"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

‘Met aanscherping Kennismigrantenregeling wordt volledige branche incompetent verklaard’

Ineens is de al twintig jaar bestaande Kennismigrantenregeling na een jaarverslag van de Arbeidsinspectie begin dit jaar nieuwswaardig. Omdat bij een uitleenconstructie het direct toezicht van de feitelijke werkgever ontbreekt, zou deze gevoelig zijn voor misbruik, zo viel te lezen. Feitelijk wordt hiermee een volledige branche incompetent verklaard, schrijft Gijs Notté, managing director bij Ravecruitment, dat hoogwaardig, professioneel talent in technologie werft.

In maart van dit jaar publiceerde de Arbeidsinspectie haar jaarverslag 2023. De focus lag hierbij op de kennismigrantenregeling. In het daarbij horende nieuwsbericht was het volgende te lezen “Deze regeling geeft werkgevers de mogelijkheid om op eenvoudige en snellere wijze werknemers aan te trekken van buiten de Europese Unie met specialistische en hoogwaardige kennis. Maar in de praktijk komen inspecteurs van de Arbeidsinspectie kennismigranten tegen die kapper, kabellegger, horecamedewerker, nagelstylist of payroller zijn”

Gevoelig voor misbruik

De Kennismigrantenregeling, die in stilte al 20 jaar tot grote tevredenheid van werkgevers en kennismigranten bestaat, was ineens nieuwswaardig. Gevoed door de huidige sentimenten, berichten de media “kennismigranten werken in shoarmazaak of kassen”,  “ook kappers en kabelleggers werken als kennismigrant” en “regeling kennismigranten zo lek als een mandje”. 

Oorzaak van dit “probleem” wordt gezocht in het feit dat ook kennismigranten, zoals iedereen die gerechtigd is om in het Nederlands te werken, kunnen worden uitgeleend. Omdat bij een uitleenconstructie het direct toezicht van de feitelijke werkgever ontbreekt, zou dit gevoelig zijn voor misbruik, zo valt te lezen.

In een brief van 8 november jongstleden van minister Faber (Migratie) aan de Tweede Kamer, is uiteengezet welke maatregelen dit kabinet gaat treffen om deze misstanden aan te pakken. Daar waar je een pakket maatregelen zou verwachten, gericht op handhaving van de bestaande regels, is gekozen voor het rigoureus verbieden van het uitlenen van kennismigranten. Feitelijk wordt hiermee een volledige branche incompetent verklaard. Er zit één rotte appel in de mand, dus gooien we de hele mand maar weg, zo lijkt de gedachte. 

Arbeidsmigranten met een Europese nationaliteit

Maar rechtvaardigen de misstanden zo’n verbod wel? In het rapport staat dat er in de periode 2018-2023 in totaal 42 onderzoeken zijn gedaan en bij meer dan de helft werd niet of niet volledig aan het salariscriterium voldaan en werden er overtredingen van de administratie- en informatieplicht geconstateerd. Daar waar je verhalen verwacht over kennismigranten die als nagelstylist onder erbarmelijke omstandigheden moeten werken, blijken de misstanden vooral van administratieve aard te zijn.

Deze misstanden zijn er natuurlijk wel, echter komen die hoofdzakelijk voor in de groep arbeidsmigranten met een Europese nationaliteit. Een groep die bijna 10 keer groter is dan de kennismigranten, maar voor deze groep geldt dan weer geen uitleenverbod. Het rapport leert ons verder dat op 1 januari 2024 er zo’n 90.000 kennismigranten in Nederland werkzaam waren, waarvan 7% via een uitleenconstructie. Ter vergelijk; het aandeel flexibele arbeid op de totale beroepsbevolking bedroeg in het 3e kwartaal van 2024 nog 42%

Het is kortom een weinig creatieve oplossing voor een marginaal administratief probleem. Deze “oplossing” brengt daarentegen wel de nodige nadelige effecten met zich mee, waarbij ik me afvraag of deze gevolgen zorgvuldig zijn meegewogen bij de totstandkoming van dit verbod. Ik zet er een paar op een rij:

