Staatssecretaris Van Oostenbruggen over waarom de Belastingdienst gaat bij handhaving zzp extra aandacht geeft aan flexbranche.

Die extra aandacht vindt hij ook logisch. Dat gebeurt immers ook bij andere intermediairs die advies geven, zoals accountants en fiscalisten. “Fraude door een accountant weegt toch net wat zwaarder dan bij een reguliere ondernemer.”

In het “Handhavingsplan arbeidsrelaties 2025” en in de begeleidende Kamerbrief over het opheffen van het handhavingsmoratorium staat dat de Belastingdienst meer inzicht wil krijgen in de hele inhuurketen en de driehoek opdrachtgever-intermediair-zelfstandige. Daarin wordt gesteld dat de “doelgroep arbeidsbemiddelaars meer gestructureerd aandacht krijgt.” In het interview laat Van Oostenbruggen weten waarom dat is.

“Met de komst van de Wet DBA zijn er heel wat partijen gekomen die zich voorstaan op het feit dat zij weten hoe de Wet DBA, of beter gezegd, hoe de wet op de loonbelasting zou moeten worden uitgelegd. Ze sluiten contracten af die ook vrijwaren voor loonheffingen. Ze worden geselecteerd op hun kennis en kunde om arbeidsrelaties goed te beoordelen. Ik denk wel dat we kunnen concluderen dat dat niet altijd overal even goed gaat,” zegt hij.

Veel onjuiste informatie

Van Oostenbruggen, tot voor kort algemeen directeur en mede-eigenaar van MSP-dienstverlener Brainnet, maakt duidelijk dat hij zich ook stoort aan het feit dat er veel onjuiste informatie circuleert. “Dat is onderdeel geworden van de wijze waarop brokers en leveranciers met klanten omgaan. Ja, dat vinden wij extra interessant, want ze zetten hun klanten op het verkeerde been en verdienen daar geld aan.”

De Belastingdienst gaat ook meer kijken naar inhuurketens en de driehoek opdrachtgever-intermediair-zelfstandige. “Je hebt situaties met meerdere tussenpartijen, van brokers tot uitzendbureaus, en dat maakt handhaving uitdagender. Er is geen wet die zegt dat je maar één tussenpartij mag hebben, en soms zie je dat de keten uit wel vier of vijf partijen bestaat,” aldus Van Oostenbruggen.

FlexNieuws verneemt van meerdere bureaus dat ze inmiddels al een uitnodiging voor een oriënterend gesprek hebben ontvangen. Die gesprekken vinden in januari plaats.

Geen verder uitstel

Langer wachten met handhaven van de wet is volgens Van Oostenbruggen geen optie. “We hebben een handhavingsmoratorium van acht jaar gehad. Een nieuwe wet met duidelijkere criteria zie ik er niet snel komen. Ik constateer dat het nog niet gelukt is om nieuwe wetgeving te maken. Links en rechts, de polder – werkgevers- en werknemersorganisaties – zijn het gewoon niet met elkaar eens.

Als je geen overeenstemming krijgt dat we overal op de snelweg voortaan 110 mogen rijden, dan blijft het honderd. We kunnen niet blijven wachten. Als we geen nieuwe regels maken, dan gaan we handhaven op de bestaande wetgeving. Het is tijd dat we een duidelijk signaal geven.”

Ook geen prioriteit op lage tarieven

Het kabinet ziet ook niets in de suggestie van een VVD-Kamerlid om bij de handhaving prioriteit te geven aan tarieven onder de 35 euro. “Nee, dat kan praktisch niet, want de Belastingdienst beschikt niet over de gegevens van tarieven. Verschil maken is juridisch niet mogelijk en ook oneerlijk. Daarbij zijn er organisaties waar tarieven veel hoger liggen en toch echt sprake is van schijnzelfstandigheid,” zo licht de staatssecretaris toe.

Het hele interview is te lezen op ZiPconomy.

Lees ook:

• De paniek slaat toe (en is volkomen onnodig)
• De (vooruit)blik van Wim Davidse: de flexbranche in en na 2025