SLUIT MENU

Hoofdlijnenakkoord: door met toelatingsstelsel en meer grip op arbeidsmigratie

De plannen van een nieuw te vormen kabinet ademen voor wat betreft arbeidsmarktbeleid vooral continuïteit uit. Zo willen de vier partijen door met de Wet TTA. Ze willen ook grip op arbeidsmigratie, maar de deur gaat niet dicht.

Zekerheid op de arbeidsmarkt moet worden gestimuleerd, bijvoorbeeld voor echte zelfstandigen (zzp’ers) in het zelfstandigenbeleid en door regulering van de uitzendsector. Er moet gestreefd worden naar meer vaste contracten. Daarom wordt de wetsbehandeling van de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet VBAR) en de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA) voortgezet.

Dat staat te lezen het in hoofdlijnenakkoord dat PVV, VVD, NSC en BBB hebben bereikt.

De WTTA regelt het toelatingsstelsel voor uitzendbureaus. Eerder deze week werd duidelijk dat die wet een jaar vertraging oploopt. Een behandeling in de Kamer, die gepland stond voor aankomende week, is uitgesteld. Dat betekent dat een nieuwe minister de wet mag verdedigen. Via amendementen kunnen zowel de nieuwe regeringspartijen als de oppositie nog trachten onderdelen van de Wet aan te passen. Maar in hoofdlijnen gaat deze dus voor.

Dat geldt ook voor de nieuwe zzp-wet, de VBAR. Daarin komen regels die bepalen wanneer een zzp’er ingehuurd kan worden. Daarnaast krijgen werkenden die ingehuurd worden met een uurtarief van onder de 32,24 euro meer rechten. Het beoogde effect is dat dat tarief als een soort van minimum zzp-tarief gaat werken. Over de exacte invulling daarvan verschillen met name de VVD en NSC nog stevig van mening. Het hoofdlijnenakkoord geeft geen richting in hoe die verschillen overbrugd moeten worden. Het definitieve wetsvoorstel is ook nog niet bekend. Een eerder concept kon op flinke kritiek rekenen vanuit werkgevers, brancheorganisaties maar ook politiek. Juist ook vanuit VVD en NSC kringen.

Arbeidsmigratie

Op het punt van arbeidsmigratie is het akkoord een stuk gedetailleerder. De partijen vinden dat het het hard nodig is om “grip te krijgen op arbeidsmigratie. “Arbeidsmigratie is nodig voor onze economie en ondernemers, maar het is nodig kritisch te blijven op wie wij nodig hebben en wie ons nodig heeft. Er komt een afwegingskader voor de vestiging van nieuwe bedrijven, in relatie tot de benodigde arbeidsmigranten, ruimte en energie.”

Om arbeidsmigratie tegen lage lonen en onder slechte arbeidsomstandigheden te beperken, willen de vier partijen de volgende maatregelen gaan nemen:

  • De aanbevelingen van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten (‘rapport Roemer’) worden uitgevoerd.
  • Malafide uitzendconstructies worden hard aangepakt. De uitzendbranche en wervingsbureaus worden gereguleerd door een toelatingsstelsel (WTTA).
  • Arbeidsmigranten van buiten de EU, met uitzondering van kennismigranten, worden tewerkstellingsvergunningplichtig. De Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) gaat, ook op deze groep, extra handhaven.
  • Werkgevers van arbeidsmigranten (niet Nederlandse ingezetenen) worden verantwoordelijk voor overlast en kosten van arbeidsmigranten zonder reguliere huisvesting (shortstay en midstay). Zij moeten daarvoor afspraken maken met gemeenten waarin hun werknemers short- en midstay worden gehuisvest. Bevorderd wordt dat medeoverheden meer ruimte laten voor huisvesting op het eigen terrein van de werkgever.
  • Bij langdurig verblijf krijgen werkgevers ook een verantwoordelijkheid voor het leren van de Nederlandse taal door deze werknemers.
  • Bezien wordt of en zo ja, welke fiscale voordelen onder de extraterritoriale kostenregeling (ETK-regeling) worden versoberd.
  • Nederland zet met betrekking tot arbeidsmigratie in op inperking van het vrije verkeer van personen binnen de EU indien, en voor zover, uitbreiding van de EU aan de orde wordt gesteld.

Minder ambtenaren, minder inhuur

Uit de financiële bijlage valt op te maken dat de partijen honderden miljoenen willen besparen door het terugdraaien van de groei van de rijksoverheid (kerndepartementen) en de besparen op externe inhuur (de Roemernorm) en communicatie.

Het nieuwe kabinet wil definitief geen tussentijdse verhoging van het wettelijk minimumloon. Een plan voor een verhoging van 1,2% werd al in de Eerste Kamer geblokkeerd. Dat blijft zo.

Hugo-Jan Ruts is algemeen directeur van ZiPmedia, de uitgever van Flexnieuws, en tevens hoofdredacteur van ZiPconomy.