  • de carrièrekansen van kennismigranten, maar ook van niet Europese afgestudeerde studenten in een zoekjaar, worden drastisch ingeperkt. Zij kunnen dan alleen nog maar werken bij bedrijven die erkend referent zijn. Dit is minder dan 0,5% van alle bedrijven in Nederland. In een markt waar landen vechten om hoogopgeleid internationaal talent, zal dit een belangrijk argument worden om niet voor Nederland te kiezen.
  • het wordt straks dus onmogelijk om kennismigranten in te zetten in de flexibele schil voor bedrijven. Daar waar bedrijven behoefte hebben aan tijdelijke specifieke kennis en kunde, kan dus geen beroep meer worden gedaan op de kennismigrant
  • bedrijven die om strategische reden hun HR- en salarisadministratie uitbesteden, omdat ze bijvoorbeeld geen entiteit (meer) in Nederland hebben, zullen afscheid moeten nemen van hun kennismigranten.
  • De groeiende groep digitale nomaden die Nederland om uitlopende redenen kiezen als “safe haven” en hier dus veilig voor een niet in Nederland gevestigd bedrijf willen werken, zullen op zoek moeten gaan naar een ander land.

En voor zover Faber bovenstaande gevolgen wel heeft meegewogen in haar voorgenomen besluit, zullen hiermee de (mogelijke) risico’s niet verdwijnen. In haar brief naar de kamer van 8 november 2024, worden deze opgesomd:

  1. Individuen, al dan niet vermogend, die niet in Nederland wonen en/of werken en via uitleenconstructies een verblijfsvergunning verkrijgen. 
  2. ‌ Gesanctioneerde bedrijven met strafrechtelijk veroordeelde bestuurders die via uitleenconstructies zonder adequate controle migranten in dienst nemen. 
  3. ‌ Misbruik door statelijke actoren waarbij ongewenste kennis- en technologieoverdracht gefaciliteerd kan worden door middel van uitleenconstructies. 
  4. ‌ Bedrijven waarvan de aanvraag om erkenning als referent is afgewezen of het erkend referentschap is ingetrokken dan wel geschorst en door middel van uitleenconstructies toch kennismigranten in dienst kunnen nemen. 
  5. ‌ Uitleners die tegen betaling assisteren bij het opzetten van schijnconstructies, zoals schijnwerknemerschap terwijl de vreemdeling zelfstandig ondernemer is. 
  6. ‌ Misstanden waarbij kennismigranten onder slechte omstandigheden werken of het overeengekomen loon niet betaald krijgen. De driehoeksverhouding zorgt ervoor dat er geen goed zicht is op waar de vreemdelingen daadwerkelijk aan de slag zijn en wat hun daadwerkelijke activiteiten en arbeidsomstandigheden zijn. Dit maakt kennismigranten daardoor kwetsbaar. 

Voor kwaadwillende partijen zijn de punten 1 t/m 5 eenvoudig te omzeilen. Bij de herziening van de Europese Blauwe Kaart die dit jaar in Nederland is geïmplementeerd, zijn namelijk de toelatingscriteria grotendeels gelijk getrokken met de kennismigrantenvergunning. Partijen die dus het systeem willen misbruiken, zullen derhalve voor hun “kenniswerkers” een Blauwe Kaart aanvragen aangezien hier geen uitleenverbod op rust. En zoals eerder aangeven, komen de misstanden in punt 6 met name voor bij (laaggeschoolde) arbeidsmigranten, waarvoor het uitleenverbod niet geldt.

Daarbij zal het voorgenomen besluit leiden tot een aanzienlijke hoeveelheid extra werk bij de IND. Zowel het aantal aanvragen voor erkend referentschap en voor de Europese Blauwe Kaart zal explosief toenemen. Aanvragen die ook nog eens een grotere administratieve last met zich meebrengen in vergelijking met de kennismigranten aanvraag. Iedereen ziet aankomen dat het IND-apparaat in dat geval volledig gaat vastlopen, met alle gevolgen van dien.

Met de manier waarop minister Faber deze uitdaging aanpakt, vrees ik dat we op termijn volledig buiten de top-10 zullen vallen.

Flexnieuws geeft ruimte aan auteurs die een artikel willen plaatsen op Flexnieuws.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *