"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Minimumloon 2017 januari

Minimumloon 2017 januari

Update van deze informatie: 12 november 2016

De bedragen van het wettelijk minimumloon worden per 1 januari 2017 verhoogd.
Het wettelijk minimumloon voor werknemers van 23 jaar en ouder bij een volledig dienstverband bedraagt per 1 januari 2017:

– minimum maandloon: € 1.551,60
– minimum weekloon: € 358,05
– minimum dagloon: € 71,61

Bron: Staatscourant, nr 60172, 11 november 2016


Totstandkoming minimumloon
Uitgangspunt van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) is dat de algemene welvaartsontwikkeling zo mogelijk ook tot uitdrukking moet komen in de inkomens van werknemers met een minimumloon en uitkeringsgerechtigden. Dit uitgangspunt is vervat in de hoofdregel van artikel 14 van de WML, dat uitgaat van een koppeling van het minimumloon en de sociale uitkeringen aan de gemiddelde contractloonontwikkeling.
Afwijking van de hoofdregel is mogelijk indien sprake is van een bovenmatige loonontwikkeling dan wel volumeontwikkeling in de sociale zekerheidsregelingen (artikel 14, vijfde lid, WML). De toelichting bij dit artikel geeft aan dat de afwijkingsgronden actueel zijn indien de verhouding tussen inactieven en actieven, de zogenaamde i/a-ratio, de daarvoor geldende norm overschrijdt. Op grond van de Macro-Economische Verkenning (MEV) 2017 lijkt dit voor 2017 niet het geval te zijn.
In artikel 14, eerste tot en met derde lid, van de WML, wordt de aanpassing van het minimumloon geregeld. Hierbij wordt uitgegaan van het gemiddelde van de procentuele ontwikkeling van de contractlonen in de marktsector, gepremieerde en gesubsidieerde sector, en bij de overheid, zoals dat door het CPB wordt berekend.
Het aanpassingspercentage is, conform hetgeen wettelijk is geregeld, als volgt vastgesteld. Uitgangspunt is de helft van de CPB-raming voor de contractloonstijging in 2017 zoals deze is gepubliceerd in de MEV 2017. Dit is 0,5 x 1,599 = 0,800. Dit bedrag wordt aangepast aan het zogenaamde na-ijleffect uit 2016 (artikel 14, eerste lid, onder b). Dat is het verschil tussen de ontwikkeling van de contractlonen zoals deze voor het voorgaande jaar, blijkens bekendmaking in het Centraal Economisch Plan in dat jaar, was geraamd en de ontwikkeling van de contractlonen zoals deze voor het voorafgaande jaar blijkens bekendmaking in de Macro-Economische Verkenning in dat jaar, nader is geraamd. Dit verschil bedraagt 0,137. Het onafgeronde aanpassingspercentage komt daarmee op 0,936. Dit wordt vermenigvuldigd met het (onafgeronde) wettelijk minimumloon zoals berekend voor de aanpassing per 1 juli 2016.
Na wettelijke afronding bedraagt het wettelijk minimumloon per 1 januari 2017 € 1.551,60 per maand, € 358,05 per week en € 71,61 per dag. Het aanpassingspercentage na afronding is 0,94.


Wettelijk minimumjeugdlonen per 1 juli 2016
De minimumlonen voor mensen jonger dan 23 jaar zijn per 1 juli 2016 als volgt:

Wettelijk minimumjeugdlonen per 1 januari 2017
Wettelijk minimumjeugdlonen per 1 januari 2017, bron Staatscourant, nr 60172

Minimumloon en arbeidsduur
Volgens artikel 12 van de WML is indien de werkgever en werknemer een kortere arbeidsduur zijn overeengekomen dan de gebruikelijke arbeidsduur, het minimum(jeugd)loon naar evenredigheid lager. Dit is bijvoorbeeld het geval bij deeltijdarbeid.
De minimumloonbedragen worden uitgedrukt per maand, per week en per (werk)dag. Een landelijk wettelijk minimumuurloon kent de wet niet. Het uurloon kan per sector verschillen, afhankelijk van het aantal uren dat als normale arbeidsduur geldt. Onder normale arbeidsduur wordt verstaan de arbeidsduur die in overeenkomstige arbeidsverhoudingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te zijn, zoals deze bijvoorbeeld in de desbetreffende sector is afgesproken. In de meeste cao’s is deze arbeidsduur voor een fulltime dienstverband gesteld op 36, 38 dan wel 40 uur per week.
Naar aanleiding van een toezegging aan de Tweede Kamer worden de afgeleide minimumuurlonen bij deze gebruikelijke arbeidsduren in de toelichting gepubliceerd.1 Onderstaand schema geeft de afgeronde brutobedragen per uur aan, berekend op basis van het wettelijk minimumweekloon bij een arbeidsduur van resp. 36, 38 en 40 uur per week. Slechts de bedragen vastgesteld in artikel 1 van deze regeling zijn rechtens geldig.
Afgeleid bruto minimumloon per uur na afronding (naar boven) per 1 januari 2017 bij een gebruikelijke arbeidsduur van 36, 38 en 40 uur is gepubliceerd in de volgende tabel. Hierbij wordt bij de afronding gebruik gemaakt van een afronding naar boven, om te voorkomen dat er onbedoeld een betaling ontstaat die lager is dan het wettelijk minimumloon zoals vastgesteld in artikel 1 van deze regeling. Hierbij dient te worden vermeld dat slecht de vastgestelde bedragen in artikel 1 van deze regeling het wettelijk minimumloon betreffen.
Bruto minimumloon per uur per 1 januari 2017 bij een normale arbeidsduur voor een fulltime dienstverband van:

Bruto minimumloon per uur per 1 januari 2017
Bruto minimumloon per uur per 1 januari 2017, bron: Staatscourant, nr 60172

Bruto minimumloon per uur

Bron: Staatscourant nr 60172, 11 november 2016


Berekening minimum uurlonen in FlexService

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gehoor gegeven aan de langjarige oproep van software-leverancier FlexService om de minimum uurlonen naar boven af te ronden. Er zijn daarom geen verschillen meer mogelijk tussen de door dat ministerie gepubliceerde minimum uurlonen en de door FlexService gehanteerde minimum uurlonen.


Minimumloon 2016 juli

> Lees ook de informatie over minimumloon per 1 juli 2016

Hinke Wever is een creatieve verbinder van werk- en levensterreinen. Ze was als redacteur vanaf de start betrokken bij FlexNieuws.