SLUIT MENU

‘De nieuwe cao is hét moment om waarde van uitzenden aan te tonen’

De nieuwe uitzend-cao stelt de flexbranche voor uitdagingen, maar biedt ook kansen. Dat stelt Steven Gudde (Olympia) in gesprek met Wim Davidse (FlexNieuws) tijdens de recente Webinar Week. “Als je werkgeverschap serieus neemt en je aan opdrachtgevers wilt laten zien welke waarde je echt levert, dan is dit het moment om dat te doen.”

Met de komst van de nieuwe cao voor uitzendkrachten per 1 januari 2026 verdwijnt de bekende ‘inlenersbeloning’. Daarvoor in de plaats komt het principe van ‘gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden’. Dat betekent dat het totale pakket aan arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten minstens dezelfde waarde moet hebben als dat van vaste medewerkers. “Het is ook terecht dat een uitzendkracht gelijkwaardig wordt beloond. De grote puzzel is alleen hoe je al die secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden (aanvullende looncomponenten, inclusief verstrekkingen, zwembadabonnement, hypotheekkortingen, et cetera) van de inlener gaat omzetten naar arbeidsvoorwaarden van het uitzendbedrijf.” Dat maakt het verlonen van uitzendkrachten veel complexer, geeft Gudde toe. “Ja, dat is in aanvang veel werk, maar daar zijn wij voor als uitzendsector. Wij zijn er om – hoe complex ook – het aan de achterkant zo gemakkelijk te maken dat onze klanten en flexkrachten daar geen last van hebben.”

Eenmalige investering

Voor opdrachtgevers valt de investering en tijd en energie wel mee, stelt Gudde. “Zij hoeven maar één keer de moeite te nemen om alle formele arbeidsvoorwaarden en informele afspraken te inventariseren. Bedrijven hebben vaak tal van regeling die ergens in een doos op zolder liggen. Het is voor hen ook een mooie gelegenheid die zolder eens op te ruimen.”
En Gudde ziet vooral kansen voor uitzenders. “Het is een eenmalige investering die je doet om samen het werkgeverschap voor een flexmedewerker optimaal in te richten. Daar hebben flexkrachten en de opdrachtgevers plezier van en wij als uitzenders kunnen dat faciliteren. Hoe kun je daar nou op tegen zijn?”

Cao omarmen

Gudde trekt het breder en ziet de nieuwe cao als een mogelijkheid om de transitie in de wereld van werk te versnellen. “Wij geloven dat werk voor iedereen relevant is en dat iedereen ertoe doet. Als Olympia zien we het als onze rol een bijdrage te leveren aan dit debat – zeker ook met collega-uitzenders.”

“Eigenlijk zouden we de nieuwe cao moeten omarmen. Het past in de beweging dat uitzendarbeid een volwaardige rijbaan is (zoals Commissie Borstlap het noemt). Uitzenden is een volwaardige vorm van werk die je ook volwaardig moet belonen. Deze cao stelt ons in staat te laten zien dat wij een werkgever zijn die flexibiliteit biedt aan onze opdrachtgevers en invulling geven aan werk op een manier die flexkrachten zoeken.”

De nieuwe cao biedt volgens Gudde namelijk heel veel ruimte om een vertaling te maken van het totale arbeidsvoorwaardenpakket met alle componenten (van de inlener) naar een totaalpakket (dat de uitzender maakt) voor de medewerker. Uitgangspunt bij Olympia is altijd de vraag ‘welke rol moet werk spelen in jouw leven?’ Gudde licht dit toe: De ene medewerker wil vooral geld (zoveel mogelijk cash), de ander wil zich meer ontwikkelen (begeleiding, opleiding(sadvies)), weer een ander vindt tijd belangrijk (wens voor zelfroostering of wel/niet werken in avonduren omdat hij of zij bijvoorbeeld mantelzorger is). Olympia heeft die drie uitgangspunten (maximaal regie op geld, tijd en ontwikkeling) omgezet naar drie contracttypen. Afhankelijk van de vraag van de flexkracht wordt het contract daarnaar ingericht. Gudde: “Zo hebben wij tien verschillende arbeidsarrangementen (profielen), een contract dat naast een juridisch kader ook bestaat uit een psychologisch/relationeel kader. Dat moet met elkaar in balans zijn.”
Zo maak je je werkgeversmerk sterker, stelt Gudde. “Een medewerker die gelukkig is met zijn werk wil bij jou blijven, die kun je binden. En je trekt ook daarmee nieuwe flexkrachten aan.”

Uitzendkracht duurder, maar dat mag ook

Marcel Reijmers (FlexKnowledge) verwacht dat als gevolg van de nieuwe cao de kosten voor de inhuur van uitzendkrachten in 2026 gemiddeld met 5% stijgen voor de normale uren en voor toeslagen kan dit oplopen tot wel 17%, afhankelijk van de sector. Alom klinkt dan ook de klacht dat uitzenden (te) duur wordt. Gudde wil dat toch enigszins relativeren. “Op basis van gemiddelden klopt dat, maar het kostenniveau is volledig afhankelijk van de cao en het arbeidsvoorwaardenpakket van de opdrachtgever. Als je dat naast de huidige ABU-cao plaatst kan het zijn dat het helemaal niets uitmaakt, maar het kan ook zijn dat een uitzendkracht inderdaad duurder wordt. Dat is een gevolg van het gelijkwaardig willen belonen van uitzendkrachten en mensen in dienst bij de opdrachtgever die hetzelfde werk doen.”
Maar uitzendkrachten mogen volgens Gudde ook duurder zijn. “Je levert ook waarde als uitzender, met jouw expertise in werving en selectie en (arbeidsmarkt)communicatie. En een opdrachtgever wil bepaalde flexibiliteit en risico’s onderbrengen bij een uitzender. Daar mogen best kosten tegenover staan.”

Lagere (loon)kosten voor uitzendkrachten zijn er straks dankzij de gelijkwaardige beloning in nieuwe cao niet meer. De vrees leeft in de uitzendbranche dat opdrachtgevers meer zelf mensen in dienst zullen nemen met als argument dat het financiële voordeel van uitzenden wegvalt. Een ontwikkeling die sowieso al gaande is door de krappe arbeidsmarkt.

Maar Gudde is niet bang dat Olympia hierdoor klanten verliest of dat klanten minder uitzenduren zullen afnemen. “Als je puur en alleen op directe loonkosten let, zou dat zo kunnen zijn. En natuurlijk herkennen wij net als alle uitzenders dat sentiment in de markt. Maar als een opdrachtgever zegt ‘dan hou ik ermee op’ is dat een goede aanleiding om een fundamenteel gesprek te voeren over ‘welke rol speelt flex binnen jouw organisatie?’”
“Want wij zijn het als sector aan onze stand verplicht om dat gesprek met klanten aan te gaan; welk probleem wil je eigenlijk oplossen? En hoe kunnen wij daarbij helpen; via uitzenden, advies, werving en selectie…Dit is het moment om als sector te laten zien wat wij aan waarde toevoegen.”

Werkgever én dienstverlener

Uitzend(volumes) mogen dan gaan krimpen, maar dat betekent volgens Gudde niet dat de rol van uitzenders is uitgespeeld. Integendeel. “Als je kijkt naar de drie rijbanen op de arbeidsmarkt van Borstlap (vast, uitzenden, ondernemen) dan hebben wij in de sector alle kennis om op al die rijbanen van toegevoegde waarde te zijn.”
Het vraagt wel om een andere benadering, weet Gudde. “Toen ik met uitzenden begon ergens in de steentijd gold omrekenfactor 1,56 en alles daarbovenop was marge. Einde oefening. Dat spel is over. Je moet als leverancier echt verstand van zaken hebben, weten in welke wereld jouw klanten zich bewegen. Je moet echt jouw toegevoegde waarde richting de klant zichtbaar maken.”
Tegenwoordig ziet Olympia zichzelf als werkgever voor de kandidaat en als dienstverlener voor de opdrachtgever. “Die heeft een probleem, daar zoeken we een oplossing voor. Dat kan zijn een kandidaat leveren voor een vacature. Als werkgever bieden we de kandidaat werk dat voor hem of haar betekenis heeft (goed werkgeverschap) en daarmee meer waarde levert binnen de oplossing die we voor de klant hebben bedacht (dienstverlening).”

De hartekreet van Gudde: “Grijp de nieuwe cao aan om de meerwaarde van uitzenden aan te tonen. Wij hebben als flexsector een verantwoordelijkheid in goed werkgeverschap. Wij leveren waanzinnig veel waarde voor mensen die een baan zoeken, inkomen nodig hebben en voor opdrachtgevers die flexibiliteit zoeken. Wij leveren waarde. Punt.”

Dit is een beknopte samenvatting van het webinar waarin Wim Davidse (hoofdredacteur FlexNieuws) spreekt met Steven Gudde (Directeur Business Development & Impact bij Olympia) over de impact van de nieuwe cao voor uitzendkrachten die op 1 januari 2026 ingaat. Het hele webinar bekijken en beluisteren?

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *