"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Pilots om asielzoekers aan het werk te helpen: ‘Er loopt talent rond dat broodnodig is’

Asielzoekers en nieuwkomers vormen een onbenut arbeidspotentieel en gaan dankzij verschillende pilots aan het werk in Nederland. NBBU vervult daarin een actieve rol. ‘Binnen die doelgroep loopt talent rond dat broodnodig is op de arbeidsmarkt.’

De Nederlandse arbeidsmarkt kent een groot tekort aan personeel. Tegelijkertijd verblijven in asielzoekerscentra duizenden mensen die graag willen werken, maar nog nauwelijks de weg naar de arbeidsmarkt vinden. Nieuwe samenwerkingen tussen gemeenten, uitzendorganisaties en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) laten zien hoe dat onbenutte arbeidspotentieel beter kan worden benut. Voor uitzenders liggen er volop kansen.

Meedoenbalies

In drie gemeenten (Eindhoven, Nijmegen en Zaanstad) loopt een landelijke pilot van COA, UWV en Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) om bewoners van asielzoekerscentra actief naar werk te begeleiden. Op de COA-locaties zijn zogenoemde meedoenbalies ingericht: loketten waar bewoners terecht kunnen als zij willen deelnemen aan vrijwilligerswerk, taallessen of een betaalde baan. Gemeenten en uitzenders werken daar samen om de stap naar werk eenvoudiger te maken.

De VNG noemt het een win-win: door asielzoekers sneller te laten participeren, wordt het personeelstekort in diverse sectoren aangepakt en krijgen bewoners van AZC’s perspectief en zelfvertrouwen. Tegelijkertijd verkleint het de kans dat mensen later in de bijstand terechtkomen.

Koudwatervrees

Ook de NBBU is nauw betrokken bij de landelijke pilots en werkt daarvoor samen met COA en gemeenten. Sven van Brakel, senior adviseur arbeidsmarkt bij de brancheorganisatie, ziet grote kansen voor uitzenders om hier een actieve rol in te spelen. “Wij brengen onze leden in contact met deze doelgroep. We informeren hen, dragen initiatieven aan en leggen linkjes. Binnen die doelgroep loopt talent rond dat broodnodig is op de arbeidsmarkt. Het is zonde om dat te laten wegkwijnen in een asielzoekerscentrum.”

Volgens Van Brakel is de bereidwilligheid onder leden groot, maar is er soms nog koudwatervrees. “Er komt veel kijken bij het in dienst nemen van een asielzoeker. Er moet een tewerkstellingsvergunning worden geregeld, en voor mkb’ers is dat soms een drempel. Daarom kunnen uitzenders juist ontzorgen. Zij weten welke regels gelden en kunnen ook kandidaten plaatsen die maar beperkt beschikbaar zijn, bijvoorbeeld 8 of 16 uur per week.”

Binnen die doelgroep loopt talent rond dat broodnodig is op de arbeidsmarkt

Hij ziet vooral kansen voor de kleinere uitzendbureaus zonder grote HR-afdeling, maar met korte lijnen. “Voor hen is het makkelijker om mensen persoonlijk te begeleiden. En juist asielzoekers hebben baat bij die aandacht. Grote spelers kunnen het niet altijd bolwerken; kleine uitzenders kunnen hier het verschil maken.

Taalbarrière

Een belangrijk obstakel blijft de taal. “Dat is niks nieuws,” zegt Van Brakel. “In sommige branches wordt al langere tijd met arbeidsmigranten gewerkt. Sommige leden werken met pictogrammen in de bouw, online instructievideos die in verschillende talen beschikbaar zijn of bieden taaltrainingen op de werkvloer aan. Dan is het een kleine stap naar het aannemen van een asielzoeker.”

In Arnhem startte in juni het Programma Arbeidsoriëntatie om nieuwkomers aan het werk te helpen. “We richten ons op asielzoekers en statushouders die nog in de opvang verblijven,” vertelt Nicole Weigergangs, bestuursadviseur asiel en inburgering bij de gemeente Arnhem. “In een programma van vier weken leren deelnemers wat het betekent om te werken in Nederland. Waar sta je nu, wat kun je en hoe kom je aan het werk?”

Gemotiveerd

Uit het programma stroomt een deel door naar vrijwilligerswerk of uitzendbanen. “Dat past goed bij deze doelgroep, gezien de flexibiliteit,” zegt Weigergangs. “De meeste mensen zijn enorm gemotiveerd. Ze willen graag geld verdienen, ervaring opdoen en in Nederland blijven. Veel van hen doen werk dat anderen niet willen doen, zoals ploegendiensten in magazijnen of distributiecentra.”

Toch gaat het niet alleen om laaggeschoold werk. “We helpen ook hoogopgeleide mensen aan werk,” vertelt ze. “Een arts die bijvoorbeeld stage loopt bij een apotheek. Dat is een belangrijke tussenstap om ervaring op te doen en de taal te leren. In Nederland wordt een buitenlands diploma vaak lager ingeschaald, uitzendwerk kan dan een goede opstap zijn.”

