SLUIT MENU

Premies 2026

Marcel Reijmers geeft een overzicht van de variabelen in de kostprijs uitzendarbeid zoals die zijn gepubliceerd in de Miljoenennota 2026.

Premies sociale zekerheid

Hieronder volgt een overzicht van de variabelen in de kostprijs zoals die zijn gepubliceerd in de Miljoenennota tijdens Prinsjesdag.

Hoewel in dit schema ook de ZW-A als een premie is opgenomen, is dit uitdrukkelijk geen premie die wordt afgedragen aan het UWV. Deze aanvulling op de Ziektewet is een CAO-afspraak en daarvoor kan de uitlener een verzekering sluiten bij een private partij of zelf een voorziening treffen. 

Pensioenpremie StiPP

Het premiepercentage wordt jaarlijks door het bestuur van het pensioenfonds vastgesteld en kan dus in theorie ieder jaar wijzigen. Voor 2026 staat al vast dat de pensioenpremie bijna zal verdubbelen naar in totaal 23,4%, waarvan 7,5% voor de werknemer en 15,9% voor de werkgever. Ook werknemers in fase A/1+2 zullen dan een eigen bijdrage moeten gaan betalen, omdat het verschil tussen basis- en plusregeling verdwijnt. 

De uurfranchise en het maximum pensioengevend uurloon worden vaak pas eind december bekend gemaakt door StiPP, maar zullen vast stijgen. 

  Totaal over grondslag Werkgeversdeel Werknemersdeel
Premie Pensioenregeling 23,4% 15,9% 7,5%
Franchise  n.n.b. n.v.t. n.v.t.
Max. pensioengevend uurloon  n.n.b. n.v.t. n.v.t.

Pensioencompensatie

In het kader van gelijk(waardig)e beloning hebben uitleners vanaf 2026 ook te maken met een pensioencompensatie: het verschil in werkgeverspremie voor de regeling van de inlener en de werkgeverspremie van StiPP. Is de premie bij de inlener bijvoorbeeld 20,9%, dan moet er dus 20,9-15,9=5% worden gecompenseerd. Dat percentage wordt vermenigvuldigd met een jaarlijks vastgestelde factor; voor 2026 is dat 0,853. 

De uitkomst daarvan is de compensatie die moet worden gegeven aan de uitzendkracht over dezelfde grondslag als die van StiPP. Kort gezegd: het SV-loon (vóór toepassing ET-regeling of bijtelling auto). In dit voorbeeld krijgt de uitzendkracht dus 5 x 0,853 = 4,27% compensatie over het SV-loon. Dat wordt betaald als bruto vergoeding, dus daar komen ook de werkgeverslasten nog overheen. 

Het zou misschien logischer zijn om die compensatie als extra pensioenpremie af te dragen aan StiPP en daarmee in ieder geval de werkgeverslasten te voorkomen, maar zo is het jammer genoeg (nog) niet geregeld. 

Als de werkgeverspremie bij de inlener lager is dan de 15,9% van StiPP, dan valt er niets meer te compenseren. De compensatie is dan 0, want in de CAO is afgesproken dat hij niet negatief mag zijn. Je mag dus geen geld inhouden als de pensioenpremie bij de inlener lager is dan die van StiPP.

Duidelijk is dat deze compensatie in veel gevallen een forse impact heeft op de kostprijs. 

Je ziet dat er dus heel veel anders wordt in 2026. 

Er is ook een uitgebreide tool beschikbaar waarmee je de kostprijsfactoren voor elke cao of regeling per fase snel bepaalt. Op hun website vind je wat we allemaal doen om in- en uitleners te helpen bij de implementatie van de nieuwe CAO.

Marcel Reijmers is directeur van FlexKnowledge en adviseert en begeleidt intermediairs en inleners.

Eén reactie op dit bericht

  1. De grondslag van Stipp is niet gelijk aan het SV-loon. Er gaat nog een franchise van af en dan pas heb je de juiste grondslag.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *