Wim Davidse 9 januari 2025 0 reacties Print Instroom uit de WW daalt, dat lijkt vervelend, maar legt enorme kansen blootHet aantal WW’ers dat werk vindt via een uitzend- of detacheringsbureau neemt al een paar jaar af, net als het aantal uitzendkrachten en gedetacheerden. Zou er een relatie zijn? Analyse van de cijfers onthult opvallende ontwikkelingen en mogelijkheden. In en uit de WW Net voor de kerstvakantie bleek dat het aantal mensen met een WW-uitkering in november op 177.000 was gekomen (het aantal werklozen dat maandelijks door het CBS wordt vastgesteld, kwam in november op 372.000, ofwel 3,7% van de beroepsbevolking; de twee variabelen zijn heel erg verschillend gedefinieerd). De grafiek toont dat het aantal werklozen alweer zo’n twee jaar lichtjes oploopt. Desalniettemin is de werkloosheid nog steeds enorm laag, en de krapte van de arbeidsmarkt dus groot. Hoewel beide curven er behoorlijk rustig uitzien, verhullen zij een turbulent beeld van in- en uitstroom: maandelijks komen er nieuwe werklozen bij en vinden werklozen een baan (of gaan naar de bijstand, of verlaten de arbeidsmarkt). Dat laatste wordt de uitstroom genoemd. De dalende uitstroom-aantallen in 2021-2022 waren een gevolg van de sterk afnemende werkloosheid (van minder werklozen kunnen er ook minder uitstromen), in 2023 speelde ook de milde economische recessie mee (minder nieuwe mensen nodig), en de lichte groei in 2024 was waarschijnlijk een gevolg van de weer wat aantrekkende economie, bij een krappe arbeidsmarkt. Belangrijk voor de flexbranche, dus aderlating De mensen die uit de WW stromen, vinden een tijdelijke of een vaste baan bij een werkgever, gaan werken via een uitzendbureau of detacheringsbureau, gaan zzp’en, of gaan de bijstand in. In 2018 ging maar liefst 28%, dus ruim meer dan een kwart, van de uitstromers via een uitzend- of detacheringsbureau aan de slag, blijkt uit UWV-analyses. In 2023 (de meest recente analyse) was dat nog maar 21%. Voor de uitzend- en detacheringsbureaus was dat dus een flinke aderlating: in 2018 was liefst 23%, dus zowat een kwart, van de instroom van uitzend- en detacheringskrachten afkomstig uit de WW! In 2023 was dat nog maar 13%. En dat dan dus ook nog eens bij lagere aantallen uitstromers. Dat betekent dat de instroom bij uitzendbureaus en detacheringsbureaus vanuit de WW in aantallen sinds 2018 aanzienlijk is afgenomen, van bijna 104.000 in 2018 naar ruim 48.000 in 2023. Dat is meer dan een halvering. Het totale aantal uitzend- en detacheringskrachten is sinds 2018 ook afgenomen, van 441.000 tot (waarschijnlijk) zo’n 360.000 in 2024. Maar: als de instroom vanuit de WW daaruit wordt gehaald, blijkt dat het aantal anderszins instromende uitzend- en detacheringskrachten (de groene curve in de grafiek) niet of nauwelijks structureel af te nemen! (De corona-crisis had in 2020 natuurlijk wel een enorm maar gelukkig tijdelijk effect.) En dat in een superkrappe arbeidsmarkt! Wat is hier aan de hand? Veranderende kenmerken van werklozen Laten we eerst eens kijken naar de bron van de instroom in de uitzend- en detacheringsbureaus c.q. de uitstroom uit de WW: de werklozen. We kunnen met behulp van de CBS-data de samenstelling van de werkloze beroepsbevolking bekijken, gesegmenteerd naar leeftijd en naar opleidingsniveau, en de verandering van die samenstelling over de jaren. Met de focus op leeftijd, valt onmiddellijk op dat het aantal werklozen van 15 tot 35 jaar in de afgelopen 7 jaar heel