Bij deze doelgroep zoek je werkgevers die wat meer flexibiliteit kunnen opbrengen

Gabriel Jourov, zelf ooit als asielzoeker naar Nederland gekomen, werkt via zijn uitzendbureau Bureau AanZ mee aan het Programma Arbeidsoriëntatie in Arnhem. “Bij deze doelgroep zoek je werkgevers die wat meer flexibiliteit kunnen opbrengen,” vertelt hij in het webinar Migratie & Werk van VNG over de pilot. “Het vraagt om aanpassingsvermogen. Een groot struikelblok blijft de taal, maar daar zijn tegenwoordig veel oplossingen voor. Denk aan vertaalapps, oortjes of het werken met buddy’s op de werkvloer.”

Volgens Jourov is deze doelgroep zeer gemotiveerd om te werken, maar dat brengt ook uitdagingen met zich mee. “Houd er rekening mee dat het storm kan lopen bij de aanmeldingen voor een traject. Als je mensen moet teleurstellen, verliezen ze het vertrouwen en komen ze de volgende keer misschien niet meer. Daarom moet je dit proces heel zorgvuldig organiseren, bijvoorbeeld met inschrijvingen. Dan kun je veel beter sturen”, zegt hij in datzelfde webinar.

Maatschappelijk winst

Ook de gemeente Amsterdam zet in op arbeidsparticipatie van asielzoekers. In februari startte op het asielzoekerscentrum aan de Willinklaan een pilot met een zogeheten werkdesk, waar bewoners terechtkunnen met vragen over werk en direct intakegesprekken met werkgevers kunnen plannen. Volgens de gemeente levert investeren in arbeidsparticipatie maatschappelijke én financiële winst op: elke euro die wordt geïnvesteerd in de begeleiding van asielzoekers bespaart de samenleving tot bijna drie euro aan uitkeringen en uitvoeringskosten. 

Werk is er genoeg, daar ligt het niet aan. Het is belangrijk om vooroordelen weg te nemen.

Uit het rapport ‘Werkgevers weten nieuwkomers steeds beter te vinden’ van ABN AMRO blijkt dat de arbeidsdeelname van nieuwkomers in 2025 met maar liefst 20 procent stijgt. Vooral asielzoekers en Oekraïense vluchtelingen profiteren van aangepaste regelgeving, flexibele contracten en begeleiding via uitzendbureaus. Het aantal werkende asielzoekers steeg van 2.500 in 2023 naar ruim 8.000 in 2024, en voor 2025 wordt een verdere groei van 25 procent verwacht. 

Onbenut arbeidspotentieel

Toch blijft er nog veel werk aan de winkel. Volgens de Adviesraad Migratie staat ongeveer één op de vijf migranten in Nederland langs de kant van de arbeidsmarkt. Dat betreft ruim 330.000 mensen, waarvan bijna de helft asielmigranten, Oekraïense vluchtelingen en hun gezinsleden. Het onbenutte arbeidspotentieel is het grootst onder vrouwen, 45-plussers en mensen uit bepaalde landen zoals Turkije, Marokko en Syrië.

Volgens de adviesraad worden drie vliegen in één klap geslagen door meer migranten aan het werk te krijgen: zij hebben een hoger inkomen, werkgevers vinden gemakkelijker personeel en de samenleving profiteert van minder uitgaven aan sociale uitkeringen. Het rapport beveelt onder andere investeringen in onderwijs en taalvaardigheid, erkenning van buitenlandse diploma’s en gerichte bemiddeling naar werk aan.

Asielzoekers mogen in Nederland werken als hun asielaanvraag minimaal zes maanden loopt en er een tewerkstellingsvergunning (TWV) is afgegeven. Ze kunnen langer dan 24 weken per jaar werken en ook via uitzendbureaus aan de slag. Toch blijft het papierwerk en de onbekendheid met de regels een obstakel. Daarom werken COA, UWV, VNG en NBBU samen aan heldere informatie en ondersteuning voor werkgevers. Binnen de pilots worden ervaringen verzameld om drempels weg te nemen. Een van de concrete hulpmiddelen is de informatiebrief voor werkgevers, waarin stap voor stap wordt uitgelegd wat er komt kijken bij het in dienst nemen van een AZC-bewoner.

Evaluatie

De komende tijd wordt de samenwerking tussen COA, UWV, VNG en NBBU verder uitgebreid. Begin 2026 volgt een landelijke evaluatie van de pilots. Van Brakel is optimistisch: “Werk is er genoeg, daar ligt het niet aan. Het is belangrijk om vooroordelen weg te nemen. Er zijn nog genoeg uitdagingen, maar ook veel bereidheid. Ik zie deze doelgroep als een kans voor werkgevers.”

Er zitten genoeg pareltjes tussen: mensen die heel gemotiveerd zijn om te werken en leren

Volgens Weigergangs zit de koudwatervrees bij werkgevers vaak in de taal en het onbekende. “Er is soms angst voor de andere cultuur of dat mensen snel weer vertrekken. Met jobcoaches, taalbegeleiders en subsidie-instrumenten kun je die risico’s verkleinen. Het is zo mooi om juist in kansen te denken. De goede voorbeelden zijn er zeker wel.”

Weigergangs deelt dat optimisme: “Hoe langer iemand in Nederland is zonder perspectief, hoe moeilijker het wordt om hem of haar in beweging te krijgen. Daarom moeten we juist deze groep in een vroeg stadium betrekken. Er zitten genoeg pareltjes tussen: mensen die heel gemotiveerd zijn om te werken en leren.”

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *