"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Klok tikt: helft bedrijven worstelt met basiscontract oproepkrachten

Bijna de helft van de Nederlandse bedrijven die oproepkrachten inzetten, heeft nog geen duidelijkheid over de berekening van uren voor basiscontracten. HR-professionals maken zich vooral zorgen vanwege de administratieve lasten en kosten die de voorgestelde wetswijziging van demissionair minister Van Gennip met zich meebrengt.

Voor de helft van de Nederlandse organisaties die nu gebruikmaakt van oproepkrachten, is het nog onduidelijk hoe zij in de toekomst de uren voor basiscontracten voor hun flexwerkers gaan berekenen.

Dit blijkt uit onderzoek van Visma | Raet in aanloop naar Prinsjesdag 2023. Het onderzoek is uitgevoerd onder 405 HR-professionals, die werkzaam zijn bij organisaties die oproepkrachten inhuren.

Afschaffing nulurencontract
Demissionair minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft afgelopen juli een wetsvoorstel gedaan dat als doel heeft de flexibilisering van de arbeidsmarkt in te perken. Onderdeel daarvan is de afschaffing van het nulurencontract voor oproepkrachten.

Zij moeten volgens deze wetgeving een basiscontract krijgen. En dat kan nog weleens een hoofdpijndossier worden voor HR-professionals. Zo geeft 38 procent van deze professionals aan dat het verplicht moeten bieden van een basiscontract aan oproepkrachten een groot zorgpunt is voor hun organisatie.

Zorgen om administratie en kosten
Waar HR-professionals onder andere over inzitten, zijn de benodigde administratie en de mogelijke kosten die gepaard zullen gaan met het werken met basiscontracten. Zowel over de administratieve lasten als de kostenposten die komen kijken bij de nieuwe regelgeving rondom flexibele arbeidscontracten maakt de helft van de HR-professionals (46%) zich zorgen.

Nog niet aan de slag met voorbereidingen
Omdat deze mogelijke wetswijziging zoveel werk kan gaan veroorzaken voor de HR-professionals, zou je verwachten dat men massaal bezig is met de voorbereidingen. Dat blijkt niet zo te zijn: maar liefst 38 procent van de HR-professionals is nog niet aan de slag gegaan met de veranderingen van de flexibele arbeidscontracten.

Als men start met de voorbereidingen, zullen ook de oproepkrachten op de hoogte gesteld moeten worden van de wijzigingen die hen te wachten staan. Of dat uiteindelijk succesvol zal verlopen, is de vraag. 37 procent van de HR-professionals heeft er een hard hoofd in dat hun organisatie het gaat lukken om dat goed te doen.

Goed begin is halve werk
Joke van der Velpen, manager Wet- en Regelgeving bij Visma | Raet: “Door de val van het kabinet zijn er veel dossiers waarvan onduidelijk is wat erover besloten gaat worden. Zo ook wat betreft het doorvoeren van de voorgestelde wetgeving door minister Van Gennip. Maar op termijn zal er hoe dan ook nieuwe wetgeving rondom de inzet van flexibele krachten in de arbeidsmarkt komen, aangezien daar al over wordt gesproken sinds het advies van de commissie Borstlap in 2020. HR-professionals doen er dan ook goed aan zich nu al voor te bereiden op de mogelijke veranderingen, een goed begin is immers het halve werk.”

Redactie van Flexnieuws - interviews, artikelen, aankondigingen en persberichten.