SLUIT MENU

Advocaat Maarten Tanja: “De flexbranche heeft grote maatschappelijke waarde”

Maarten Tanja (Köster Advocaten) houdt zich al ruim 25 jaar bezig met de flexmarkt, waarvan 18 jaar als advocaat. Hij en zijn team adviseren honderden detacherings-, uitzend- en payrollbedrijven bij de strategische implementatie van wet- en regelgeving. De advocaat zag het vakgebied flink veranderen in de afgelopen kwart eeuw. “De meeste uitzendbureaus hebben het beste voor met mensen. Zij maken positieve impact.”

Tanja vertelt dat hij als rechtenstudent toevallig in de flexbranche terechtkwam. Hij werkte eerst op het hoofdkantoor van uitzendbureau Tempo-Team en kwam vervolgens via Manpower op de helpdesk van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU). “Ik begon als uitzendkracht met het overtikken van enquêteresultaten.” Vervolgens werkte ik op de debiteurenafdeling, juridische zaken en de helpdesk. En toen kwam er een beleidsfunctie voorbij. Dat klinkt misschien saai voor de gemiddelde jonge rechtenstudent, maar ik werd er enthousiast van. Het was verschrikkelijk leerzaam.”

In 2006 werd hij advocaat en combineerde hij twee banen. Terwijl hij zich bij Köster Advocaten bezighield met algemene advocatuur, zette hij ondertussen een speciaal juridisch adviesbureau op voor leden van de uitzendbond: ABU Legal. Uiteindelijk besloot hij zich volledig te focussen op de flexbranche. Hij werkt nu uitsluitend voor intermediairs op de arbeidsmarkt. “Ik zit altijd aan één kant van de tafel”, vertelt hij. “Wij werken voor de intermediair, nooit voor de inlener of de werknemer.”

Positieve impact en complexe materie

Wat maakt werken voor de flexbranche zo interessant? “De flexbranche heeft grote maatschappelijke waarde”, zegt Tanja. “De meeste uitzendbureaus hebben het beste voor met mensen. Zij maken positieve impact. In mijn tijd bij de ABU leerde ik al veel mooie bureaus kennen die bijvoorbeeld mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk hielpen.” Bovendien is zijn werk belangrijk voor zijn cliënten. “Wet- en regelgeving zijn nooit van ondergeschikt belang voor intermediairs. Het is complexe materie waarover zij zelf adviseurs zijn voor hun klanten.”

Driehoeksverhoudingen wijken opvallend af binnen het arbeidsrecht, vertelt hij. “Het ingewikkelde is dat er twee werkgevers zijn met invloed op de arbeidsrelatie: de uitzender en de inlener. Maar wie heeft nou welke verantwoordelijkheid? Veel mensen hebben daar een mening over en er wordt al jaren over gedebatteerd in binnen- en buitenland. Dat is voor mij razend interessant.”

25 jaar wetgeving in de flexbranche

De afgelopen 25 jaar zag hij een hele hoop ontwikkelingen in wet- en regelgeving. “Toen ik net begon, werd er nog veel geprocedeerd over de rechten van uitzendkrachten”, vertelt hij. “Eind jaren ‘90 veranderde dat. In 1998 werd de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) ingevoerd om de rechten van werknemers te waarborgen. En in 1999 trad de wet flexibiliteit en zekerheid in werking. Daarmee werd een uitzendbureau een officiële werkgever en kregen uitzendkrachten arbeidsrechtelijke bescherming.”

Maar die wetgeving ging nog niet zo ver als nu. “Zo staat de inlenersbeloning pas sinds 2004 in de uitzend-CAO”, vertelt Tanja. Die regel is erop gericht dat uitzendkrachten hetzelfde salaris ontvangen als de overige personeelsleden van de inlener. “Gelijke beloning is in de huidige Uitzend-cao verplicht vanaf de eerste werkdag, de voorwaarden zijn vastgelegd op tien punten”, zegt de advocaat. “Maar voor wie gelden die regels? Dat stond vaak ter discussie. De reikwijdte van de cao en de StiPP-regeling was groter dan traditionele uitzendwerkers zoals aspergestekers in het Westland. Deze regels gelden ook voor professionals in IT, zorg en finance, maar dat was niet altijd helder. Door de jaren heen hakten politici en rechters hier belangrijke knopen over door.”

Complexiteit blijft toenemen

En het is nog lang niet afgelopen met de ontwikkelingen in wet- en regelgeving. “De complexiteit blijft toenemen, vooral de komende jaren”, zegt Tanja. “De veranderingen en de blijvende krappe arbeidsmarkt dwingen intermediairs om hun werkwijzen aan te passen.”

Een van de meest invloedrijke recente wijzigingen is de afschaffing van het handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid op 1 januari 2025, vertelt de advocaat. De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) wordt vanaf nu weer volledig gehandhaafd.

Wetgeving biedt kansen voor bemiddelaars

“Werkgevers zijn zich er nu meer bewust van dat zij problemen met de Belastingdienst krijgen als ze zzp’ers niet op de juiste manier inhuren”, zegt hij. “Dit biedt kansen voor detacheerders en uitzendbureaus. Zij kunnen profiteren door zzp’ers te verleiden bij hen in loondienst te komen. Via detachering kunnen zzp’ers bij meerdere opdrachtgevers blijven werken, afwisselend werk doen en een hoger uurloon ontvangen dan in loondienst.”

Hij ziet dat de verschuiving langzaam op gang komt in bepaalde branches, zoals de zorg. “Maar er zijn ook sectoren waar werkgevers nog afwachten en gewoon zzp’ers blijven inhuren”, zegt hij. “Er is dus nog genoeg tijd om je voor te bereiden. Daarbij is het allerbelangrijkste dat je jouw mensen probeert te binden met opleidingen en ontwikkeling, vooral in een krappe arbeidsmarkt. Dat is best een uitdaging, want door de aanpassing van de Waadi in 2023 zijn uitzendkrachten uiteindelijk altijd duurder dan vast personeel.”

Voorstander van de WTTA

Daarnaast is het wetsvoorstel Toelating Terbeschikkingstelling van Arbeidskrachten (WTTA) een belangrijke ontwikkeling. De WTTA introduceert een toelatingsstelsel voor uitzendbureaus en andere bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen. Het doel van de WTTA is om misstanden in de uitzendbranche aan te pakken, zoals onderbetaling en slechte arbeidsomstandigheden. Inleners mogen alleen samenwerken met gecertificeerde uitzendbureaus, de Arbeidsinspectie houdt toezicht op naleving. 

“Ik ben een groot voorstander van de WTTA”, zegt Tanja. “Het mooie van dit wetsvoorstel is dat inleners aanzienlijke boetes kunnen krijgen als zij zaken doen met niet-toegelaten bureaus. Met goede handhaving zullen malafide bureaus de markt verlaten en andere bureaus beter de regels naleven.”

Pakkans is nu klein

Hij vertelt dat er op dit moment nog veel intermediairs zijn die de regels niet volledig naleven. “Ze houden zich bijvoorbeeld niet helemaal aan het uitzendregime en het recht op gelijke behandeling”, zegt hij. “Dat komt omdat de pakkans te klein is. Het komt voor over de hele linie, van uitzendkrachten in de horeca tot gespecialiseerde engineers. Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie.”

Maar dat wil niet zeggen dat uitzenders het niet goed willen doen, benadrukt Tanja. “Dat kan ik in elk geval zeggen over onze cliënten. Zij zijn ondernemers die hun zaken op een juiste en eerlijke manier proberen te regelen. Wij werken uit principe niet voor partijen die vragen om dingen te verbergen. Ondernemers die het beter willen doen, zijn welkom.”

Duurzaam winst maken

Hij merkt het vooral bij bedrijfsovernames. Tanja en zijn team ondersteunen bedrijven bij de voorbereiding van de verkoop van bedrijven. “Wij analyseren waar de pijnpunten liggen en lossen die op voor de verkoop”, vertelt hij. “Wij doen dat altijd objectief. Ook omdat de koper 8 van de 10 keer een van onze eigen klanten is. Als wij ons werk niet goed doen, schaadt dat uiteindelijk ieders belang: zowel de verkoper die we op dat moment bijstaan, als de koper voor wie we al eerder optraden.”

Bij een overname is het vooral belangrijk dat het bedrijf winstgevend is op een houdbare manier, legt hij uit. “Winst maken door onderbetaling is dat niet. Als je de echte marktprijs gebruikt en je volledig aan wet- en regelgeving houdt, wat blijft er dan over van je bedrijfsmodel? Die vraag lossen wij op met onze klanten.”

Dat doen ze via allerlei methodes. “We onderzoeken onder andere via steekproeven of werknemers voldoende overwerkvergoeding hebben ontvangen. We kijken naar structuren en de houdbaarheid van ingediende dossiers. Dit gedetailleerde werk doen we met veel plezier, in samenwerking met onze eigen M&A-sectie en andere advocatenkantoren.”

Overleven? Je moet meer doen dan mensen verplaatsen

Hoe ziet de toekomst van de flexbranche eruit? “Er komt veel nieuwe wetgeving op intermediairs af, zoals de WTTA, de nieuwe Uitzend-cao, de Wet Meer zekerheid flexwerkers en eventuele nieuwe regels rondom zzp’ers”, vertelt Tanja. “Die nieuwe regels hebben gevolgen voor bureaus. Ten eerste moeten zij specialist worden in arbeidsrecht en klanten kunnen uitleggen hoe de regels werken. Compliance is namelijk waarom zij met jou samenwerken, los van je vaardigheden in werving.”

De regels hebben meer gevolgen. “Door wetten omtrent gelijke beloning verdwijnt het traditionele verkoopargument van kostenbesparing bijna volledig”, benadrukt hij. “Ondernemingen moeten hun toegevoegde waarde op andere manieren laten zien. Intermediairs die enkel focussen op het verplaatsen van mensen zonder hen verder te ontwikkelen, gaan het niet redden.”

Bijdragen aan arbeidsmarktmobiliteit

Ondanks de stijgende kosten en de krappe arbeidsmarkt ziet hij volop kansen voor ondernemers in de flexbranche. Volgens hem zouden bureaus zich vooral moeten richten op opleiding en ontwikkeling van kandidaten. “Dit is cruciaal voor binding en de plaatsbaarheid van werknemers”, zegt hij. “Krapte in de arbeidsmarkt is nooit overal tegelijk. Uitzenders kunnen bijdragen aan de sectorale en intersectorale mobiliteit van werknemers.”

Hij ziet al veel mooie voorbeelden. “Denk aan detacheerders die starters helpen om de arbeidsmarkt op te komen of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt begeleiden naar reguliere banen”, vertelt hij. “Zij nemen drempels weg, bijvoorbeeld door te investeren in iemand die buschauffeur wil worden maar geen groot rijbewijs heeft. Er zijn ook uitzendbureaus die zich volop inzetten voor sociale begeleiding van arbeidsmigranten. En detacheerders die zich richten op ontwikkeling en opleiding, zodat bijvoorbeeld IT-professionals de beste kunnen worden in hun vak.”

Tanja is na 25 jaar nog steeds even enthousiast over de flexbranche als toen hij begon, omdat hij ziet hoeveel waarde deze branche toevoegt aan de maatschappij. “Ik werk graag met mooie bedrijven die zich met hart en ziel inzetten voor passend werk.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *