"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Premies 2020

Premies 2020

Wijziging 3 december 2019: definitieve premies verwerkt

Over de trend kunnen we dit jaar kort zijn: die is fors stijgend. Dat heeft diverse oorzaken die kunnen worden samengevat met de woorden WAB en nieuwe CAO voor Uitzendkrachten. De WAB zorgt voor een fors hogere WW-premie en kosten voor transitievergoeding en in de nieuwe CAO is het vakantiegeld voortaan 8,33% i.p.v. 8%. De NBBU-leden krijgen ook nog te maken met een extra vakantiedag. Daarbovenop komt voor veel uitzendbureaus de afschaffing van de sectorverloning. Vanaf volgend jaar komen alle uitzend- en detacheringsbedrijven in sector 52. Payrollbedrijven komen in sector 45, maar het verschil is uitsluitend een lagere maximale Werkhervattingskas.

Het effect van dit alles is enorm. Als wij alle wijzigingen in ons standaard model verwerken en daarbij uitgaan van de sectorale premies voor de Werkhervattingskas (Whk) dan is de kale kostprijsstijging voor ABU-leden en -volgers ongeveer 4,5%. Voor leden van de NBBU is het bijna 5%. Is het uitzendbureau nu niet ingedeeld in sector 52, maar in een zogenoemde vaksector, dan komt daar nog een extra stijging van de WW-premie bij én een extra sprong in de premie ZW-flex, onderdeel van de Whk.

Dat laat zich als volgt verklaren: in de vaksector is de ZW-flex gemaximeerd op 1,72% in 2019. Veel uitleners hebben echter een veel hogere schadelast, waar ze dus eigenlijk niet voor betaalden. In sector 52 is het maximum voor 2020 vastgesteld op 10,02%. Alle werkelijke schadelast die uitkomt boven de 1,72%, leidt dus tot een extra kostprijsstijging voor de bureaus die nu nog in een vaksector zitten.

Hieronder volgt een overzicht van de variabelen in de kostprijs voor zover die (voorlopig) bekend zijn gemaakt.

Fonds Verzekering Percentage Opmerking
    2019 2020  
Aof WAO, WGA, IVA, Kinderopvang 6,46% + 0,5% 6,77% +0,5% Geldt voor alle fases en premiegroepen, inclusief 0,5% premie kinderopvang.
Aok WAO 1e 5 jaar 0,00% 0,00% Geldt voor alle fases en premiegroepen.
AZW Aanvulling uitkering UWV 1e ziektejaar premiegroep I

Aanvulling uitkering UWV 1e ziektejaar premiegroep II

ABU 1,87% (wg 1,29%, wn max 0,58%)

NBBU 1,49% (wg 0,75%, wn max 0,74%)

ABU 3,03% (wg 1,70%, wn max 1,33%)

NBBU 2,86% (wg 1,43%, wn max 1,43%)

ABU nnb (wg nnb, wn max 0,58%)

NBBU nnb (wg nnb, wn max 0,71%)


ABU nnb (wg nnb, wn max 1,33%)

NBBU nnb (wg nnb, wn max 1,07%)

ABU aanvulling tot 91%, zie ook CAO bijlage II
NBBU aanvulling tot 90%, zie ook CAO bijlage 3.
De genoemde premie is de totale premie voor wg en wn.

Een deel mag worden doorberekend aan de wn.
Premie is een gemiddelde voor de AZW-verzekerde bedrijven, anders eigen inschatting maken.
AWF WW, werkgeversaandeel 3,60% 2,94% voor contracten voor OT die geen oproepcontract zijn en 7,94% voor alle andere contracten Geldt voor alle fases en premiegroepen.
Whk vanaf 2014 Publieke stelsel:
ZW-Flex

WGA
 

4,85% (kleine wg)
0,10% – 8,48% (grote wg)

1,15% (kleine wg)
0,18% – 3,00% (grote wg)

5,73% (kleine wg)
0,13% – 10,02% (grote wg)

1,58% (kleine wg)
0,19% – 3,04% (grote wg)

Geldt voor alle fases en premiegroepen.
De premie voor middelgrote wg is een glijdende schaal van sectorbepaald naar individueel.
Whk vanaf 2014 Eigenrisicodragers:

ZW-Flex

WGA-vast

  Voorziening of premie verzekeraar

Voorziening of premie verzekeraar

WGA-flex tot en met 2016 per definitie publieke stelsel.
ZvF Zorgverzekeringswet 6,95% 6,70% Geldt voor alle fases en premiegroepen.

Reserveringen
De reserveringen binnen de CAO van de ABU en NBBU zijn voor 2020 als volgt berekend: Meer informatie

Voorzieningen

Voorziening 2019 2020 Opmerking
Sociaal Fonds  0,2% ABU 0,2%
NBBU 0,1%
Officieel is de premie 0,2%. In de praktijk is hij lager.
Dit besluit is voor 2020 door de ABU nog niet gepubliceerd, daarom hanteren wij de officiële premie. De NBBU heeft 0,1% doorgegeven voor de leden.
Scholing 1,02% 1,02% ABU: alleen kandidaten in fase A
NBBU: alleen de eerste 78 weken
Leegloop     Dit percentage dient u zelf te bepalen
Ziekte     Dit percentage dient u zelf te bepalen

Voor 2020 komen er diverse risico’s bij waar u als uitlener rekening mee moet houden, zoals kosten voor het verschuiven en afzeggen van roosters binnen 4 dagen voor aanvang bij oproepcontracten; leegloop in fase A/1/2 als het géén oproepcontracten (meer) zijn en de kosten van het geboorteverlof. Dit laatste moet in alle gevallen worden doorbetaald door de werkgever, ook bij contracten met uitzendbeding. Daar geldt een individuele reservering van 0,6%, maar dat zal nooit voldoende zijn om 5 dagen door te kunnen betalen.


Wachtdagcompensatie

  2019 2020 Opmerking
Premiegroep I 0,71% 0,71%  Geldt voor contracten met uitzendbeding uit de ABU CAO (AVV verklaard)
Geldt voor alle fasen van de NBBU
Premiegroep II 1,16% 1,16%  Geldt voor contracten met uitzendbeding uit de ABU CAO (AVV verklaard)
Geldt voor alle fasen van de NBBU


Pensioenpremies

Het premiepercentage wordt jaarlijks door het bestuur van het pensioenfonds vastgesteld en kan dus ieder jaar wijzigen. De kans dat dat voor 2020 gebeurt, achten wij heel klein. De uurfranchise voor het pluspensioen en het maximum pensioengevend uurloon worden vaak pas eind december bekend gemaakt door StiPP, maar zullen vast stijgen.

  Totaal over grondslag Werkgeversdeel Werknemersdeel
Premie Basisregeling 2,6% 2,6% 0.0%
Premie Plusregeling 12,0% 8,0% 4,0%
Franchise Plusregeling n.n.b. n.v.t. n.v.t.
Max. pensioengevend uurloon n.n.b.


Transitievergoeding

Waar wij de afgelopen jaren adviseerden om 1% kosten voor de transitievergoeding in de kostprijs op te nemen, adviseren wij dit jaar om de volle 2,78% erin te verwerken. Ten eerste, omdat werkgevers met terugwerkende kracht ook aan de bestaande populatie transitievergoeding moeten betalen als werknemers geen nieuw contract krijgen en zij daar waarschijnlijk onvoldoende rekening mee hebben gehouden. Ten tweede zullen er meer verzoeken binnenkomen van ex-werknemers om de vergoeding te betalen en ten derde, omdat het voor uitleners bijna niet mogelijk zal zijn de kosten te verhalen op de toevallige opdrachtgever waar de werknemer als laatste heeft gewerkt. Het is dan in mijn ogen fair om alle opdrachtgevers naar rato van het aantal gewerkte uren hun aandeel te laten betalen.

Overige kosten
Hierboven staan de onderdelen van de kostprijs die min of meer vastliggen. Daarbovenop berekent u natuurlijk een marge om tot uw tarief te komen. Daarbij houdt u rekening met uw eigen kostenstructuur die vooral wordt bepaald door uw personeelskosten, huisvesting, marketing, enzovoort. Daarnaast heeft u minder zichtbare kosten, zoals die voor lidmaatschap van de branche- en andere organisaties, abonnementen op tijdschriften en websites, et cetera. Deze moeten uiteraard ook worden terugverdiend.

Onderstaande heeft strikt genomen geen betrekking op de kostprijs, maar maakt het beeld wel compleet.

Uurvergoedingen
• De minimumlonen per 1 januari 2020 zijn bekend.
• In de nieuwe CAO voor Uitzendkrachten, zoals die vanaf 30 december geldt voor zowel de ABU-leden en -volgers als de NBBU-leden, is geen eigen loongebouw meer opgenomen.

Netto vergoedingen
De regelingen omtrent onbelaste reiskostenvergoeding veranderen niet in 2020. Dat betekent dat de maximale onbelaste km-vergoeding €0,19 blijft.

Hinke Wever is een creatieve verbinder van werk- en levensterreinen. Ze was als redacteur vanaf de start betrokken bij FlexNieuws.