"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

F(r)ictie rondom Wet DBA

In de afgelopen weken heb ik enkele workshops over de Wet DBA verzorgd, eerst voor een groep opdrachtgevers en daarna voor een groep zzp’ers. De vragen en zorgen zijn enorm, zowel bij de opdrachtgevers als de zzp’ers.

Opdrachtgevers zijn bang om vanaf 1 mei 2016 zzp’ers in te schakelen, terwijl ze daar in de VAR-tijd vaak en zonder problemen gebruik van maakten.
Zzp’ers zien problemen met het behouden van huidige opdrachten en het binnenhalen van nieuwe opdrachten.
Beide partijen maken zich ernstig zorgen over de papierwinkel en het risico dat ze het, ondanks alle energie die ze er aan besteden, in de ogen van de Belastingdienst toch niet goed hebben geregeld.

In maart ben ik uit nieuwsgierigheid naar een voorlichtingsbijeenkomst voor zzp’ers geweest, waarbij twee heren van de Belastingdienst informatie verstrekten over de Wet DBA en de gevolgen voor de zzp’ers. De teneur van de boodschap die ze trachtten over te brengen vond ik ontluisterend. Het deed me denken aan meneer de Uil van de Fabeltjeskrant. “Oogjes dicht, snaveltjes toe, slaap lekker”. De zzp’er zou zich namelijk volgens de Belastingdienst in de meeste gevallen geen zorgen hoeven te maken, want er veranderde eigenlijk niet zoveel.

Op de website van de Belastingdienst staan bij de FAQ vergelijkbare sussende woorden:
“Wordt het nu voor veel opdrachtnemers moeilijker om als zzp’er te werken?
Nee. De grens tussen ondernemerschap en dienstverband verandert niet. Alles wat nu mag, mag straks ook. Alles wat straks niet kan, kan nu ook al niet. Het wordt met de modelovereenkomsten wel veel duidelijker wat wel en niet kan.”

In een recent webinar van de Belastingdienst werden enkele cases behandeld, waaruit de enorme impact blijkt van de manier waarop de Belastingdienst de DBA uitlegt, waarbij je de vraag kunt stellen of dit ook zo is bedoeld door Staatssecretaris Wiebes. De Staatssecretaris heeft steeds gesproken over een percentage tussen 2 en 14 procent schijnzelfstandigheid dat opgelost zou worden door de Wet DBA.

‘Vroeger’ was het bijvoorbeeld mogelijk om een VAR-verklaring te krijgen met als werkzaamheden van de zzp’er ‘interim-management’. Er zijn nogal wat zzp’ers die op verschillende manieren actief zijn als interim-manager/medewerker. Deze interimmers komen er bij de Wet DBA bekaaid vanaf. Tijdelijke vervanging van een werknemer met zwangerschapsverlof door een zzp’er, dat kan vanaf 1 mei niet meer stelt de Belastingdienst in het webinar, want er is dan sprake van een (fictief) dienstverband. Als het vervangen tijdens zwangerschap niet mag, dan geldt dat logischerwijs ook voor ziekte en overbruggingsvervanging bij vertrek van een medewerker. Hoezo: “er verandert niet veel”?!

Alle zzp’ers hebben onlangs een brief ontvangen van de Belastingdienst. Hierin werd aangegeven dat er in veel gevallen geen modelovereenkomst nodig is en de zzp’er dus niets hoeft te doen. Ook hier komt meneer de Uil weer voor de dag. Het in de brief geschetste voorbeeld vind ik lachwekkend: “Denk aan een schilder die steeds voor verschillende particulieren werkt”. Als een particulier een huis laat bouwen, dan schakelt hij een aannemer in. Er wordt dan meestal niet door de particulier een zzp-schilder ingeschakeld, want dit regelt de aannemer. Is een bestaand huis aan een nieuwe lik verf toe, dan regelt de particulier wel een schilder, wat vaak neerkomt op bijklussen in de avonduren. Dat zwart bijklussen niet de bedoeling is begrijp ik ook, maar om dat tegen te gaan, daar levert de Wet DBA geen oplossing voor. In ieder geval is het in de brief aan de zzp’ers genoemde voorbeeld weinig realistisch en ook daarbij lijkt de insteek te zijn om vooral net te doen of het allemaal wel meevalt met de veranderingen.

Om even bij de schilders te blijven: wat als op een bouwproject een aannemer drie schilders aan het werk heeft, waarvan er twee in loondienst zijn en op dezelfde steiger staat ook een zzp-schilder?

Of de werkzaamheden van de zzp-schilder binnen de DBA als (fictief) dienstverband gezien moet worden hangt af van details, onder andere of de zzp’er in het busje van de opdrachtgever meerijdt naar de bouwplaats, (reclame)kleding van de opdrachtgever draagt. Het wel of niet aanwezig zijn van een gezagsverhouding kan in dit soort situaties tot verschillen van mening gaan leiden met de Belastingdienst.

Ook over de modelovereenkomsten valt veel te zeggen. Advocaat arbeidsrecht Daniël Maats is in zijn blog over de Wet DBA helder in zijn bewoordingen: “De modelovereenkomsten zijn alleen gecontroleerd op de onderdelen die voor de fiscus belangrijk zijn, dat zijn de geel gearceerde gedeelten. Die onderdelen moet je laten staan en dat geldt ook voor de verwijzing naar de modelovereenkomst. Ga daar niet aan zitten knutselen. Voor het overige rammelen de modelovereenkomsten aan alle kanten. In ieder geval is veel niet geregeld.”

Terug naar de gevolgen voor zzp’ers en opdrachtgevers. Heb ik de woorden van staatsecretaris Wiebes misschien verkeerd begrepen?
Ik dacht dat 2 tot 14 procent oneigenlijke zzp’ers bestreden zou worden. Het begint er meer op te lijken dat onder de Wet DBA 2 tot 14 procent van de zelfstandigen een boterham als zzp’er kan blijven verdienen.

Henk Geurtsen, FlexKnowledge

Zie ook interview met Geurtsen in SchildersVakkrant

Henk Geurtsen is de oprichter van Experts in Flex en werkt sinds 1976 voor het grootste deel van zijn carrière binnen de flexbranche.