Wim Davidse 1 mei 2025 2 reacties Print Economie groeit in Q1, flexibele schil krimpt, uitzenden en detacheren het hardstTwee weken vroeger dan gebruikelijk kwam het Centraal Bureaus voor de Statistiek (CBS) al op de laatste dag van april met veel Q1-cijfers. Het leverde een verwarrende mêlee van feiten op, waarin de economie nog steeds mooi groeide, de werkgelegenheid nog een beetje, maar de werkloosheid ook, en de flexibele schil voor de derde keer op rij niet. En wat gebeurde daarbinnen met de zzp’ers? Dat blijkt ondanks de gestarte handhaving de flex-component met de kleinste krimp.De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2025 met +2,0% gegroeid ten opzichte van een jaar eerder; de sterkste groei in twee jaar. De werkgelegenheid in termen van de werkzame beroepsbevolking (dus het aantal personen tussen 15 en 75 jaar oud) is met +0,1% gegroeid, en de werkloosheid is in Q1 heel licht opgelopen naar 3,8%. De inflatie kwam gemiddeld uit op 3,6%, en lijkt inmiddels ook nogal stabiel. De werkloosheid groeide ondanks de nog steeds groeiende werkgelegenheid: omdat de potentiële beroepsbevolking (iedereen tussen 15 en 75 jaar oud, dus ook de niet-werkenden) nu nog steeds (een klein beetje) groeit plus de bruto arbeidsparticipatie (iedereen uit de potentiële beroepsbevolking die daadwerkelijk werkt of wil en kan werken maar geen werk heeft) die sinds oktober 2024 weer licht is gegroeid (nu 76,0%). Belangrijke kanttekening: de prognose is dat tot 2030 de nu al historisch kleine groei van de potentiële beroepsbevolking tot stilstand komt en dan gaat krimpen… Meer binding, zzp’ers vluchten nog niet naar detachering De werkzame beroepsbevolking groeide in Q1 naar 9,78 miljoen personen (niet-seizoensgecorrigeerd), en als je die bijna 10 miljoen mensen uitsplitst naar hun contractvormen, ontstaat het volgende beeld. Het aantal werkenden met een vast contract is gestegen naar 5,555 miljoen, de totale flexibele schil – die verschillende contractvormen omvat, zoals oproepkracht, uitzendkracht en zzp’er – is gekrompen naar 3,704 miljoen personen. Zo had in Q1 van 2025 55,8% van alle werkenden een vast contract (dat is nog zelden voorgekomen, dus relatief hoog) en zat 37,9% in de flexschil. Brengen we per kwartaal de jaar-op-jaar mutaties in beeld, dan ontstaat het volgende beeld. Het aantal werkenden met een vast contract is in Q1 met +96.000 gegroeid ten opzichte van een jaar eerder (ofwel +1,8%), het aantal werkenden in de interne flexibele schil (o.a. werknemers met een tijdelijk contract en oproepkrachten) is met -45.000 afgenomen (dat is -1,9%), het aantal uitzendkrachten & gedetacheerden (in de statistieken niet nader te splitsen) is met -12.000 afgenomen (dat is -3,4%) en het aantal zzp’ers eigen arbeid (ea) met -17.000 (dat is -1,6%). Procentueel is het aantal zzp’ers ea dus het minst gekrompen, als onderdeel van de totale flexibele schil. Het was wel de eerste jaar-op-jaar krimp sinds Q3 2014. Aan de tegengestelde ontwikkeling van het aantal vaste contracten en de flexibele schil te oordelen, gaven werkgevers er in Q1 de voorkeur aan een toenemend aantal werkenden aan zich te binden. Logisch, gezien de voortdurende krapte van de arbeidsmarkt; wellicht wat minder logisch, gegeven alle turbulentie in de wereld om ons heen. Al met al zakte het aandeel uitzendkrachten en gedetacheerden naar 3,5% van de werkzame beroepsbevolking, van 3,7% in Q4 en 3,7% een jaar eerder. In Q3 2021 was dat nog 4,8% en de piek lag ooit in het laatste kwartaal van 2016: 5,4%. Het aandeel zzp’ers ea kwam in Q1 uit op 10,8%, na de historische piek van 11,1% in het laatste kwartaal van afgelopen jaar. Een trendbreuk? Zo’n kwartaal-op-kwartaal daling is duidelijk niet ongebruikelijk, maar het zou best kunnen, met al die politieke druk op zzp’en. Voorlopig kunnen we op grond van al deze cijfers nog niet concluderen dat zzp’ers voor de handhavende Belastingdienst in de flexibele armen van uitzend- en detacheringsbureaus vluchten. De uren zijn nog wat heftiger De voorgaande cijfers betreffen de aantallen personen, en zeggen niets over de mate waarin zij full- of parttime werken. Daarom is het extra interessant om naar de ontwikkeling van de aantallen gewerkte uren te kijken, die van de totale Nederlandse economie naast die van de Nederlandse flexbranche (met de statische Standaard BedrijfsIndeling (SBI) code 78). De urenontwikkeling van een deel van de flexbranche kenden we dankzij de ABU Marktmonitor al. Nu blijkt uit de CBS-cijfers dat de totale flexbranche net zo hard is gekrompen als die ABU Marktmonitor: -7% minder uren dan een jaar eerder (in Q4 was die krimp nog -4,7%). Ofwel: nog 199 miljoen uren, het laagste aantal in 9 jaar tijd, zelfs tijdens de corona-lockdown… De urenkrimp gaat daarmee wel wat harder dan ik in mijn vooruitblik voor 2025 verwachtte. Desalniettemin voorzie ik dat flexbureaus cruciaal zullen zijn in een turbulente wereld, een transformerende wereld, met een krappe arbeidsmarkt, om mensen te kunnen blijven vinden, bereiken, raken en heralloceren. Meer weten over dit onderwerp? Wim Davidse is een van de keynote sprekers op het FlexNieuws event voor ondernemers. CBS, Flexibele schil, handhaving, werkloosheid Print Over de auteur Over Wim Davidse Wim Davidse is director Trends & Insights bij ZiPmedia en toekomstverteller en strategisch prestatie-adviseur. Bekijk alle berichten van Wim Davidse
Goedemiddag Wim, In de tabel aantal werkenden v/f/z Q1 2025 vertegenwoordigt de (lichtgroene) groep oproep / invalkrachten 956.000 mensen, terwijl de (gele) groep uitzenden / detacheren 345.000 mensen omvat. Voor mij is niet duidelijk hoeveel van de 956.000 oproep / invalkrachten werkzaam zijn op basis van een uitzendovereenkomst. Indien zij inderdaad werkzaam zijn op basis van een uitzendovereenkomst zou de groep uitzenden / detacheren dus groter zijn en de groep oproep / invalkrachten kleiner. Cijfers laten in ieder geval zien dat relatief veel mensen werkzaam zijn op basis van een oproepovereenkomst. Op welke contractbasis zijn zij -naast een uitzendovereenkomst- werkzaam? Kun jij bovenstaande toelichten? Beantwoorden
Ha Wil, Dank je voor je vraag. De genoemde aantallen personen per contractvorm komen uit de CBS-statistieken en staan voor de personen die in die juridische vorm hun hoofdbaan hebben. Dus het zou kunnen dat een oproepkracht (als zodanig in dienst bij een werkgever en niet ter beschikking gesteld aan een opdrachtgever/inlener) ook nog een relatief beperkt aantal uren als uitzendkracht/gedetacheerde (als zodanig in dienst bij een bemiddelaar en ter beschikking gesteld aan een opdrachtgever/inlener) werkt, of omgekeerd, maar dat wordt niet bijgehouden. (Zzp’ers die dat als nevenbaan doen, worden wel geteld: naast de getoonde zzp’ers eigen arbeid als hoofdbaan, zijn er ook nog eens ruim 550.000 zzp’ers die dat als nevenbaan doen.) Dus die 956.000 oproepkrachten zijn geen uitzendkrachten en die 345.000 uitzendkrachten zijn geen oproepkrachten. (Het zal wel zijn dat een uitzendkracht meerdere uitzendbanen per kwartaal/jaar heeft: er zijn bijna 2x zoveel uitzendbanen als uitzendkrachten in de CBS-statistieken.) Beantwoord dit je vraag? Groet! Wim Beantwoorden