Zieke werknemer uit dienst? Dit moet je als werkgever regelen

Iedere werkgever krijgt vroeg of laat te maken met zieke werknemers. Een werknemer die werkzaam is voor een NBBU-lid behoudt op basis van de NBBU-cao dan recht op 90% van het naar tijdruimte vastgestelde loon gedurende het eerste jaar en 80% gedurende het tweede jaar. In fase 1-2, waarin de contracten vaak kortdurend zijn, eindigen de contracten veelal eerder en hebben werkgevers de mogelijkheid om het contract niet te verlengen. Wat dan volgt, is dat de werknemer ziek uit dienst gaat.

Wat fase 1-2 onder andere onderscheidt van de andere fasen, is dat de verplichting van de werkgever bij een zieke werknemer niet stopt zodra deze uit dienst gaat. De zieke ex-werknemer ontvangt dan 90% van het dagloon. De ex-werkgever is belanghebbende bij dagloonbesluit dat het UWV zal nemen, indien de medewerker ook daadwerkelijk een Ziektewetuitkering krijgt. In het werkgeversportaal van het UWV komt hiervan een melding. Het UWV betaalt de uitkering tot 70% van dat dagloon, de werkgever dient het aan te vullen tot 90% (eerste jaar) en 80% (tweede jaar). Werkgevers kunnen ook aan de medewerker vragen om de hoogte van het dagloon door te geven aan hen, zodat werkgevers dit conform art. 25 lid 6 cao kunnen aanvullen. Ex-werkgevers, die geen Eigenrisicodrager zijn voor de Ziektewet, hebben overigens geen re-integratieverplichtingen meer: die gaan over op het UWV.

Wist je dat je een voorziening kunt opnemen voor de aanvulling ziektewet als je geen verzekering hiervoor hebt?

Als uitzendonderneming kun je ervoor kiezen om een verzekering af te sluiten of een voorziening op te nemen op je balans voor de verplichte aanvulling van de ziektewetuitkering na einde dienstverband. Artikel 25 lid 6 van de cao geeft daarbij ruimte om een inhouding te doen op het loon van de uitzendkracht, mits voldaan wordt aan de cao-voorwaarden.

Aandachtspunten