‘Afbouw looninhouding huisvesting arbeidsmigranten zorgt voor hogere risico’s misstanden’

De plannen van minister Van Hijum om stapsgewijs inhoudingen op het minimumloon voor huisvesting van arbeidsmigranten te verbieden levert nieuwe risico’s op, zo waarschuwt Raymond Puts, CEO van OTTO Work Force: “We pleiten voor een duidelijke knip tussen wonen en werken, maar dan wel in één keer, met goede randvoorwaarden voor veilige en betaalbare huisvesting.”

In een nieuwe reactie waarschuwt Raymond Puts, CEO van OTTO Work Force, dat de gekozen tussenoplossing — het stapsgewijs afbouwen van de inhoudingsmogelijkheid — juist het risico op misstanden vergroot. Hij sluit zich daarmee aan bij eerdere kritische geluiden van onder meer de ABU en Peter Loef, beleidsadviseur van diezelfde brancheorganisatie.

In februari van dit jaar kondigde het kabinet aan dat werkgevers in de toekomst geen kosten voor huisvesting meer mogen inhouden op het minimumloon van arbeidsmigranten. Een maatregel die volgens het ministerie moet bijdragen aan meer zelfstandigheid van deze groep werknemers en het loskoppelen van werk en wonen moet stimuleren. Lees hier het oorspronkelijke bericht. De invoering van het verbod is niet abrupt, maar volgt een jaarlijkse afbouw van vijf procentpunt.

Puts:  “De huidige tussenfase is onduidelijk en moeilijk uitvoerbaar. Die onduidelijkheid maakt het systeem kwetsbaar voor misbruik en ondermijnt het PKS, dat juist bedoeld is om kwaliteit en betaalbaarheid te waarborgen.”

Het recent ingevoerde prijs-kwaliteit-systeem (PKS), sinds 1 januari onderdeel van de CAO,  koppelt de huurprijs aan de kwaliteit van de woning en biedt daarmee bescherming tegen overprijzen. Door die koppeling via de loonstrook te controleren, wordt volgens Puts misbruik voorkomen. Maar wanneer looninhouding wegvalt zonder dat er een degelijk alternatief staat, worden arbeidsmigranten kwetsbaar. Huur en borg moeten dan vooraf betaald worden en bij plotseling werkverlies is dat een forse financiële drempel.

De kritiek van de topman van Otto sluit aan op eerdere kritiek van de NBBU en ABU.  “Het risico bestaat dat arbeidsmigranten hierdoor in de praktijk slechter af zijn,” stelde Peter Loef, Programmamanager Arbeidsmigratie bij de ABU, toen.  “De betaling van huisvestingskosten door de arbeidsmigranten verdwijnt weer onder de radar. Huurkosten die door malafide partijen bij arbeidsmigranten in rekening worden gebracht zijn door deze maatregel straks niet meer zichtbaar en daarmee niet langer controleerbaar.”

Pleidooi voor gezamenlijke aanpak

Puts roept op tot het heroverwegen van het besluit en een denktank op te richten waarin uitzendorganisaties, huisvesters, vakbonden en overheid samenwerken aan een toekomstbestendig model. 

Het ministerie van SZW houdt vooralsnog vast aan het afbouwtraject. In een recente reactie benadrukte minister Van Hijum dat het verbod in lijn is met aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten onder leiding van Emile Roemer.

Een internetconsultatie over het voorgenomen verbod loopt op 6 juni af.