Henk Geurtsen 16 september 2025 0 reacties Print Kostprijs 2026 zorgt voor schokgolf in de flexbrancheDe kostprijs 2026 zal behoorlijk hoger zijn dan in 2025. De gevolgen beginnen meer en meer duidelijk te worden voor de uitzendorganisaties en detacheringsbedrijven. Henk Geurtsen en Martijn Remmelzwaal van Experts in Flex leggen uit wat er gebeurt en welke reacties dit met zich meebrengt. “Dat is toch niet echt zo?!?” Als adviseurs in de flexbranche horen we dit het vaakst wanneer we de cao-wijzigingen en de contouren van de kostprijs 2026 toelichten. Het meest opvallende is dat de verbazing niet alleen gaat over de stijgende kosten, maar vooral over de enorme toename aan administratieve lasten, wat ook op een of andere manier vertaald moet worden in het tarief. En dat terwijl de kostenstijging op zichzelf al aanzienlijk is. Steeds meer directeuren en financieel verantwoordelijken ervaren hierdoor onrust en hadden niet verwacht dat de gevolgen zó groot zouden zijn. Vanwaar zulke grote gevolgen? Vanaf 1 januari 2026 treedt de nieuwe uitzend-CAO in werking. De kern: gelijkwaardigheid van alle beloningselementen bij de inlener. Dit gaat dus veel verder dan de huidige inlenersbeloning. In feite is dit een vervolg op het SER-advies uit 2021 en uitspraken van de Hoge Raad, met onder andere het Dosign-arrest. Wat verandert er concreet? We lichten de vier belangrijkste wijzigingen uit: Alle verlofregelingen matchen: Geen standaard reserveringspercentages meer, maar het één-op-één overnemen van alle verlofregelingen van de inlener. Heeft een klant 30 vakantiedagen? Dan moet de flexkracht óók 30 dagen krijgen. Dit betekent een verschuiving van een vast looncomponent naar een variabele per klant welke ingericht moet worden in de salarissoftware en doorberekend moet worden in de kostprijs. “Exotische” arbeidsvoorwaarden: De gelijkwaardigheid geldt ook voor secundaire arbeidsvoorwaarden zoals: sportschoolabonnementen, fiets-van-de-zaak, verduurzamingsregelingen of zelfs personeelskortingen op hypotheken. Al deze voordelen moeten gegeven worden aan de flexkracht of worden gecompenseerd. Pensioenpremie: Het pensioenfonds van de inlener hoeft gelukkig niet overgenomen te worden; StiPP blijft de standaard. Maar er geldt wél een verplichting tot gelijkwaardigheid in de werkgeverspremie. Per plaatsing moet inzichtelijk zijn of de pensioenpremie van de flexkracht meer of minder is dan die van de klant. Bij een hoger werkgeverspercentage pensioenpremie bij de klant moet dit verschil vergoed worden aan de flexkracht. Levert dat lagere kosten op als er bij de klant géén pensioen is? Nee, dan mag er geen verrekening plaatsvinden. Arbeidsongeschiktheid: Bij ziekte is er niet meer standaard sprake van 1 wachtdag en 90%/80% betaling. Per klant zul je moeten kijken wat daar de regeling is en daar heeft de uitzendkracht recht op. Vastlegging: van lastig naar complex Naast de extra kosten brengen deze wijzigingen forse administratieve uitdagingen met zich mee: Alle verlofregelingen matchen: Voorheen ging dit enkel om ADV/ATV, nu moeten alle verlofregelingen van de klant geïnventariseerd en per plaatsing ingericht worden. Extra complexiteit: veel klanten hebben verschillende verlofregelingen met een afwijkend aantal dagen. Exotische arbeidsvoorwaarden: Elk element – groot of klein – moet inzichtelijk worden gemaakt. Wat is bijvoorbeeld de waarde van een sportabonnement of fiets-van-de-zaak? Wanneer kun je spreken van gelijkwaardigheid? Dit vereist nieuwe rekenmodellen en transparante communicatie. Vergeet hierbij niet, het loon en alle arbeidsvoorwaarden dienen ook expliciet bevestigd te worden aan de flexkracht via de bekende uitzendbevestiging. En als extraatje moet het voor de uitzendkracht ook duidelijk zijn wat de grondslag is van een arbeidsvoorwaarde. Je kunt dus niet volstaan met het noemen van een percentage, maar op de uitzendbevestiging of op de loonstrook moet ook duidelijk vermeld staan over welke grondslag dit percentage wordt berekend. Pensioenpremie: Per klant zul je moeten kijken of het werkgeverspercentage pensioen hoger is dan dat van de StiPP. Is dat het geval dan moet je dat compenseren, bijvoorbeeld met een bruto vergoeding of een andere compensatie. Het kan interessant zijn om exact uit te rekenen hoeveel pensioenpremie de klant af zou moeten dragen en hoeveel er aan de StiPP moet worden afgedragen. Die berekeningsmethode kost meer tijd, maar kan wel leiden tot een lagere compensatie. Je zult dus de afweging moeten maken of het extra werk opweegt tegen de mogelijke besparingen. Arbeidsongeschiktheid: Van al je klanten dien je de vergoedingen bij ziekte te kennen en op de juiste wijze te vergoeden aan de flexkracht. Werkt de uitzendkracht bij twee klanten met verschillende regelingen, dan mag je hopen dat de uitzendkracht niet ziek wordt. Verkooptarieven 2026 Bereid je goed voor op gesprekken met de klanten. Alle arbeidsvoorwaarden zullen geïnventariseerd moeten worden, ook voorwaarden die niet in de cao van de klant staan, maar die wel worden toegepast voor de eigen medewerkers. En geldt een arbeidsvoorwaarde voor een eigen medewerker, dan geldt die per definitie ook voor de uitzendkracht, als die dezelfde of een vergelijkbare functie heeft. Uitzendkrachten mogen dus niet uitgesloten worden! Hoe ga je al deze wijzigingen doorberekenen in een tarief? Dit vraagt om maatwerk per klant: eerst de klant informeren, vervolgens samen inventariseren. En dit is niet optioneel – je moet het sowieso doen voor de verloning in 2026. Wat de effecten zijn van de “exotische” arbeidsvoorwaarden op de kostprijs is uiteraard per klant heel verschillend. Wat we nu al wel met zekerheid kunnen zeggen is dat de nominale Whk-premie met 0,72% stijgt en dat de premie StiPP ongeveer verdubbelt. De pensioenlasten in de kostprijs worden nog hoger als de klant een pensioenregeling heeft die duurder is dan de StiPP. Dan moet ook dat verschil worden meegenomen in het tarief. Meer weten? De impact van Kostprijs 2026 is groot. Tijdens ons FlexFuture-event gaan we hier dieper op in: van de nieuwe CAO en de WTTA tot concrete handvatten om je organisatie hierop voor te bereiden. Tijdens ons FlexFuture-event besteden we elk jaar aandacht aan de kostprijs. Deze keer trekken we daar extra veel tijd voor uit, omdat er zoveel valt te vertellen. Datum: 25 november 2025, 10:15– 15.00 uur (inloop vanaf 9.15 uur en na afloop kan er onder het genot van een hapje en drankje nagepraat worden) Locatie: Van der Valk Hotel Vianen, Prins Bernhardstraat 75 4132 XE Vianen Programma & Tickets cao, FlexFuture, Kostprijs, Kostprijs 2026 Print Over de auteur Over Henk Geurtsen Henk Geurtsen is de oprichter van Experts in Flex en werkt sinds 1976 binnen de flexbranche. Bekijk alle berichten van Henk Geurtsen