"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Werkgevers keren zich tegen zzp-wet, ook NBBU zeer kritisch

De internetconsultatie over de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden levert een ongekend aantal (negatieve) reacties op. Werkgeversorganisaties waaronder VNO-NCW keren zich tegen het wetsvoorstel. Ook de NBBU is zeer kritisch. De ABU plaatst slechts enkele kanttekeningen.

De weerstand onder werkgevers- en zzp-organisaties is zo groot en fundamenteel, dat de toekomst van het wetsvoorstel ongewis is, concludeert ZiPconomy op basis van een eigen analyse.

Tot afgelopen vrijdag kon er via een internetconsultatie gereageerd worden op het concept-wetsvoorstel. Daarin wil minister Karien Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de criteria verduidelijken of iemand als zzp’er ingehuurd mag worden. Er moet dan gekeken worden naar de criteria werkinhoudelijke aansturing, inbedding en of er binnen de opdracht voldoende ondernemersrisico wordt gelopen.

Werkgevers tegen wetsvoorstel

Werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKBNederland, AWVN en LTO zien niets in het concept-wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’. Volgens VNO-NCW en de andere werkgeversorganisaties zal de term ‘inbedding’ zorgen voor grote onzekerheid bij zowel opdrachtgevers als zelfstandigen. “Dit kan niet de bedoeling zijn, want juist aan deze onzekerheid wilden we met elkaar een einde maken”, zo schrijven de grootste werkgeversorganisaties.

Het voorstel gaat volgens hen veel verder dan een ‘simpele verduidelijking’. De werkgeversorganisaties vinden het wetsvoorstel ook niet “in lijn met het SER-advies”. Opvallend, want tijdens debatten in de Tweede Kamer in aanloop naar het voorstel deed minister Van Gennip het voorkomen alsof het wetsvoorstel juist is opgesteld met brede steun uit de polder.

Brancheorganisaties

Een brede coalitie van Bovib, RIM, VvDN, NBBU samen met zzp-organisaties VZN en PZO, noemt het hanteren van het criterium inbedding een ‘middel dat erger is dan de kwaal’. Ook wijzen ze erop dat het inzetten van zzp-professionals feitelijk onmogelijk wordt gemaakt, terwijl er in veel sectoren wel behoefte is aan flexibiliteit. De organisaties vinden dat er bij de beoordeling van de arbeidsrelatie vooral ook gekeken moet worden naar het ondernemerschap van de persoon zelf. Dat element heeft in het voorstel van Van Gennip slechts een marginale plek.

NBBU vreest effecten arbeidsmarkt

Het inbeddingscriterium is volgens de NBBU een zeer ingrijpend hoofdelement dat de mogelijkheid om als zzp’er te kunnen blijven werken enorm zal beperken. De NBBU vreest dan ook de effecten op de arbeidsmarkt bij de inwerkingtreding van de wet.

Het wetsvoorstel gaat uit van een verschuiving van zelfstandigen richting werknemers, maar de NBBU denkt niet dat alle werkenden die niet langer als zzp’ers kunnen blijven werken, ook daadwerkelijk een dienstverband zullen aangaan. Dit betekent onder andere uitstroom uit hun sector op een toch al krappe arbeidsmarkt.

Sectorale afspraken

De NBBU is wel vóór sectorale afspraken. Momenteel is deze ontwikkeling ook gaande, zoals de gesprekken rondom het fiscaal kader dat de inzet van zzp’ers in de zorg op grond van de kwaliteitswet (Wkkgz) onder voorwaarden mogelijk maakt. De NBBU is hier een voorstander van.

Collectiviteit in de sociale zekerheid

De NBBU meent dat de echte oplossing voor de in het conceptwetsvoorstel bedoelde problematiek ligt in het herstellen van de collectiviteit in de sociale zekerheid. Uiteindelijk dienen alle werkenden mee te betalen aan sociale voorzieningen. Dit conform de voorstellen in het rapport van de Commissie Regulering van Werk (Commissie Borstlap). Zekerheden, bescherming en verplichtingen loskoppelen van de contractvorm is volgens de NBBU de oplossing om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken én de houdbaarheid.

Handhaving onhaalbaar

Hoewel het kabinet voornemens is om meer te verduidelijken blijft het werknemerschap dwingendrechtelijk. Dit betekent dat meer duidelijkheid bieden vooraf helaas slechts marginaal zal zijn omdat de feiten en omstandigheden doorslaggevend zijn. De NBBU voorziet dat de handhaving daarmee arbeidsintensief blijft en waarschijnlijk onhaalbaar.
De NBBU pleit ervoor meer waarde te hechten aan de ondernemerscriteria van de zelfstandig ondernemer.

ABU: handhaving rechtsvermoeden arbeidsrelatie

De ABU onderschrijft uitdrukkelijk het belang van invoering van een wettelijk rechtsvermoeden van werknemerschap. Het wettelijk rechtsvermoeden van werknemerschap biedt bescherming en rechtszekerheid aan de groep werkenden met een kwetsbare onderhandelingspositie op de arbeidsmarkt. De ABU ziet hoe de schijnzelfstandigheid die plaatsvindt op de arbeidsmarkt het gelijke speelveld aantast en concurrentie op arbeidsvoorwaarden en inkomenszekerheid creëert.

De ABU waarschuwt al langer voor het waterbedeffect dat zal optreden als uitzenden wel strenger gereguleerd wordt en zzp niet. Een gelijk speelveld voor zowel uitzenden als zzp moet dat voorkomen. De ABU pleit dan ook voor gelijktijdige invoering met samenhangende wet- en regelgeving om te komen tot ‘meer balans op de arbeidsmarkt’.

Meer wendbaarheid echte zelfstandigen

Het wetsvoorstel beoogt schijnzelfstandigheid te verminderen en een duidelijk toetsingskader te bieden zodat werkenden en werkgevenden meer duidelijkheid en zekerheid hebben over hun rechtspositie. Dat hiermee bescherming wordt geboden aan werkenden met een kwetsbare positie binnen de maatschappij ondersteunt de ABU. De onvoorspelbaarheid van het toetsingskader en het loskoppelen van element C+ leidt er volgens de brancheorganisatie echter toe dat de vrijheid van ondernemerschap van echte zelfstandigen meer dan nodig wordt ingeperkt. De ABU adviseert om element C+ direct te betrekken bij de toetsing van element C, zodat niet alleen wordt gekeken of de werkende voor eigen rekening en risico opereert binnen de arbeidsrelatie, maar ook daarbuiten aan wezenlijke indicatoren van het ondernemerschap voldoet.

Lees ook: Directeur Randstad: zzp wet veroorzaakt nieuwe ruis