"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Nieuwe schoenen

Nieuwe schoenen

Metro. Hij wist het zeker. Metro. Dat zou het worden. Metro. En niets anders. Vanaf de eerste keer dat hij aan de hand van zijn opa in Rotterdam een metro van onder de stad had zien opduiken, had hij het geweten. Even gracieus als snel was daar opeens een zilveren machine die allerlei mensen in zijn binnenste mee liet reizen. Hij was betoverd. Hoe kon zo’n mooie machine zo verstopt zijn? Hij wist het zeker. Als hij groot was, zou hij ook zo’n bijzondere machine besturen.

Foto: Collin Hardy

In de stille afzondering van zijn eigen cabine zou hij zijn zilveren slang onder de stad door sturen. Dag of nacht, ochtend of avond. Dat maakte niet uit. Hij zou werken in het schemergebied tussen de onder- en bovenstad. Dat zou zijn domein zijn. Mensen zou hij vervoeren. Naar feestjes, naar wedstrijden, naar werk, naar geliefden of er vandaan. Vrolijk, luidruchtig, verlegen, stil of verdrietig. Elke dag weer.

Hij zou het doen. Volledig in controle van alles. Elke tandwiel, schakeling, motor, overbrenging zou hij beheersen zonder dat zij het wisten. Hoe meer hij in controle zou zijn, hoe minder de passagiers zouden merken. Geruisloos, foutloos, veilig. Dat zou het worden. De metro. Zijn metro. En niet anders. Het kon niet anders.

En toch. Verkeerde keuzes, verkeerde vrienden, verkeerde opleiding hadden er voor gezorgd dat hij terecht was gekomen in een wereld die zijn keuze niet was. Na verlies van werk en een relatie die hem niet had gebracht wat hij hoopte, was hij zijn aansluiting op de arbeidsmarkt kwijtgeraakt. Inmiddels zat hij al een tijd thuis. Een ritme van week en weekend had plaatsgemaakt voor zomaar dagen die zich aaneenregen. Rotterdam was een herinnering.

Zijn droom was er nog. Elke dag zag hij vanaf zijn balkon lijn 53 van onder de stad naar boven komen, en elke dag wist hij zeker wat hij wilde. Hij had maar één kans nodig. Die kans kwam met die vacature.

Daar stond hij op de drempel. Ruim op tijd. Meer dan 20 minuten voor de ingeplande test was hij er. Van vrienden had hij een pak geleend. Misschien niet nieuw, maar nog best wel mooi vond hij zelf. Zijn oude werkschoenen, die konden nog best, had hij onder de kraan schoongemaakt. Zij van het uitzendbureau die de advertentie had geplaatst, heette hem welkom en stelde hem op zijn gemak. Zij vertelde hem wat er ging gebeuren. Hij vond haar aardig, het was lang geleden dat iemand gewoon tegen hem had gepraat en in hem geïnteresseerd was.

Dagen had hij gestudeerd om alle haltes uit zijn hoofd te leren. Niet dat dat nodig was. Maar je wist het nooit. Op internet had hij avonden besteed om de technische verschillen tussen de Metropolis M5 en CAF M4 uit te pluizen. Vandaag was zijn moment. Hij wist het zeker. Metro. Dat zou het worden. Vandaag zou hij het horen. Vandaag zou hij zijn oude leven van zich afschudden en een nieuw omarmen.

Na de test bleef hij met nog iemand zitten. Als verdoofd. Tien mensen hadden hun naam horen roepen. Hij niet. Hij zat er niet tussen. Hij was niet door. De hoop van die morgen maakte plaats voor wanhoop. Zijn pak hing ongemakkelijk om zijn schouders, de versleten stof glanzend in het TL-licht. Opeens viel het hem op dat zijn schoenen kapot waren.

“Hoe kan dat nou?” vroeg zij aan hem. “Ik weet het niet. Echt niet,” fluisterde hij zachtjes voor zich uit.

“Te zenuwachtig, te lang er uit geweest, al lang geen contact met andere mensen gehad? Hij mist wat ritme, denk ik,” hoorde hij een stem zeggen. “Maar kan hij niet herkansen?” vroeg zij aan de stem. Om er aan toe te voegen: “Ik weet zeker dat hij het kan.” “Als jij hem ervaring kan laten opdoen, maak ik plaats voor hem,” vervolgde de stem. “Over een half jaar mag hij het weer proberen, maar alleen omdat ik vertrouw op jouw oordeel,” vervolgde de stem.

Hij luisterde maar half. Hij was er helemaal niet bij. Boven zijn hoofd voltrok zich een gesprek over hem, waar hij geen deel van was. Hoe kwam hij aan een baan voor zes maanden? Het was niet dat hij het laatste jaar niets geprobeerd had. “Het komt echt goed!” had ze hem nog nageroepen. Net toen hij zijn kraag opsloeg en met zijn hoofd tussen zijn schouders de regen in stapte.

De zon was gaan schijnen toen ze hem belde. “Ik heb een baan voor je,” zei ze. “Het is een aanstelling voor zes maanden en ze weten dat je daar bent om ervaring op te doen. Ze willen je helpen. En ik ook,” voegde ze daar aan toe. Eerlijk gezegd klonk het te mooi om waar te zijn. Maar toen zelfs de directeur van het uitzendbureau een boekje en een berichtje stuurde om hem succes te wensen, durfde hij pas te geloven dat het echt zo was. Hij had een baan! Zes maanden de tijd om elders ervaring op te doen. Hij gaat leren weer onder de mensen te zijn. Weer leren wat het is om een werkweek en weekend te kennen. En over zes maanden gaat hij bij de metro werken. Zijn metro. Hij weet het zeker. Een nieuw paar schoenen staat al klaar.

Een sprookje?
Je zou bijna denken dat dit een sprookje is. En, toegegeven, zo klinkt het ook. Eerlijk is eerlijk, de eerste circa 200 woorden van dit verhaal heb ik bedacht. De rest is echt waar. Geen sprookje. Gewoon een verhaal uit onze praktijk. De praktijk van onze branche, waarin we dagelijks mensen helpen die een beetje hulp nodig hebben. Omdat het op eigen kracht even niet lukt.

In het maatschappelijke debat en die stemmingmakerij rond uitzenden zou je bijna vergeten dat deze verhalen er ook zijn. Niet één. Maar heel veel. En bij ons allemaal. Natuurlijk zijn er zaken die verbeterd kunnen worden. Maar laten we vooral ook blijven kijken naar hoe wij voor mensen het verschil maken. Hoe wij er toe doen.

Hij gaat werken op de metro. Hij gaat zijn droom invullen. Met een beetje hulp. Dat wel. Maar het gaat lukken.
Dat weet ik zeker.

Steven Gudde
Directeur Bidmanagement en Business Development bij Olympia Uitzendbureau

Steven Gudde is Directeur Bidmanagement en Business Development bij Olympia Uitzendbureau.