SLUIT MENU

Prinsjesdag: een keur aan plannen om arbeidsmigratie in te perken wacht op nadere uitwerking

Dat arbeidsmigratie moet worden teruggedrongen, staat voor het kabinet vast. Maar langs welke weg en waar het schaarse personeel dan wél vandaan moet komen, is nog niet duidelijk. Veel moet er nog onderzocht worden.

Het demissionair kabinet kwam op de valreep voor de zomer met een pakket aan maatregelen (“brede migratie-agenda”) om meer grip op migratie te krijgen. Meer grip betekent minder, maar vooral andere arbeidsmigratie, met de focus op kennismigranten voor topsectoren. Het kabinet Schoof wil de meeste plannen voortzetten, zo blijkt uit de Rijksbegroting 2025, die werd gepresenteerd tijdens Prinsjesdag.

Tegengaan van misstanden: Wtta en uitbreiding Arbeidsinspectie

Het kabinet gaat verder met de aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten. Zo wil het malafide uitzendbureaus aan banden leggen met een toelatingsstelsel voor uitzendbureaus (Wtta) en de uitbreiding van de Nederlandse Arbeidsinspectie. 

In Europees verband wil het kabinet de sluiproute aanpakken waarbij derdelanders via oneigenlijke detachering naar Nederland komen. De oplossing zoekt het in een sterkere Europese Arbeidsautoriteit (ELA), het verbeteren van de informatievoorziening in landen van herkomst en samenwerking met landen van herkomst rondom terugkeer.

De ELA heeft in haar mandaat nog geen duidelijke rol op het terrein van de detachering van derdelanders. De Europese Commissie komt later dit jaar met een evaluatie van de ELA en een mogelijke herziening van het mandaat.  

Uitzendverbod

Het kabinet begint een verkenning naar een uitzendverbod in sectoren waar structureel arbeidsmigranten worden uitgebuit. Een andere optie is een verplichting voor bedrijven een deel van de arbeidskrachten in eigen loondienst te nemen. Bij de beslissing of deze bestaande bevoegdheid in de Waadi daadwerkelijk wordt ingezet, zal de sectorale impact worden meegewogen evenals de verwachte effectiviteit en proportionaliteit, zo vermeldde het regeerprogramma eerder.

Vakkrachtenregeling

Het kabinet zet mogelijk een streep door het plan voor een vakkrachtenregeling van het vorige kabinet. Dat wilde een pilot voor een tijdelijke vakkrachtenregeling onder strikte voorwaarden om op korte termijn de arbeidsmarktkrapte in de technieksector te verlichten met vakkrachten uit landen buiten de EU. Ook de gezamenlijke techniekwerkgevers hebben dit najaar om zo’n regeling gevraagd. In de SZW-begroting staat echter niets over een dergelijke regeling. In het migratiedebat in de Tweede Kamer van begin september gaf minister Van Hijum (SZW) aan er niets voor te voelen. “Ik voel weinig enthousiasme om aan de ene kant maatregelen te bedenken voor beperking en aan de andere kant aan regelingen te werken om nieuwe groepen weer aan te trekken.” Hij wees op andere wegen om aan personeel in kraptesectoren te komen, zoals omscholing.

30%-regeling ietsje soberder

De 30%-regeling of ‘expatregeling’ wordt een klein beetje versoberd. Over deze ‘expatregeling’ kreeg coalitiepartij NSC eerder een meerderheid in het parlement om de regeling vanaf 2024 grotendeels af te bouwen. Het nieuwe kabinet draait deze versobering bijna helemaal terug. Expats krijgen vanaf 2027 belastingvrij een vergoeding tot maximaal 27% van hun belaste loon.

Daarbovenop wil het kabinet wil vanaf 2027 de inkomensnorm binnen de 30%-regeling verhogen van € 46.107 naar € 50.436. En voor expats onder de 30 jaar met een mastergraad van € 35.048 naar € 38.388. Het kabinet zal deze bedragen de komende jaren nog indexeren. In 2025 en 2026 geldt nog de huidige inkomensnorm. Met deze maatregel komen vanaf 2027 minder expats in aanmerking voor de regeling. En wordt voor sommige expats die nog wel in aanmerking komen, de maximale expatvergoeding die zij belastingvrij mogen ontvangen, lager.

ETK-regeling

Het is nog onduidelijk wat er gaat gebeuren met de ETK-regeling. Het kabinet onderzoekt mogelijk of het wenselijk is om deze aan te scherpen. De ETK-regeling wordt vooral toegepast in de uitzendsector en de landbouw. Deze sectoren hebben een convenant met de Belastingdienst dat voorziet in een administratieve lastenverlaging in de toepassing van de ETK-regeling en zij hebben cao-afspraken over de toepassing. De convenanten beperken zich tot de kostensoorten huisvesting, extra kosten voor levensonderhoud en de reiskosten van en naar het herkomstland. In 2022 waren er ongeveer 83 duizend potentiële ETK-gebruikers.

Volgens een evaluatie van de subsidieregeling die de SEO medio 2024 publiceerde, heeft de ETK-regeling echter nauwelijks een aanzuigende werking. “Het fiscale voordeel voor werknemers heeft een beperkt stimulerend effect doordat arbeidsmigranten ook zonder de ETK-regeling de kenmerken van het werk (zoals hoog minimumloon en gunstige andere arbeidsvoorwaarden) voldoende aantrekkelijk vinden”, is de conclusie van de SEO. “Het premievoordeel voor de werkgever lijkt een onvoldoende verlaging van de kostprijs om alle lasten te rechtvaardigen om deze doelgroep te werven. Het aantal extra arbeidsmigranten in Nederland door de ETK-regeling is daarmee zeer beperkt.”

Aanscherpen kennismigrantenregeling

De kennismigrantenregeling maakt het mogelijk voor migranten van buiten de EU om hier te komen werken als ze meer verdienen dan een bepaald salaris. Of iemand kennismigrant is, wordt uitsluitend bepaald door dit salariscriterium – met uitzondering van wetenschappelijk onderzoekers en artsen in opleiding. Verder moet de werkgever een door de IND erkend referent zijn. Het minimumsalaris voor een kennismigrant ligt rond de vijfduizend euro, tenzij deze valt onder het verlaagde salariscriterium of jonger is dan 30 jaar.

Het kabinet wil de kennismigrantenregeling toespitsen op de kennismigranten die echt nodig zijn. Het gaat onderzoeken hoe ze de eisen kunnen aanscherpen; bijvoorbeeld door aanpassing van de salariscriteria of de voorwaarden waaronder bedrijven als erkend referent worden aangemerkt.

Op dit moment kunnen bedrijven kennismigranten uitlenen aan andere bedrijven, via uitzenden of payrollen. Door deze constructie heeft de erkend referent weinig zicht op de daadwerkelijke activiteiten en werkomstandigheden, zo constateerde de IND eerder. Het ministerie van SZW onderzoekt of er andere regels nodig zijn voor uitleners die als erkend referent optreden.

Werken moet lonen, maar hoe?

In plaats van arbeidsmigratie kiest het kabinet ervoor om de tekorten op de arbeidsmarkt te verlichten door het arbeidsaanbod te vergroten en mensen meer uren te laten werken. Het kabinet denkt dat te doen door onder meer de belasting op arbeid en de marginale druk voor middengroepen te verlagen. De Raad van State benadrukt in haar advies bij de Miljoenennota dat de beslissing om meer te werken afhangt van een samenspel van factoren. “Individuen en huishoudens maken een afweging tussen de waardering van arbeid, het gewenste inkomen, de wijze waarop zorgtaken worden vervuld (bijvoorbeeld kinderen en mantelzorg) en de behoefte aan vrije tijd.”

“Het huidige belasting- en toeslagenstelsel ontmoedigt het werken van meer uren. Om het voornemen te realiseren om meer uren werken aantrekkelijker te maken is een integrale visie nodig”, schrijft de Raad van Staat. “Dit betreft vooral het belasting, toeslagen- en socialezekerheidsstelsel en de interactie daartussen, de kinderopvang, schooltijden en verlofregelingen.”

Lees ook:

Redactie van Flexnieuws - interviews, artikelen, aankondigingen en persberichten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *