Redactie FlexNieuws 27 juni 2025 0 reacties Print Eén op de vijf migranten benut arbeidspotentieel nietRuim 330.000 migranten staan langs de kant van de arbeidsmarkt. Dat is drie procent van de totale werkzame bevolking en ruim driekwart van het aantal openstaande vacatures. Betere benutting van dit arbeidspotentieel levert winst op voor de migrant, werkgever én samenleving.In Nederland is het arbeidspotentieel van zo’n 330.000 migranten tussen de 25 en 65 jaar onbenut. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Adviesraad Migratie. Deze groep vormt een vijfde van alle migranten in deze leeftijdscategorie. Het gaat om mensen die niet of nauwelijks deelnemen aan betaald werk, terwijl vergelijkbare Nederlanders zonder migratieachtergrond dat wel doen. Het beter benutten van dit arbeidspotentieel levert volgens de adviesraad brede maatschappelijke winst op. Onder arbeidsdeelname wordt verstaan het aandeel van de potentiële beroepsbevolking dat betaald werk heeft in loondienst of als zelfstandige. Het onbenut arbeidspotentieel van migranten is het verschil in arbeidsdeelname tussen migranten en overeenkomstige Nederlanders zonder migratieachtergrond. Asielmigranten vormen helft onbenut potentieel Het onbenut potentieel is relatief het grootst onder vrouwen, migranten van 45 jaar en ouder, en met asiel- en gezinsmigranten van buiten de EU. Vrijwel de helft van het onbenutte potentieel bestaat uit asielmigranten, Oekraïense ontheemden en hun gezinsleden. Gekeken naar herkomstland is bijna veertig procent afkomstig uit drie landen: Turkije, Marokko en Syrië. Lees ook: CBS: Een op de 10 ondernemers ziet arbeidsmigratie als oplossing voor arbeidsmarktkrapte “Als we meer migranten aan het werk krijgen, slaan we drie vliegen in één klap. Migranten krijgen een hoger inkomen en meer welzijn, werkgevers kunnen gemakkelijker in hun personeelsbehoefte voorzien, en de samenleving profiteert van minder uitgaven aan sociale uitkeringen en hogere belastinginkomsten,” zegt Monique Kremer, voorzitter Adviesraad Migratie. Grootste verschillen bij asiel- en gezinsmigranten Tussen migranten met verschillende migratiemotieven bestaan grote verschillen in arbeidsdeelname. Onder asielmigranten ligt het onbenutte arbeidspotentieel het hoogst (44%), en bij vrouwen nog hoger dan bij mannen. Bij Oekraïense ontheemden bedraagt het 32 procent. Onder gezinsmigranten van buiten de EU/EFTA is het onbenutte potentieel ook hoog met bijna 21 procent. Arbeidsmigranten, zowel van binnen als buiten de EU, vormen hierop een uitzondering: daar is geen onbenut arbeidspotentieel. Zij zijn gemiddeld zelfs actiever op de arbeidsmarkt dan Nederlanders zonder migratieachtergrond. Langer verblijf helpt, maar niet altijd Bij de meeste migrantengroepen stijgt de arbeidsdeelname naarmate zij langer in Nederland verblijven. Toch blijft het onbenutte potentieel bij asiel- en gezinsmigranten ook na tien jaar hoog. Er lijkt sprake van een kwalitatieve onderbenutting van werkende migranten, doordat hun competenties niet volledig worden benut. Lees ook: Versnel BSN-registratie zodat asielzoekers kunnen werken De helft van de werkende migranten heeft een flexibel contract, tegenover een derde van de Nederlanders zonder migratieachtergrond. Naarmate migranten langer in Nederland verblijven neemt het aandeel met een flexibel contract sterk af. Asielmigranten vormen een uitzondering: na tien jaar heeft nog steeds zeventig procent een flexibel contract. Ook verdienen migranten vaker een laag uurloon, van maximaal dertig procent boven het wettelijk minimumloon. Vrouwelijke migranten verdienen gemiddeld minder dan mannelijke. Alleen kennismigranten wijken hiervan af en verdienen minder vaak een laag loon dan een gemiddelde werknemer. Werkende asielmigranten en Oekraïense ontheemden hebben het vaakst een laag loon. Meer uren, minder zelfstandig Opvallend is dat migranten gemiddeld meer uren per week werken dan Nederlanders. Vooral vrouwelijke migranten werken vaak meer uren dan Nederlandse vrouwen zonder migratieachtergrond (waarvan ongeveer tweederde in deeltijd werkt). Zelfstandig ondernemerschap komt echter minder vaak voor: elf procent van de migranten is zelfstandig, tegenover zeventien procent van de Nederlanders zonder migratieachtergrond. Een goede opleiding en kennis van de Nederlandse taal zijn volgens het rapport de belangrijkste factoren die het onbenutte arbeidspotentieel verkleinen. Maar ook andere factoren kunnen een rol spelen, zoals erkenning van buitenlandse diploma’s, (opvattingen over) de rolverdeling tussen mannen en vrouwen en discriminatie. Drie routes naar beter benut potentieel Het rapport bevat diverse aanbevelingen om het arbeidspotentieel van migranten beter te benutten: Benut talenten. Geef meer beleidsaandacht aan migranten die al in Nederland zijn, vooral aan vrouwen, 45-plussers en asiel- en gezinsmigranten van buiten de EU. Focus op groepen met het grootste onbenutte potentieel voor de grootste impact. Investeer in onderwijs en taal. Taalvaardigheid en scholing zijn cruciale sleutels tot betere arbeidsmarktkansen. Erkenning van buitenlandse diploma’s, met name bij vrouwen, verhoogt de arbeidsdeelname. Versnel bemiddeling naar werk. Versnel de toetreding tot de arbeidsmarkt, vooral bij asiel- en gezinsmigranten. Richt beleid op beide partners binnen een huishouden en ga in gesprek met niet-werkende vrouwen over wat zij nodig hebben om te kunnen werken. Aandacht voor werkgeversrol in vervolgonderzoek Het rapport is gebaseerd op cijfers van het CBS en SCP en maakt deel uit van het adviestraject ‘Talenten benutten: migranten en betaald werk’, dat de adviesraad op eigen initiatief uitvoert. Hoewel dit rapport zich richt op migranten zelf, ziet de Adviesraad Migratie ook een belangrijke rol voor werkgevers. Waarom benutten zij de competenties van migranten onvoldoende? Welke belemmeringen ervaren zij? Dat wordt onderwerp van vervolgonderzoek. arbeidsmigranten, Kennismigranten, migranten Print Over de auteur Over Redactie FlexNieuws Redactie van Flexnieuws - interviews, artikelen, aankondigingen en persberichten. Bekijk alle berichten van Redactie FlexNieuws