"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Flexibele schil krimpt, behoefte aan interne flexibiliteit groeit

Sarike Verbiest
Sarike Verbiest

Flexibele schil krimpt, behoefte aan interne flexibiliteit groeit

Column door Sarike Verbiest, onderzoeker bij TNO

Pre-corona (haast niet meer voor te stellen) heb ik een onderzoek uitgevoerd naar flexibele arbeid, in opdracht van de ABU. Daarin vroegen we 737 bedrijven, verdeeld over negen sectoren, hoe groot hun flexibele schil over 5 jaar naar eigen verwachting zal zijn.

Op 12 oktober heeft de ABU een geheel coronaproof webinar georganiseerd waar ik de resultaten van het onderzoek heb gepresenteerd. We gingen daarna met Wim Davidse en de ABU-leden thuis in discussie over hoe de resultaten te duiden met het oog op de coronacrisis. Fascinerend en inspirerend! In deze column leg ik uit waarom.

Een krimpende flexibele schil?
In 2007 en 2013 hadden we in soortgelijke onderzoeken dezelfde vraag gesteld en steeds verwachtten de bedrijven een flinke groei. Die verwachting bleek in opeenvolgende jaren ook uit te komen. Was de flexibele schil in 2007 nog 20%, in 2013 was dat toegenomen tot 26% en in 2019 groeide deze verder naar 28%. Tot mijn eigen verbazing verwachtten de bedrijven nu voor 2025 echter een krimp tot gemiddeld 19%. Op zich verbaasde een krimp mij niet zozeer, maar dat die zo groot werd geschat. Wat was en is hiervoor de verklaring?

Krapte op de arbeidsmarkt
Door de krapte op de arbeidsmarkt en de economische hoogconjunctuur op het moment van het onderzoek, hadden steeds meer bedrijven moeite met het vinden van gekwalificeerd personeel waardoor ze sneller een vast contract wilden aanbieden. Van het coronavirus hadden we toen nog geen weet. Toen deze echter in ons land een feit was, zetten bedrijven acuut de opdrachten aan flexibel personeel stop, verlengden tijdelijke contracten niet en zetten alles op alles om de banen van hun vaste krachten te redden. De economische crisis die de komende jaren nog als gevolg van corona wordt verwacht, zal bedrijven ongetwijfeld een stuk huiveriger maken om nieuwe vaste contracten met werknemers aan te gaan. Zullen bedrijven dan toch weer vaker kiezen voor flexibele arbeidsrelaties en zal die voorspelde 19% toch een stuk hoger uitpakken? Als we alleen naar de conjunctuur kijken, is dat een logische verwachting. Maar ook wetgeving speelt een rol.

Wet arbeidsmarkt in balans
Ook de nieuwe Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) bleek uit het onderzoek een reden voor bedrijven om meer met vaste contracten te willen gaan werken. Meer dan de helft van de ondervraagde bedrijven verwachtte namelijk door de Wab meer vaste contracten te gaan geven. Sommige bedrijven gaven aan dat ‘flex’ met de nieuwe wet ‘simpelweg te duur’ was geworden. De verwachting is dat het advies van de commissie Borstlap ook zal leiden tot nieuwe wetgeving die externe flexibiliteit zal ontmoedigen. Maar, bedrijven gaven in het onderzoek ook aan dat de behoefte aan flexibiliteit zal blijven bestaan, of er nu nieuwe wetgeving is of niet. Juist door een crisis als die door corona, wordt voor bedrijven eens te meer duidelijk hoe belangrijk het is om wendbaar te zijn. Hoe valt dat te organiseren als een flexibele schil ‘te duur’ is geworden?

Interne flexibiliteit
In het onderzoek liet 37% van de bedrijven weten de wendbaarheid te gaan zoeken in meer interne flexibiliteit. Dan valt onder andere te denken aan flexibele werktijden van het personeel in combinatie met deeltijdcontracten. Een voorbeeld is dat personeel in het geval van een seizoenspiek meer uren per week werkt en in een dal minder. Brede inzetbaarheid is ook een optie. Daarbij wordt personeel bijvoorbeeld ingezet op verschillende werkplekken. Daarvoor is het wel nodig goed in beeld te hebben welke vaardigheden mensen in huis hebben of nog kunnen ontwikkelen. Maar ook een flexibel werkproces waarin gemakkelijk opgeschaald en afgeschaald kan worden en kan worden gewisseld van type product of dienst, is een manier om wendbaar te zijn. En met het spreiden van het werkaanbod door bijvoorbeeld in de zomer andere producten aan te bieden dan in de winter, kunnen seizoensfluctuaties worden afgevlakt. Kortom, er zijn veel verschillende interne flexibiliteitsmaatregelen mogelijk.

In het onderzoek hebben we ook daarnaar gevraagd en het blijkt dat bedrijven inderdaad veel verschillende flexibiliteitsmaatregelen anders dan een flexibele schil inzetten. Dat wil echter niet zeggen dat het makkelijk is. Sterker nog, het is vaak een complexe puzzel voor bedrijven om de juiste mix van maatregelen te vinden die voorziet in hun behoefte aan flexibiliteit en mogelijk is met hun markt, werkprocessen en personeel. Daarom zullen bedrijven er de komende jaren een flinke kluif aan hebben om te herstellen van de coronacrisis en zich wendbaar te organiseren voor voorspelbare én onvoorspelbare veranderingen.

De toekomst van uitzendorganisaties
Aangezien we het onderzoek hebben uitgevoerd in opdracht van de ABU, was uiteraard ook een vraag welke toegevoegde waarde uitzendorganisaties nu en in de toekomst in flexibele arbeid leveren. Ik zou in de toekomst volledig inzetten op het helpen van bedrijven bij het leggen van die complexe puzzel en het wendbaar organiseren, waarin uitzendarbeid één van de flexibiliteitsmaatregelen is. Want als de flexibele schil van bedrijven echt gaat krimpen, zal de behoefte aan een brede flexibiliteitspartner groeien.

Sarike Verbiest, onderzoeker TNO

Kijk hier het webinar ‘De nieuwe toekomst van flex’.
Het onderzoeksrapport is op te vragen bij de ABU.

Sarike Verbiest is senior beleidsadviseur bij Longfonds.