Wim Davidse 8 februari 2018 0 reacties Print We zitten in een nieuwe industriële revolutie – wat betekent dat voor flexibiliteit?In HRM- en flexland gaat het al een aantal jaren over Total Talent Management – en terecht. Vast en flexibel personeel geïntegreerd managen is voor iedereen die bedrijfsmatige optimalisatie nastreeft een absolute no-brainer. Waarmee natuurlijk niet gezegd is dat dit TTM simpel is. En nog minder dat het al breed gebruikelijk is. Maar ik ga nog verder: TTM is noodzakelijk, maar niet voldoende. Total Talent Management is proces-, systeem- en als het meezit ook strategie-georiënteerd, maar de vermaarde HR-goeroe Josh Bersin kondigde een paar jaar geleden al aan dat we nog verder moeten gaan: naar Total Employee Management. Daarin krijgen ook leiderschap, cultuur, ‘fit’, employee engagement en empowerment een rol. En dan hebben we het nog niet eens gehad over ook belangrijke, meer markt- en klantgerichte kwaliteiten als customization en innovatievermogen. In de huidige revolutie is het allemaal belangrijk Het is allemaal belangrijk, zeker nu we zijn begonnen aan de vierde Industriële Revolutie. De eerste Industriële Revolutie begon omstreeks 1800 met de toepassing van waterkracht, steenkool en staal; de tweede rond 1870 met de toepassing van elektriciteit, arbeidsdeling en massaproductie; de derde rond 1970 met de toepassing van IT in producten en processen. In de huidige revolutie worden mens, materie, ecologie en technologie steeds meer onderling afgestemd – en zullen zelfs versmelten In de huidige revolutie worden mens, materie, ecologie en technologie steeds meer onderling afgestemd – en zullen zelfs versmelten. Big data & analytics, robotisering, the internet of things, machine learning, artificial intelligence, augmented & virtual reality, chat- en andere bots, vision & voice, wearables, 3D-printing, en drones zijn daar nog maar een eerste proeve van. Nieuwe technologie kan niet zonder nieuwe organisatie De geschiedenis leert ons dat nieuwe technologie niet kan zonder nieuwe organisatie. Leidende thema’s daarin waren de afgelopen decennia: kwaliteit, efficiency, flexibiliteit, snelheid, assertiviteit, customer centricity, samenwerking, zelfsturing, innovatie, en wendbaarheid. Dit is vandaag de dag de communis opinio: we moeten wendbaar zijn, weerbaar, vloeibaar, adaptief, innovatief, agile, lean – flexibel dus. De nieuwe integrale flexibiliteit wordt ook een versmelting, maar hier van alle genoemde organisatiethema’s, inclusief de nog ontbrekende employee engagement-focus. The genius of the AND We moeten leren ondernemen en organiseren volgens de regels van de integrale flexibiliteit. In een omgeving met veel turbulentie (veel veranderingen, veel-eisendheid en veel verscheidenheid) moeten we niet kiezen, maar combineren. Verschillende uitgangspunten, doelen en belangen. Niet denken in tegenstellingen, maar in paradoxen, en die managen. Niet: klantentevredenheid óf risicobeheersing, maar: allebei Dus niet: kostenbeheersing óf innoveren, maar: kostenbeheersing én innovatie. Niet: klantentevredenheid óf risicobeheersing, maar allebei. Niet: groeien óf employee engagement, niet: bevlogen medewerkers óf flexibiliteit, niet: operational excellence óf aantrekkelijk werkgeverschap, maar steeds: het één én het ander. ‘The genius of the AND’. En dan – bam! – daar is de verandering Op de vraag ‘Hoe ging u failliet?’ antwoordde de grote Amerikaanse auteur Ernest Hemingway: “Two ways. Slowly, and then suddenly”. Veranderingen hebben een lange opbouw in een periode waarin er ogenschijnlijk niets wezenlijks gebeurt, en dan – bam! – breken ze ineens breed door. Aan het begin van deze eeuw noemde de wetenschapsjournalist Malcolm Gladwell dat het Tipping Point. Met trends die grondig op je business ingrijpen, gaat het net als met het faillissement van Hemingway. Dus als het goed is, ben je niet compleet verrast als er zaken fundamenteel veranderen – ineens, maar niet onverwacht – want je hebt geregeld goed gekeken, mogelijke nieuwe scenario’s doorgenomen en je daarop al lichtjes voorbereid. Onderschat én overschat De impact van nieuwe technologieën, wensen en gedragingen wordt vaak overschat op de korte termijn, maar onderschat op de lange termijn. Sinds 1995 heeft onze economische groei zich geconcentreerd rond consumeren (retail & logistiek), financialization (de opkomst van de rol van de financiële dienstverlening), flexibilisering (de opkomst van de flexbranche), service-outsourcing (de opkomst van schoonmaak, catering en beveiliging en kennisintensieve zakelijke dienstverlening), ICT & telecom en zorg (de in 2005 begonnen ‘grijsplosie’). De impact van nieuwe technologieën, wensen en gedragingen wordt vaak overschat op de korte termijn, maar onderschat op de lange termijn Gemak, service, personalisering én beleving zijn basisvoorwaarden geworden. Het moet óf heel goedkoop zijn óf het mag wat kosten, maar het moet sowieso bijzonder, eerlijk en verfrissend zijn. Van veel dingen prefereren we inmiddels toegang en delen boven bezit. Al klaar voor de Digitale Kanteling? Het lijkt erop dat alles nu klaar staat voor de Digitale Kanteling. De gigantische mogelijkheden van mobile, analytics, cloud en andere nieuwe technologieën worden breed en snel ingebed en ingezet. Voor de komende jaren mogen we rekenen op een blijvend sterke groei van deze sectoren. Financialization wordt vervangen door de groene & grijze maakindustrie, gericht op integrale verduurzaming respectievelijk langer gezonder leven. Alles voorzien van een dikke saus van high tech & high touch. De rol van flex zal in deze ‘Newconomy‘ fundamenteel veranderen. In landbouw en industrie is automatisering al vergevorderd De Nederlandse flexschil omvat nu zo’n 35% van alle werkenden. Is dat veel? Internationaal gezien zeker. Dus naar minder flex? Of toch niet? Op grond van data van CBS, CPB, Ecorys en ADP kan gesteld worden dat 55% van de Nederlandse werkers méér flex wil! Helaas moeten we ook constateren dat maar 14% van alle werkenden een blije flexer is (al is volgens Gallup sowieso maar 9% van alle Nederlandse werkenden fully engaged). Op grond van data van CBS, CPB, Ecorys en ADP kan gesteld worden dat 55% van de Nederlandse werkers méér flex wil! Maar waarschijnlijk gaat het niet alleen om blij of gelukkig. Automatisering is in de landbouw en de industrie – de zogenoemde primaire en secundaire sector – al lang gemeengoed, en feitelijk hét kenmerk van de industriële revolutie. Maar in de tertiaire en quartaire sectoren – profit-dienstverlening en not for profit-sectoren – en in service- en ondersteunende processen is automatisering nog steeds moeizaam. Dan dus maar flexwerkers inzetten om zo goed mogelijk eventuele ups & downs in de bedrijfsdrukte op te vangen en de capaciteit van de belangrijke kostenpost (medewerkers) mogelijk te benutten, en zo de productiviteit zo hoog mogelijk te krijgen. De automatiseringsimpasse als boosdoener voor de Flexplosie Zeker de afgelopen 10 jaar is de flexgroei bijna volledig te danken aan die service-sectoren en -beroepen. De continue behoefte van organisaties – profit én not for profit – om de productiviteit te verhogen, en daar onvoldoende succesvolle automatisering voor kunnen vinden – de automatiseringsimpasse – zit dus achter de Flexplosie. Maar alle technologieën van de vierde Industriële Revolutie beginnen nu ook ‘echt mensenwerk’ – de niet-routinematige manuele en de routinematige cognitieve taken – te vervangen. Met alle gevolgen van dien voor flexwerk. Extreem ver doorgevoerde individualisering De vierde Industriële Revolutie wordt ook gekenmerkt door extreem ver doorgevoerde individualisering. Die ontwikkeling is natuurlijk bepaald niet nieuw – je zou kunnen zeggen dat ‘de individuele mens’ sinds het in de 14de eeuw opkomende Humanisme al steeds meer aandacht, ruimte, rechten, middelen, en vermogens heeft gekregen. Maar de individualisering is de laatste decennia steeds sterker geworden en komt nu in een stroomversnelling terecht. De individualisering is de laatste decennia steeds sterker geworden en komt nu in een stroomversnelling terecht. Nadat de eerste Industriële Revolutie onze productiecapaciteit enorm vergrootte, onze vooruitgang sterk stimuleerde, en onze welvaart en ons welzijn stuwde, werden eerst de massaproductie en daarna de bureaucratie en de democratie uitgevonden en ingevoerd om die revolutie zoveel mogelijk te kunnen benutten en faciliteren. Dat begon te schuren Maar aan het eind van de vorige eeuw begon de grootschalige, passieve, paternalistische eenvormigheid langzaam maar zeker te schuren en plaats te maken voor dienstverlening, participatie en customizing en voor beleving, co-creatie en ontplooiing. Met onze hedendaagse niveaus van welvaart, kennis, welzijn en technologische mogelijkheden gaat de ontwikkeling van individual centricity – oftewel: iCentricity – wederom naar een volgend, hoger niveau. De mens (consument-burger-werker) is bezig het middelpunt van alles te worden De mens (consument-burger-werker) is bezig het middelpunt van alles te worden. Die mens wil gehoord worden, invloed hebben, geholpen, verwend, verrast en uitgedaagd worden, ertoe doen, erbij horen, een bijdrage leveren, lol beleven, zich niet schikken maar alles op zijn/haar manier doen, niet wachten en niet verveeld worden, groeien, op haar/zijn krachten, interesses, ontdek- en leerwensen ingezet worden. Meer menselijkheid, dus meer flex? Al in 2016 ontdekte Mercedes-Benz dat de productierobots alle individuele wensen van hun klanten niet aankonden. De autoproducent besloot daarom het legertje robots weer naar buiten te rollen en de mensen weer naar binnen. Meer customization, dus méér flex? Dit artikel is ook gepubliceerd op ZiPconomy. flexibel organiseren Print Over de auteur Over Wim Davidse Wim Davidse is director Trends & Insights bij ZiPmedia en toekomstverteller en strategisch prestatie-adviseur. Bekijk alle berichten van Wim Davidse