersteltermijn van 75 werkdagen voor minor non-conformiteiten betekent dat we sneller moeten handelen. Daarnaast verwachten we, zeker in de beginfase, vaker tegen minor non-conformiteiten aan te lopen.

Normec VRO is zich hier al op aan het voorbereiden. We zijn onze organisatie en interne processen opnieuw aan het beschouwen om ervoor te zorgen dat we klaar staan voor wat komen gaat. Door deze proactieve benadering willen we ervoor zorgen dat we efficiënt en effectief kunnen inspelen op de veranderende eisen en verwachtingen.

Op tijd het SNA-keurmerk behalen

Werk aan de winkel dus. De Wtta is uitgesteld en gaat nu 1 januari 2026 in, waarna er vanaf 2027 wordt gehandhaafd. Wat helpt is de overgangsregeling; als je vóór 1 juli 2026 in bezit bent van het SNA-keurmerk (de basis voor de nieuwe Wtta norm), dan word je toegelaten tot het nieuwe register (zonder dat je al volledig op het nieuwe normenkader bent getoetst). Kortom, je kunt op basis van het SNA keurmerk je activiteiten blijven ontplooien en inleners kunnen zaken met je blijven doen. Immers, niet toegelaten of ingeschreven in het register staat gelijk aan geen TBA activiteiten mogen ontplooien. Wij merken zeker al wel een toename in de aanvragen voor het SNA-keurmerk omdat men steeds bewuster wordt van de voordelen van de overgangsregeling, maar de huidige aantallen zijn naar mijn mening nog niet voldoende. Dat de wet nu met een jaar uitgesteld is, biedt de kans om nog meer uitleenbedrijven voor het SNA keurmerk te kunnen certificeren.

Want misschien lijkt 1 juli 2026 nog ver weg, dat is het niet. Mijn boodschap aan de markt: Wacht niet af! Beschik je al over het SNA-keurmerk, verdiep je alvast in de aanvullingen die het nieuwe normenkader stelt en steek de peilstok in je organisatie door voor de aanvullende Wtta module op te gaan die de Stichting Normering Arbeid (SNA) per 1 januari 2025 zal aanbieden. Zeker als je nog niet over het SNA-keurmerk beschikt, moet je nu doorpakken. Mijn praktijkervaring leert dat ondernemingen die zich voor het eerst aanmelden voor het SNA keurmerk, die tijd ook echt wel nodig hebben. Met name omdat de processen nog niet als dusdanig ingericht of op orde zijn waardoor in de aanvangsfase het erg logisch is dat tegen de nodige afwijkingen wordt aangelopen. De tijd die het uitstel nu biedt, geeft je de kans om dergelijke afwijkingen deugdelijk te herstellen. Wees voorbereid zodat je zeker bent dat je business door kan blijven draaien! Ga dus nu al aan de slag met het behalen van het SNA-keurmerk.

Julisa Fereijra-Phelipa is directeur bij Normec VRO. Zij is een van de sprekers tijdens het event FlexFuture 2024. En wil je meer over haar weten? Kijk dan hier voor meer informatie.