Marcel Reijmers 19 september 2023 0 reacties Print Premies 2024Publicatiedatum: 19 september 2023, update: 11 december 2023 Hieronder volgt een overzicht van de variabelen in de kostprijs zoals die zijn gepubliceerd in de Staatscourant. Reserveringen De reserveringen binnen de CAO van de ABU en NBBU zijn voor 2024 als volgt berekend: Meer informatie Voorzieningen Voorziening 2023 2024 Opmerking Sociaal Fonds 0,075% 0,15% Scholing 1,02% 1,02% Leegloop Dit percentage dient u zelf te bepalen Ziekte Dit percentage dient u zelf te bepalen Ook in 2024 zijn er diverse risico’s bij waar u als uitlener rekening mee moet houden, zoals de verzuimkosten tijdens het dienstverband, óók bij contracten met uitzendbeding, kosten voor het verschuiven en afzeggen van roosters binnen 4 dagen voor aanvang bij oproepcontracten; het afzeggen van roosters binnen 4 dagen voor aanvang bij niet voorspelbare arbeidstijden; leegloop in fase A/1/2 als het géén oproepcontracten (meer) zijn en de kosten van het geboorteverlof. Dit laatste moet in alle gevallen worden doorbetaald door de werkgever, ook bij contracten met uitzendbeding. Daar geldt een individuele reservering van 0,6%, maar dat zal nooit voldoende zijn om 5 dagen door te kunnen betalen. Pensioenpremies Het premiepercentage wordt jaarlijks door het bestuur van het pensioenfonds vastgesteld en kan dus ieder jaar wijzigen. De premie zelf zal naar verwachting in 2024 niet wijzigen. De uurfranchise voor het pluspensioen en het maximum pensioengevend uurloon worden vaak pas eind december bekend gemaakt door StiPP, maar zullen vast stijgen. Totaal over grondslag Werkgeversdeel Werknemersdeel Premie Basisregeling 8.00% 8.00% 0.0% Premie Plusregeling 12,0% 8,0% 4,0% Franchise Plusregeling (voorlopig) €8,45 n.v.t. n.v.t. Max. pensioengevend uurloon (voorlopig) €38,26 Transitievergoeding Eerdere jaren hebben wij geadviseerd de volledige 2,78% voor de transitievergoeding in de kostprijs op te nemen. Ten eerste, omdat werkgevers met terugwerkende kracht ook aan de bestaande populatie transitievergoeding moesten betalen als werknemers geen nieuw contract krijgen en zij daar waarschijnlijk onvoldoende rekening mee hadden gehouden. Ten tweede zouden er meer verzoeken binnenkomen van ex-werknemers om de vergoeding te betalen en ten derde, omdat het voor uitleners bijna niet mogelijk zal zijn de kosten te verhalen op de toevallige opdrachtgever waar de werknemer als laatste heeft gewerkt. Het is dan fair om alle opdrachtgevers naar rato van het aantal gewerkte uren hun aandeel te laten betalen. In de praktijk merkten we dat opdrachtgevers dit accepteerden. Voor 2024 gelden die argumenten grotendeels nog steeds, maar is er natuurlijk wel een beter zicht op de werkelijke kosten. Het is in ieder geval verstandig serieus naar het percentage te kijken dat wordt opgenomen in de transitievergoeding. Ook zullen opdrachtgevers willen zien dat de transitievergoeding werkelijk wordt uitgekeerd. Overige kosten Hierboven staan de onderdelen van de kostprijs die min of meer vastliggen. Daarbovenop berekent u natuurlijk een marge om tot uw tarief te komen. Daarbij houdt u rekening met uw eigen kostenstructuur die vooral wordt bepaald door uw personeelskosten, huisvesting, marketing, enzovoort. Daarnaast heeft u minder zichtbare kosten, zoals die voor lidmaatschap van de branche- en andere organisaties, abonnementen op tijdschriften en websites, et cetera. Deze moeten uiteraard ook worden terugverdiend en dat zal lastig worden gezien de enorme stijging waarmee u dit jaar bent geconfronteerd. Wat ook een forse extra kostenpost is, is de herwaardering van de voorziening vakantiedagen en vakantiegeld. De forse loonstijgingen werken door in de waarde van de ‘potjes’ die elke werknemer opbouwt. Ook deze kosten moeten linksom of rechtsom worden terugverdiend. Uurvergoedingen De minimumlonen voor 2024 zijn gepubliceerd. Per 1 januari komt er een wettelijk minimum uurloon. Dat heeft vooral gevolgen voor loongebouwen van CAO’s met een werkweek langer dan 36 uur waar de onderste schalen mogelijk onder het nieuwe WMUL uitkomen: die worden dan (totdat er nieuwe CAO-afspraken zijn gemaakt) namelijk ook automatisch verhoogd tot het WMUL. Netto vergoedingen De maximale onbelaste km-vergoeding stijgt van €0,21 naar € 0,23. Aangezien dit onderdeel is van de inlenersbeloning, hebben uitzendkrachten altijd recht op dezelfde netto (en bruto!)vergoeding als eigen werknemers krijgen, dus ook als de inlener positief afwijkt van zijn CAO. De maximale onbelaste thuiswerkvergoeding gaat naar € 2,35 per dag. Als deze vergoeding aan de ‘eigen’ werknemers wordt gegeven, hebben uitzendkrachten er ook recht op, want de thuiswerkvergoeding wordt onderdeel van de inlenersbeloning. Ook als de thuiswerkvergoeding niet netto maar bruto wordt vergoed, moet hij aan uitzendkrachten worden betaald. Bronnen: • gedifferentieerde-premies-wga-en-ziektewet-2024_tcm94-451365.pdf (uwv.nl) • Miljoenennota, Belastingplan, begrotingen en bijbehorende stukken | Prinsjesdag: Miljoenennota en Rijksbegroting | Rijksoverheid.nl Zie ook Premies 2023 ABU, NBBU, Premies 2024, uitzendbranche Print Over de auteur Over Marcel Reijmers Marcel Reijmers is directeur van FlexKnowledge en adviseert en begeleidt intermediairs en inleners. Bekijk alle berichten van Marcel Reijmers
07-02-2025Johan Nijp (directeur Alertec Group): “Wij komen zelf van de werkvloer, spreken de taal van de kla...