Marcel Reijmers 28 november 2024 0 reacties Print Kostprijs 2025 tips & tricksPrinsjesdag levert zoals elk jaar weer veel aanpassingen van cijfers op die een flinke impact hebben op de kostprijs van uitzendarbeid. Marcel Reijmers van FlexKnowledge neemt u mee in de berekeningen voor 2025. Hij constateert dat het dit jaar wel meevalt. De berekening van de kostprijzen voor het nieuwe jaar zorgt op menig (hoofd)kantoor weer voor de nodige stress. Maar (gelukkig) valt het mee voor 2025. Houd er echter wel rekening mee dat het Lage Inkomens Voordeel verdwijnt vanaf 1 januari 2025 en dat de kosten voor arbeidsmigranten stijgen door de CAO wijzigingen. De premies voor de Sociale Zekerheid veranderen in 2025 vrijwel niet vergeleken met die van 2024, mits de individuele premie Werkhervattingskas (Whk) geen roet in het eten gooit. De eerste berekeningen laten zien dat het saldo van alle wijzigingen op basis van een sectorale premie Whk tot een vrijwel ongewijzigde kostprijs leidt. De kosten van uitzendarbeid zullen ook niet veel (verder) stijgen zolang er nog geen nieuwe CAO is afgesloten voor 2025. De wijzigingen in de CAO die loopt tot 6 januari 2025 gaan feitelijk in op 1 januari 2025, maar hebben geen impact op ‘gewone’ uitzendkrachten. Voor arbeidsmigranten zal dat anders zijn, omdat de mogelijkheden voor inhoudingen en verrekeningen worden beperkt. Bovenstaande wil niet zeggen dat het niet duurder wordt vanaf 1 januari: ongetwijfeld zullen in veel cao’s de lonen stijgen en moeten er periodieken/ervaringsjaren worden gegeven. Ook uitzendkrachten hebben daar recht op. Publicatiedatum: 17 september 2024 Update: 28 november 2024 Waar bestaat de kostprijs uit? De kostprijs bestaat uit een aantal elementen. Onderstaande lijst bevat de meest gangbare elementen. De looncomponenten Brutoloon Reserveringen voor vakantiedagen, feestdagen en kortverzuim/bijzonder verlof Een eventuele eindejaarsuitkering bij de opdrachtgever Vakantiegeld Werkgeverscomponenten die volgen uit de CAO Aanvulling ziektewet van 70 naar 90% voor contracten in fase A (ABU) of fase 1+2 (NBBU) Pensioenpremie Compensatie van de premie PAWW Afhankelijk van de contractvorm en/of fase: Premie sociaal fonds Scholing Kosten voor leegloop en verzuim Werkgeverslasten Premie WAO/WIA Gedifferentieerde premie Whk Premie zorgverzekeringswet Premie werkloosheidswet Kosten voor de transitievergoeding Opslag voor kosten van de eigen organisatie Wij hebben bovenstaande elementen in een excel-document verwerkt, dat u als hulpmiddel kunt gebruiken. Als u de sheets invult, krijgt u een beeld van de voorcalculatorische of commerciële kostprijs. Welke kostprijzen zijn er? Er zijn eigenlijk twee ‘soorten’ kostprijsfactoren: de voorcalculatorische of commerciële kostprijsfactor en de nacalculatorische of ‘echte’ kostprijsfactor. Voorcalculatorische kostprijsfactor Dit is het getal waarmee het bruto uurloon wordt vermenigvuldigd om de kostprijs te berekenen. Daarbovenop komt de bureaumarge om het tarief voor de klant te bepalen. Vaak worden kostprijsfactor en marge gecombineerd tot één getal en dat is dan de tarieffactor of de omrekenfactor. De hoogte van de voorcalculatorische kostprijsfactor is vrij arbitrair en kan op vele manieren worden samengesteld. Als over ‘de kostprijs’ wordt gesproken, wordt eigenlijk altijd deze variant bedoeld. Nacalculatorische marge Waar in de voorcalculatorische kostprijs voor elke kandidaat hetzelfde uitgangspunt wordt gehanteerd, worden in de nacalculatorische kostprijs individuele situaties berekend. Tijdens de verloning wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met de franchise voor de pensioenregeling en ET-regeling. Deze nacalculatorische kostprijs kan dus per individu en per verloning anders zijn. De exacte waarde wordt bepaald tijdens de verloning. De voorcalculatorische kostprijs wordt vaak berekend op basis van een aantal aannames en houdt bijvoorbeeld veel minder rekening met het effect van de pensioenfranchise en bijvoorbeeld toepassing van de ET-regeling. Daarom is er na de verloning een (meestal positief) verschil tussen deze en de ‘echte’ kostprijs. Dat is de verborgen marge. Hoe hoog die moet zijn, is een strategische keuze. In de praktijk is het zo dat naarmate overheadkosten van de organisatie hoger zijn, ook de commerciële kostprijs hoger is. Welke elementen zijn al bekend? Looncomponenten De minimumlonen voor 2025 zijn gepubliceerd. De reserveringspercentages zijn bekend. Vergeleken met 2024 stijgen ze licht, omdat er een werkdag minder en een feestdag meer is. Werkgeverscomponenten die volgen uit de CAO De pensioenpremie zal niet wijzigen. De franchise en het maximum pensioengevend uurloon zijn nog niet vastgesteld. De premie sociaal fonds is voor 2025 nog niet vastgesteld. De kosten voor duurzame inzetbaarheid (scholing) zijn onveranderd 1,02%. Beide premies hoeven alleen tijdens fase A/1+2 te worden betaald. De kosten voor transitievergoeding, leegloop en verzuim zijn volledig organisatie-afhankelijk, die zult u dus zelf moeten bepalen. Dat geldt ook voor de kosten van het geboorteverlof (5 dagen doorbetaald verlof voor de vaders). Dit is niet specifiek in de kostprijs opgenomen, maar zeker als u veel gebruik maakt van het uitzendbeding, is de standaard voorziening van 0,6% per definitie niet genoeg. Werkgeverslasten De voorlopige premies zijn door de Rijksoverheid op Prinsjesdag gepubliceerd. We hebben de voorlopige premies hier voor u verzameld. De premie Werkhervattingskas op ondernemingsniveau zal begin december door de Belastingdienst worden meegedeeld. Kosten van de eigen organisatie Of en hoeveel u van deze kosten in de berekeningen wilt meenemen, is een strategische keuze. Wij zien steeds vaker dat deze kosten niet of nauwelijks worden meegenomen in de kostprijsberekening, omdat de inleners transparantie vragen op dit gebied en de door ons beschreven kostprijsberekening over de kosten van arbeid gaat. De kosten van de eigen organisatie dienen naar onze mening uit de marge betaald te worden, waarbij we wel uit de markt horen dat de kosten voor recruitment nog steeds stijgen. De berekeningen Met het Excel-document en de al bekende informatie en enkele aannames over uw eigen situatie kunt u een goede inschatting maken van de kostprijs voor 2025. Als u er met het standaard excel-document niet helemaal uitkomt, behoefte heeft aan een nauwkeuriger berekening of andere ondersteuning nodig heeft bij de kostprijsberekening, kunt u hiervoor contact opnemen met FlexKnowledge. Nu alle kostprijselementen definitief zijn, hebben wij een geavanceerde tool beschikbaar om u hierbij te helpen. Er zijn ook versies waarin het pensioenfonds voor de Metalektro, voor de Metaal & Techniek, Transport of ABP in plaats van StiPP wordt berekend. Bovendien kunt u ook de kostprijs in geld berekenen én tariefberekeningen maken. Ideaal voor het opstellen van offertes en bij tenders en aanbestedingen. Als u een van deze geavanceerde tools wilt bestellen, stuur ons dan een mailtje. De tarieven De meeste organisaties hebben in de Algemene Voorwaarden vastgelegd dat aanpassingen van de kostprijs en de lonen altijd worden doorberekend aan de inlener. Daarnaast moet u natuurlijk kritisch kijken naar het kostenniveau van uw eigen organisatie. Periodieken en loonsverhogingen voor uw eigen medewerkers, een huurverhoging van uw kantoren, stijging van de leasekosten van het wagenpark, u wilt het eigenlijk allemaal doorbelasten aan uw inleners. In hoeverre dat haalbaar is, kunt alleen uzelf bepalen. En daarom is het dus noodzakelijk snel inzicht te krijgen in de kosten voor 2025. Met dit artikel hopen wij u daarmee goed op weg te hebben geholpen! Bekijk ook tips voor 2024 : Kostprijs 2024 tips & tricks Print Over de auteur Over Marcel Reijmers Marcel Reijmers is directeur van FlexKnowledge en adviseert en begeleidt intermediairs en inleners. Bekijk alle berichten van Marcel Reijmers