"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Platformwerkeconomie, raakvlakken met uitzendwerk?

Platformwerkeconomie, zijn er raakvlakken met uitzendwerk?

Interview met Jurriën Koops, Algemeen Directeur van de ABU

Dit interview is onderdeel van een serie over de platformeconomie, waarin verschillende stakeholders en experts aan het woord komen.

De platform- en/of deeleconomie verandert de manier waarop mensen werken. Welke invloed heeft dat op onze samenleving, op ons arbeidsrecht en op ons stelsel van sociale zekerheid?

In dit interview geven we het woord aan Jurriën Koops, Algemeen Directeur van de ABU, de Algemene Bond Uitzendondernemingen. Hij vindt dat de platformeconomie kan leren van de beginjaren van uitzenden. De discussies over ‘kluswerk’ in de platformeconomie speelden ook bij de start van de geschiedenis van het uitzendwerk, nu bijna 60 jaar geleden.

“Als arbeidsvorm was uitzendwerk tot dan toe onbekend en dus onbemind,” vertelt Koops. “Uitzenders hadden in die tijd bovendien een slecht imago. Ze werden gezien als snelle jongens die rijk werden over de rug van arbeiders. ‘Koppelbazen in jacquet,’ zo werden ze genoemd. De periode van maatschappelijke weerstand duurde tot de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. Op enig moment keerde dat om, bij de politiek ontstond het besef dat deze vorm van werk de drempel naar de arbeidsmarkt verlaagde. Via uitzendwerk konden mensen kennismaken met werkgevers en makkelijker instromen in regulier werk.
In de jaren ’80 werd het kabinet Lubbers zich bewust van de kracht van uitzendwerk. De uitzendbranche werd vaker ingeschakeld om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. In die periode werd ook uitzendorganisatie Start opgericht die tripartite werd aangestuurd om de jeugdwerkloosheid terug te dringen.”

Drempelverlagend
“Een soortgelijke ontwikkeling zie ik bij de nu opkomende platformeconomie. Het is nog niet gekaderd en mede daardoor groeit het sterk. Het zorgt voor meer betaald werk en biedt mensen daartoe een eenvoudige toegang. Wie deze nieuwe werkvormen negeert of probeert te verbieden, zorgt ervoor dat platforms buiten beeld raken, maar niet verdwijnen. Daarom zullen we als samenleving moeten accepten dat de platformeconomie bestaat. De diversiteit van vormen waarin werk gestalte krijgt is een fact of life. We moeten het duidelijk wel in goede banen leiden, want het botst aan alle kanten met ons arbeidsrecht en ons sociale stelsel.”

Zelfregulering
“Ik vind dat de platformsector een vorm van zelfregulering nodig heeft. Vooral om transparantie te bieden en daarnaast om de schapen van de bokken te scheiden. Anders verliezen de platformaanbieders support van de samenleving en dat zie je al gebeuren. Daar zie ik opnieuw een parallel met uitzenden; ook in de uitzendsector wordt met zelfregulering gewerkt. Bij uitzenden was er geen specifieke regulering tot de sector in 1999 zelf kwam met de uitzendovereenkomst. In overleg met de overheid en Stichting van de Arbeid is deze overeenkomst geborgd in het rechtsbestel. Zo hebben we als ABU ook een cao gesloten voor uitzendkrachten. Voor die cao hebben we een algemeen verbindend verklaring aangevraagd, zodat er een vorm van ordening en regulering ontstond in de markt.”

Privacy, big data, de werkende zelf aan het stuur
“Een ander punt is de positie van de werkende. De platformeconomie genereert enorm veel persoonsgegevens, big data. Die data zijn ‘goud waard’ voor dataverzamelaars, maar in feite zijn die data van de werkenden zelf. In Amerika zie je nu apps die erop zijn gericht om de data, verzameld via allerlei platformen, terug te brengen bij de werkende zelf. Die kan daarmee zelf zijn optimale werkplekken en werktijden zoeken en beheren.

De werker kan dus meer centraal komen te staan en profiteren van zijn eigen data. Dat gaat niet vanzelf. Het moet bewust worden geregeld. Vanuit die insteek kan de kwetsbaarheid van platformen ook een kracht worden, ten dienste van de werkenden.

Met de platformaanbieders zouden wij daar graag over willen nadenken. Ook op dit punt zijn er raakvlakken met vraagstukken waar de uitzendbranche mee te maken heeft. Ik zou graag met de platformsector willen kijken waar de gemeenschappelijke belangen zitten, of waar gemeenschappelijke problemen zijn.”

Grote diversiteit aan platformwerkers
“Zo speelt al langer de vraag ‘wat is een zelfstandige?’ Ook voor de platformeconomie is die vraag van belang. Of breder nog: wat is de juridische status van de platformwerker die allerlei klussen uitvoert, mogelijk gemaakt door een algoritme?
Platforms zijn er in alle soorten en maten. Business to business, business to consumer, consumer to consumer. Platformwerkers kunnen we niet over één kam scheren. Dat gebeurt al met de zelfstandigen, terwijl die groep enorm divers is.
Zo is het aanbesteden van een klus via Werkspot juridisch bijvoorbeeld van een heel andere orde dan het bestellen van een maaltijd via bezorgservices zoals Foodora of Deliveroo.”

Wanneer is iemand zelfstandig (freelancer of zzp’er)?
“Als ik kijk naar een platform zoals Temper, dat een marktplaats biedt voor medewerkers in de horeca, heb ik daar gemengde gevoelens bij.
Temper bemiddelt zelfstandigen voor de horeca en dan gaat het om toiletmedewerkers, garderobemedewerkers, bistropersoneel, noem maar op. Hun werk levert een hoog netto-inkomen op, maar zijn dit echt zelfstandigen? Ondertussen werkt Temper wel met een ruling van de Belastingdienst. Het wordt een rommeltje.

Het is goed dat er een brede discussie over platformwerk komt. Over de kansen die het biedt, over de status van de kluswerker, maar ook over zaken als gelijk speelveld en adequate bescherming. De Tweede Kamer opteert voor een hoorzitting. In meerdere landen buigen rechters zich over zaken. De media hebben er aandacht voor. Nu de sector zelf nog. Het opiniestuk van de voorman van Deliveroo in FD deze week was meer een commercial dan een echte bijdrage aan deze discussie.”

Transparant inrichten
“Het zou mooi zijn als de platforms transparant worden in hun services en in de positie van hun platformwerkers. Ook zouden we moeten nadenken over hoe we bescherming bieden aan degenen die bescherming nodig hebben en vrijheid aan wie voldoende zelfredzaam is. Geen verstoppertje spelen over risico’s bij ongevallen of arbeidsongeschiktheid. Gewoon duidelijk zijn en goed regelen.”

Is een platformaanbieder een intermediair?
“Volgens mij is een platform een intermediair, maar dan in een andere vorm. Op de arbeidsmarkt ontstaan voortdurend initiatieven. Er blijven intermediairs nodig, hoewel een deel van de intermediaire rol wordt overgenomen door big data en algoritmen. Het vak van intermediair verandert van karakter.

Kortom, ik omarm de initiatieven van de platformeconomie, het biedt meer kansen op werk, maar ben er wel voorstander van dat er wordt bekeken hoe er een gelijk speelveld kan ontstaan en de arbeidsrisico’s niet eenzijdig bij de platformwerkers worden neergelegd.”

Interview: Hendarin Feyli (VRF.nl) en Hinke Wever (FlexNieuws.nl)

Leestip
Serving workers in the gig economy

Hinke Wever is een creatieve verbinder van werk- en levensterreinen. Ze was als redacteur vanaf de start betrokken bij FlexNieuws.