Theo van Leeuwen 22 juli 2024 0 reacties Print Uitbuiting van werknemers in de vleessector: wat doe je eraan?Leg de verantwoordelijkheid voor loon en werkomstandigheden in de vleessector bij de opdrachtgevers, vindt Theo van Leeuwen. De bestaande Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) in combinatie met het PayOK-keurmerk biedt nu al handvatten om misstanden tegen te gaan.Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) heeft in mei 2024 een rapport gepubliceerd over uitbuiting van arbeidsmigranten in de vleesindustrie. Malafide uitzendbureaus in de vleessector kunnen nog te vaak arbeidsmigranten op allerlei manieren uitbuiten, blijkt uit dit rapport. De onderzoekers vinden dat het SNA-keurmerk onvoldoende zekerheid biedt en het duurt te lang voor de WTTA in werking treedt. Voormalig minister Van Gennip wilde direct actie ondernemen tegen de foute bureaus. Het SOMO-rapport komt met een aantal aanbevelingen: Verplicht ondernemers in de vleessector om arbeidsmigranten direct in dienst te nemen. De WTTA moet uitzendbureaus met een SNA-keurmerk niet automatisch toelaten. Bied arbeidsmigranten een inkomensgarantie. Dit lijkt doeltreffend, maar is dat zo? Ik voorzie een aantal zaken die bovenstaande aanbevelingen ondermijnen: Slachterijen kunnen arbeidsmigranten die in eigen dienst zijn ook op staande voet ontslaan. De impliciete veronderstelling dat de WTTA ontslag op staande voet controleert en sanctioneert klopt niet. Het aanvechten van ontslag op staande voet vraagt een gang naar de rechter. Dat kost tijd en geld. Dat is nou net wat ontbreekt bij een arbeidsmigrant. En waarom zou je een arbeidsmigrant inkomensgarantie geven als een Nederlandse arbeidskracht dat niet heeft? Iedereen die de vleessector kent, verbaast zich niet over de hardnekkige misstanden. Ook de reactie van de brancheorganisaties is voorspelbaar: ze gaan aan de slag om iets te bedenken waarmee de maatschappelijke schade beperkt blijft. Een bekend patroon De gang van zaken volgt een bekend patroon. Wanneer een industrie niet in staat of bereid is om zelf regie te voeren over gevoelige materie zoals arbeidsverhoudingen, gaat de samenleving zoveel tegendruk geven dat het voor iedereen lastiger wordt om in de sector te werken. Uiteindelijk wordt er een prijs voor betaald. En die prijs, daar zit de kneep. Het is een centenkwestie. De vleessector is erg competitief. De winstgevendheid in de landbouw staat onder druk, dus aan de inkoopkant is moeilijk winst te halen. Het product is anoniem en daarom lastig te herleiden. Consumenten kunnen niet makkelijk een producent aanwijzen die de maatschappelijke normen overtreedt. Als een speler in de keten een manier heeft gevonden om op maatschappelijk ongewenste wijze de kosten te drukken, volgen de anderen, anders raken ze hun concurrentiepositie kwijt. De vleessector is anoniem. Een stuk vlees in de supermarkt verwijst niet naar het slachthuis dat arbeiders uitbuit. Wat dat betreft is een fabrikant van merkartikelen veel kwetsbaarder voor de verontwaardiging van de consument. Er is langs die weg geen prikkel om het beter te doen, want verbeteringen kosten geld en concurrentiekracht. Hoe werkt het – ter vergelijking – in de champignonsector? Daar zagen we een soortgelijke situatie. De champignonsector wordt ook gekenmerkt door anonieme producenten onder zware concurrentiedruk, die nauwelijks onderscheidend vermogen hebben. De prijs is altijd te hoog. De enige manier om de kostprijs te verlagen is bezuinigen op arbeidskosten. Dat betekent lage lonen, verkapte betaling op geoogste hoeveelheden champignons in plaats van een normaal uurloon en daarnaast slechte huisvesting. Het heeft geleid tot rechtszaken met behoorlijke strafeisen. Leidinggevenden van zo’n bedrijf, die tegen een heel normaal salaris werken, voelen zich genoodzaakt tot crimineel handelen omdat ze denken dat het nodig is om te overleven. Een bondig verhaal over de champignonsector is hier te vinden. Hier is bewezen dat een goed keurmerk, gesteund door zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers, effectief kan zijn. Hoewel in de champignonsector nog niet alles in orde is, is de arbeidssituatie flink verbeterd in vergelijking met 2010, toen de problematiek haar hoogtepunt bereikte. Steun van opdrachtgevers voor dit soort keurmerken is essentieel, maar blijkt niet vanzelfsprekend. In het artikel lees je dat Lidl het keurmerk ondersteunt, maar anderen niet. Citaat: “Uit ‘concurrentieoverwegingen’, zeiden ze. Ondertussen kopen diezelfde ketens actief Fair Produce-champignons in. Ze willen wél de kwaliteit en garanties die bij Fair Produce horen, maar weigeren het keurmerk aan hun klanten te laten zien.” Goed werkgeverschap & opdrachtgeverschap Daarom adviseer ik: stel de opdrachtgever verantwoordelijk. Daar moet de oplossing worden gezocht. We hebben daar al lang een wet voor; de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS). Daarin is de ketenaansprakelijkheid voor de juiste beloning geregeld. Een stap verder in de goede richting is een instrument dat de hele keten onder de loep neemt. Opdrachtgever, neem je verantwoordelijkheid. Laat je opdrachtnemer goed controleren. En laat de opdrachtnemer van die opdrachtnemer goed controleren. Het PayOK-keurmerk is daar het instrument voor. Het PayOK-keurmerk kan, zeker als aanvulling op het SNA-keurmerk, het soort uitwassen, zoals in het SOMO-rapport beschreven, tegengaan. Goed werkgeverschap en goed opdrachtgeverschap is een keuze. Op de iets langere termijn heeft iedereen baat bij goede handhaving van regelgeving en cao-bepalingen. Als individuele onderneming is het gunstig om bekend te staan als goed werkgever. Zeker in een krappe arbeidsmarkt. Het PayOK-keurmerk helpt daarbij. arbeidsmigranten, goed opdrachtgeverschap, SNA-keurmerk, WTTA Print Over de auteur Over Theo van Leeuwen Theo van Leeuwen is uitvoerend bestuurder van Stichting PayOK en Stichting AVG Garant. Bekijk alle berichten van Theo van Leeuwen