SLUIT MENU

Van Hijum wil door met nieuwe zzp-wet. Moet per 1 januari 2026 ingaan.

Ondernemerschap krijgt volwaardige plek bij beoordeling arbeidsrelatie. Inhuur zzp onder de € 33 wordt lastiger.

Minister van Hijum gaat het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) aanpassen. Bij het beoordelen of iemand werknemer of zelfstandige is wordt ondernemerschap een volwaardig criterium. Dat laat Minister Van Hijum in een brief aan de Tweede Kamer.

Het ‘rechtsvermoeden’-deel van het voorstel, waarbij werkenden met een uurtarief onder de € 33 per uur makkelijk hun rechten als werknemer kunnen opeisen, blijft ongewijzigd. Het risico voor werkgevers, en bemiddelaars, om zzp’er in te huren onder dat tarief wordt dan fors groter.

Criteria in evenwicht

Het wetsvoorstel wordt zodanig aangepast dat er – volwaardig – naar drie type criteria wordt gekeken:

  • Criteria die er op wijzen richting werknemerschap, bijvoorbeeld of iemand aansturing krijgt (W)
  • Criteria die er op wijzen dat iemand zelfstandig kan werken, bijvoorbeeld dat iemand zelf risico loopt binnen de opdracht (Z)
  • Criteria die gaan over (extern) ondernemerschap (OP), bijvoorbeeld of iemand btw afdraagt, investeert in het eigen bedrijf of tijd en geld besteedt aan het werven van klanten.

In een eerder concept opzet van de VBAR was nog sprake van dat er pas naar de OP criteria zou worden gekeken in het geval dan de W en Z criteria in evenwicht zijn. Dat wordt in het wetsvoorstel dus aangepast. Alle drie gaan even zwaar wegen.

De aanpassing is een gevolg van een recente uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Uber/FNV. Daarin stelt de Hoge Raad dat er naar alle criteria uit het Deliveroo arrest gekeken moet worden, zonder rangorde.

Geen gevolgen voor handhaving

De aanpassing van het wetsvoorstel heeft geen gevolg voor de huidige handhaving, benadrukt een woordvoerder van het ministerie. Bij de handhaving wordt nu al holistisch gekeken en worden alle criteria meegenomen. Dus ook naar de genoemde ondernemerschapscriteria.

Rechtsvermoeden

Het wetsvoorstel VBAR introduceert daarnaast een rechtsvermoeden van werknemerschap. Als een werkende minder betaalt krijgt dan een bepaald uurtarief kan diegene claimen werknemer te zijn. Het is dan aan de opdrachtgever aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit deel van het wetsvoorstel blijft ongewijzigd.

Minister Van Hijum stuurt voor de zomer een aangepast voorstel naar de Kamer. Hij hoopt dat de wet dan al per 1 januari 2026 van kracht wordt. Dan zou Nederland ook voldoen aan het tijdsplan om in aanmerking te komen voor gelden uit het Herstel- en Veerkrachtfaciliteit van de Europese Unie.

In reactie op de Kamerbrief laat VVD Kamerlid Aartsen op sociale media weten binnenkort te komen met een eigen alternatief voor de VBAR

Redactie van Flexnieuws - interviews, artikelen, aankondigingen en persberichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *