NBBU 1 april 2025 0 reacties Print Afscheidsinterview Brigitte van der Burg: ‘Ik hou van de can do-mentaliteit van ondernemers’Na 8 jaar neemt Brigitte van der Burg in maart afscheid als voorzitter van de NBBU. Van der Burg heeft de vereniging in die jaren mee helpen opbouwen tot niet meer weg te denken speler op de flexibele arbeidsmarkt. In alles benadrukt Van der Burg het belang van de ondernemers die lid zijn van de NBBU en de kracht van hun ondernemerschap. Dankzij de vele activiteiten van de NBBU staat het belang van professionele bemiddelaars op de flexmarkt beter onder de aandacht en op de politieke radar in Den Haag. Laten we teruggaan naar 2017. Je kwam uit de Tweede Kamer en werd voorzitter van de NBBU. Was de overgang naar bestuurder van een branchevereniging een grote stap? In maart 2017 ben ik, na mijn periode als lid van de Tweede Kamer, voorzitter geworden. Ik werd destijds via-via benaderd of ik geen belangstelling had voor deze functie. Om meerdere redenen vond ik haar aantrekkelijk. De combinatie van ondernmerschap en mkb sprak me aan. Als voormalig voorzitter van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid had ik ervaring met de arbeidsmarkt. En ik zag dat er bij de NBBU wat te doen was. De vereniging was volop in ontwikkeling. Na goede gesprekken besloot ik ervoor te gaan. In maart van dat jaar werd ik benoemd, als opvolger van Bart-Jeroen Croll. Bij binnenkomst was er een mooi ledental en in de loop der jaren is dat flink doorgegroeid. We zitten nu op een aantal dat nodig is om echt invloed uit te kunnen oefenen. Dat is belangrijk voor de NBBU. Tegelijk waren we 8 jaar geleden een mkb-brancheorganisatie en dat zijn we gebleven. Ondanks onze sterke groei hebben we het goede weten te behouden: de goede service die we met de afdeling Juridisch Advies (destijds Servicedesk, red.) bieden aan onze leden en het persoonlijke contact met onze leden vanuit alle NBBU’ers. Toen ik binnenkwam, heb ik de nadruk proberen te leggen op het vergroten van onze politieke invloed. Ik denk dat dat goed gelukt is. We zitten nu aan alle belangrijke tafels en krijgen complimenten over kwaliteit en inhoud. Hoe was het om je als ervaren volksvertegenwoordiger in een kring van ondernemers te begeven? Het voelde als thuiskomen. Wat me bevalt aan een ondernemersvereniging als deze is dat het glas bij ondernemers altijd halfvol is. Ik was voor mijn politieke carrière ook ondernemer en bezig met het mkb, regeldruk en de arbeidsmarkt. De Kamer is een prachtige plek om te werken en ik heb het met veel plezier gedaan. Maar ondernemers zoeken altijd oplossingen. Dat is toch een andere cultuur, een ander type mens. Ik hou van de can do-mentaliteit. Je start bij de NBBU kwam in een periode waarin de vereniging volop in ontwikkeling was. Welke opdracht kreeg je mee? Volop in ontwikkeling was de vereniging zeker. En dat is in al die jaren niet veranderd. Het mooie van onze sector is dat deze altijd in beweging is en dat het in onze sector altijd gaat om mensen een passende plek op de arbeidsmarkt bieden. Juist ook voor mensen die anders geen kans krijgen om die plek te verwerven. Daarnaast hebben wij als sector te maken met een veelvoud aan wet- en regelgeving. Kijk alleen maar naar de dossiers en thema’s die voorbij zijn gekomen. Borstlap, SER-MLT, pensioenen, corona, Wet DBA, Wtta, Wet VBAR, noem maar op. Mijn opdracht was de vereniging in alle opzichten verder te professionaliseren, de invloed en reputatie van de NBBU uit te bouwen, de brede flex-strategie te realiseren en de aandacht voor elk van onze bloedgroepen in balans te houden. Dit uiteraard in goede samenspraak met de leden, het bestuur, met Marco (Bastian (directeur) red.) en het NBBU-team. Wat ik bij binnenkomst constateerde, was dat de NBBU goed was in de service naar leden, maar invloed uitoefenen, beleid maken en politieke lobby was overwegend ondergebracht bij 1 persoon. Dat is nu anders. We zitten aan alle belangrijke tafels met diverse professionals. We zijn daarnaast een club geworden van de brede flex – denk aan het zzp-keurmerk – en zijn stevig op weg om een kenniscentrum voor flexibele arbeid te worden. Deze kennis wordt gewaardeerd door leden en stakeholders. Daarnaast is de NBBU ook de NBBU-cao. Ik kreeg mee dat we altijd een cao nodig hebben, omdat dat de licence to operate is voor een belangrijk deel van onze leden. Cao-onderhandelingen zijn altijd heel ingewikkeld. Maar in 8 jaar tijd hebben we veel gerealiseerd in de positie en rechten van de uitzendkracht. Dat is uiteraard samen met de vakbonden gerealiseerd. Wat ik jammer vind, is dat de vakbonden daar echter nooit zelf trots op geweest zijn. Laat staan dat ze hun waardering in woord en daad hebben laten merken richting onze sector. Integendeel! Leden gingen daar wel altijd goed in mee, hoewel het echt wel eens spannend was. Uitzendkrachten hebben inmiddels een gelijkwaardige positie qua arbeidsvoorwaarden ten opzichte van werknemers, veel meer arbeidszekerheid en voor arbeidsmigranten geldt bovendien dat zij extra zekerheden hebben met betrekking tot betaling en recht op huisvesting bij komst naar Nederland. In een aantal opzichten hebben uitzendkrachten zelfs meer mogelijkheden om door te groeien. Onze projecten op het gebied van duurzame inzetbaarheid dragen daaraan bij. Waarin is het gelukt om een verschil te maken? We hebben tegenwind gehad op flex en zeker op flex in loondienst. Het rapport van de commissie-Borstlap en het SER-MLT zijn daar voorbeelden van. We steunen SER-MLT, omdat we vinden dat uitzendkrachten recht hebben op gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als iemand in loondienst. Maar we hebben wel flexibiliteit nodig in de markt. Mensen willen dat zelf ook. Een groot voordeel van werken als uitzendkracht is dat je in verschillende functies bij verschillende bedrijven kunt werken en zo kunt ontdekken waar je het beste past. Die tegenwind, die vooral uit de politiek en van de vakbonden komt, is er nog steeds. En toch zijn wij, leden en NBBU, verder naar elkaar gegroeid en hebben we tegen de wind in het verschil gemaakt voor veel werkenden en bedirjven. Brede flex, die wij als vereniging vertegenwoordigen, is van vitaal belang. Onze leden, mkb’ers, zijn geworteld in de samenleving. Ze zijn ondernemend en creatief en bieden oplossingen voor mensen die niet standaard in een vaste baan passen of geen vaste baan willen en voor bedrijven die flexibiliteit nodig hebben om te kunnen functioneren. Ik vind dat we er goed in slaagden tegenover die negatieve tendens een positief verhaal te laten horen. Maar toen kwam de coronacrisis… Hoe is het gelukt om die periode door te komen? Voor veel bedrijven is de coronaperiode enorm zwaar geweest. Wij besloten al snel om met onze afdeling ledenbeheer alle leden te bellen en als we ze niet bereikten te mailen. Dat werd enorm gewaardeerd, het persoonlijke contact. We vroegen niet alleen hoe het met hun bedrijf ging, maar vroegen heel bewust ook hoe het met hen als persoon ging. Wat opviel, is dat ze zelfs bij dertig procent omzetverlies of meer altijd positief waren. “Ik ga het redden.” “We gaan kijken hoe we het gaan oplossen.” Hun ondernemerschap kwam in deze moeilijke tijd in optima forma naar boven. Sommige hadden in twee weken een ander businessmodel. Andere leden waren met hun opdrachtgevers om de tafel gegaan om te kijken hoe ze de pijn konden delen. Gelukkig hebben de meesten het met hun ondernemerschap ook gered. Ik was en ben er enorm trots op om zulke leden als NBBU-lid te hebben en als NBBU-voorzitter te mogen vertegenwoordigen. Het ledental van de NBBU stabiliseerde in deze periode en op kantoor zag je vooral dat de werkwijze veranderde. Je zat thuis en alles ging via Zoom en Teams. Ook de ledenvergaderingen. Dat is lastig, want je ziet mensen niet. Je mist daardoor een dimensie, je voelt niet wat er in een zaal gebeurt. Je mist het praatje voor- en achteraf. Gelukkig zijn we er veelal goed doorheen gekomen. Wat vond jij de grootste uitdaging als bestuurder? Wat waren de grootste obstakels? Het negatieve klimaat waarin flex zich bevindt. Zonder enige twijfel. Met name in de politiek en bij vakbonden. En dan vooral de manier waarop alles neergezet wordt. Dat is zo frustrerend en onterecht. Iedereen wordt over één kam gescheerd. Als er een misstand aan het licht komt, hebben alle uitzendbureaus het gedaan. Ook de uitzendbureaus die zich nota bene door onafhankelijke inspectie-instellingen laten controleren. In welke sector gebeurt dat nu? Daar is veel te weinig waardering voor en zeker voor het belangrijke werk dat uitzenders doen om mensen een eerste, tweede of derde kans te bieden op de arbeidsmarkt. Flex is heel belangrijk en wordt misschien wel steeds belangrijker. Veel werkenden willen zelf bepalen hoe ze werken en kijken heel anders aan tegen de vaste baan dan de politiek en de vakbonden. Wel willen en hebben mensen inkomenszekerheid nodig. Daarom deed de NBBU in 2021 al een voorstel voor een basisregeling voor werkenden. Daarom deden we ook, toen de Wet DBA niet werd gehandhaafd, in 2018 al voorstellen om pilots te doen om te kijken wat wel werkte in de praktijk in plaats van weer met een wet vanachter de tekentafel te komen. De politiek en het ministerie van SZW gingen er toen niet op in. Hopelijk is de tijd er de komende jaren rijp voor. Helaas wordt er zoveel kostbare tijd verspild. En als er dan een misstand te betreuren is, komen er weer nieuwe regels bij. Het dringt maar niet door in Den Haag dat regels maken de problemen niet oplost. Regels zonder handhaving of te weinig pakkans leidt er alleen toe dat de bonafide ondernemers zich eraan houden en er last van hebben, terwijl de malafide ondernemers ongehinderd doorgaan met hun misselijkmakende praktijken. De Nederlandse overheid is kampioen schijnhandhaving en dat is zeer ernstig voor de rechtszekerheid en het vertrouwen in de politiek. Het belang van flex, zoals uitzenden of zzp, krijgt niet de waardering die het verdient. Bij vakbonden is dat nog enigszins voorstelbaar, gegeven hun verouderde ledenpopulatie en het mantra van een vaste baan voor iedereen. Maar politiek zou een bredere afweging moeten maken en daarin moeten betrekken wat werkenden zelf willen en nodig hebben. Het is geen toeval dat werkgeluk bij zzp’ers het hoogste is van alle werkenden. Ik hoop dat daar de komende tijd over nagedacht wordt en dat er meer openingen komen om daar in wetgeving recht aan te doen. Zeker omdat we elke werkende nodig hebben, gegeven onze demografische ontwikkeling en de blijvende krapte op de arbeidsmarkt. Nu zijn we bezig om een deel van de werkenden te demotiveren door ze verplicht in een vaste baan te duwen en door de beperkingen in flexibiliteit bij onder meer uitzenden en detacheren, werkenden richting een uitkering in plaats van naar werk te sturen. En dat terwijl inmiddels iedereen onderschrijft dat werk zoveel meer voor mensen en hun welzijn betekent dan alleen het inkomen dat ze ermee verdienen. Als je kijkt naar de NBBU nu, waar ben je dan het meest trots op? NBBU is een stevige, professionele branche- en kennisorganisatie die staat voor brede flex met hele kundige professionals en leden die in oplossingen denken en ondernemend zijn. Ik draag een stevige, invloedrijke organisatie over aan mijn opvolger waar de seinen goed staan, de werksfeer goed is en een bestuur zit dat altijd vooruit wil. Ik geef het met vertrouwen over. Ik denk dat Halbe (Zijlstra, de nieuwe voorzitter, red.) weer een stap verder kan zetten met de NBBU. Er liggen mogelijkheden in innovatie, bijvoorbeeld in de samenwerking tussen mkb’ers, maar ook in de werkwijze. Wat is er nieuw in de markt? Kan AI ons ondersteunen bij complexe wet- en regelgeving, bij matching? Kan de arbeidskrapte deels opgelost worden door uitzendkrachten samen met robots uit te zenden? Daar komt nu het momentum voor. Voor de arbeidsmarkt en de economie is het belangrijk dat we vereenvoudigen, vooral in het arbeidsrecht, het sociale zekerheidsstelsel en het fiscale stelsel. We regelen onszelf helemaal dicht en uitvoeringsorganisaties kunnen het niet meer uitvoeren. Een contractneutraal stelsel is hier de oplossing voor in combinatie met een basisregeling voor werkenden. Van werk naar werk wordt dan veel eenvoudiger en kan beter gefaciliteerd worden. En dat is nodig in een dynamische arbeidsmarkt. Het huidige stelsel is eindig, stamt van begin, medio vorige eeuw en past niet meer bij de arbeidsmarkt van nu en straks. Er zal een radicale verandering van de wet- en regelgeving nodig zijn, want met met pleisters plakken loopt de arbeidsmarkt vast. Persoonlijk kijk ik met veel plezier terug op het 25-jarig jubileum. Met name de bijeenkomst in Doorn was geweldig, met foodtrucks en prachtig weer. Dat was misschien wel het mooiste moment uit mijn voorzitterschap. Het was een heerlijk feest! Wat ga je het meest missen? In de brede zin van het woord: de mensen hier op kantoor. Bij de NBBU heerst altijd een fijne sfeer. Maar ook het fijne contact met de leden – en met name ook hun mentaliteit – zal ik gaan missen. Daar krijg ik altijd energie van. Wat ga je nu doen? Ik maak altijd dingen af. Dat deed ik ook als Kamerlid. Ik ben nog even volop bezig met de NBBU. Daarnaast ben ik voorzitter van Paychecked en Transport (keurmerk), lid van de raad van toezicht van de NKC (Nederlandse Kampeerauto Club) en daarnaast werk ik voor FNN (Franchisenemers Netwerk Nederland). Ik ga na mijn einde als voorzitter van de NBBU kijken wat ik verder ga doen. MKB, NBBU, ondernemerschap Print Over de auteur Over NBBU De NBBU is de brancheorganisatie van ruim 1.200 professionele intermediairs op de arbeidsmarkt. Bekijk alle berichten van NBBU