licht is opgelopen en dat het aantal werklozen van 35 tot 75 jaar stevig is gekrompen. De hele krimp van de werkloosheid is voor rekening van die 35plussers gekomen! Ook als we de focus verleggen naar opleidingsniveau wordt zo’n typische ontwikkeling duidelijk: het aantal lager en middelbaar opgeleiden dat werkloos is, is afgenomen, het aantal hoogopgeleide werklozen is iets toegenomen. De daling van de werkloosheid is volledig te danken aan de krimp van het aantal lager en middelbaar opgeleide werklozen. Kortom, werklozen zijn relatief jonger en hoger opgeleid geworden. Veranderende kenmerken van uitzendkrachten en detacheringskrachten Ook de uitzend- en detacheringskrachten kunnen we op die manier bekijken. En het beeld komt verrassend overeen. Het aantal uitzend- en detacheringskrachten tot 35 jaar is redelijk stabiel gebleven, het aantal 35plussers is flink afgenomen en bijna volledig verantwoordelijk voor de krimp van het aantal uitzend- en detacheringskrachten. Het aantal uitzendkrachten met een lagere of middelbare opleiding is flink afgenomen, samen ruim -28%, het aantal hoogopgeleiden is licht gegroeid. Kortom, ook uitzend- en detacheringskrachten worden relatief jonger en hoger opgeleid. Dat roept belangrijke vragen op – over mogelijke kansen Steeds minder 35plussers die werkloos zijn, dus minder uitstroom van deze groep uit de WW, dus minder instroom van deze groep bij de uitzend- en detacheringsbureaus? Steeds minder lager en middelbaar opgeleiden die werkloos zijn, dus minder uitstroom van deze groep uit de WW, dus minder instroom van deze groep bij de uitzend- en detacheringsbureaus? Zou dat het zijn? Jongeren, dat wil zeggen mensen tot 35, hebben minder ervaring en blijven daarom opstappen via uitzend- en detacheringsbureaus? Zou kunnen. Maar die jongeren zijn dan zo te zien wel steeds vaker hoogopgeleid. Zouden zij ook iets anders zoeken dan een opstap? Zoeken zij ook niet naar vrijheid, naar variatie, naar een expeditie waarin ze ontdekken wat ze leuk en interessant en waardevol en passend vinden? Is dat niet een geweldige kans voor uitzend- en detacheringsbureaus? Tegelijk ligt de economie al 2 jaar op z’n gat (en de vooruitzichten zijn hooguit matig), en werkgevers hebben nu minder vacatures en worden dus minder met de krapte geconfronteerd en gaan dus weer hogere eisen stellen, dus weer meer ervaring vragen van kandidaten, dus minder enthousiasme voor jongeren? Maar wat dan als in de loop van 2025 of wellicht nog wat later de economie weer genoeg aantrekt, en er, zoals altijd bij herstel, snel meer jongeren nodig zijn …? En omdat werkgevers tegelijk steeds meer geconfronteerd worden met vergrijzing, uitstroom van ouderen, die relatief vaak laag of middelbaar opgeleid waren, en door vooral middelbaar opgeleiden vervangen (moeten) worden, die ook heel schaars zijn, en dus snel een vast contract krijgen aangeboden? Wat als nou blijkt dat werkgevers wel vaste contracten bieden, maar vervolgens niet echt (of: echt niet) een aanstekelijke werkomgeving, zouden die ouderen dan niet (weer) als uitzend- of detacheringskracht aan de slag willen? Zijn dat geen interessante kansen, over de volle linie van de arbeidsmarkt? Wat moeten we daarvoor gaan doen? En stoppen? Wanneer beginnen we? werkloosheid, WW, WW’ers Print Over de auteur Over Wim Davidse Wim Davidse is director Trends & Insights bij ZiPmedia en toekomstverteller en strategisch prestatie-adviseur. Bekijk alle berichten van Wim Davidse