"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Hoe leer je arbeidsmigranten Nederlands te spreken? ‘Minder grammatica en meer spreektaal’

Caia Roelofsen helpt sinds 2017 Poolse arbeidsmigranten bij het leren van de Nederlandse taal. In plaats van droge grammaticaregels legt zij de focus op de taal die op de werkvloer wordt gesproken en de spreektaal. “Ze willen een boodschap overbrengen aan de baas of collega’s.”

Caia Roelofsen groeide op in Rotterdam met haar Poolse moeder en Nederlandse vader. ‘’Nederlands was mijn eerste taal, maar thuis werd er ook Pools gesproken,’’ vertelt Roelofsen. Ze studeerde Ruslandkunde aan de Universiteit Leiden en zocht na haar afstuderen werk in die richting. ‘’Dat lukte niet echt. Dus dacht ik: ik spreek ook Pools, misschien kan ik daar iets mee.’’

Uiteindelijk kwam ze terecht bij een taalschool voor arbeidsmigranten. Tijdens haar eerste lessen viel het Roelofsen meteen op hoe zwaar de cursisten het hadden. ‘’De focus lag enorm op grammatica. Soms behandelden we drie nieuwe grammaticale thema’s in een les van tweeënhalf uur. De mensen konden de regels vaak opdreunen, maar echt Nederlands spreken? Dat lukte nog niet helemaal.’’

Dat moest anders, vond ze. Roelofsen wilde lessen maken die beter aansloten op het dagelijks leven en vooral op de werkvloer. ‘’Mensen komen niet om te leren waarom je het huis moet zeggen en niet de huis. Ze willen een boodschap kunnen overbrengen aan hun baas of collega’s. Daar moet het om draaien.’’

Eigen taalschool

Met die gedachte richtte ze in 2017 een eigen taalschool voor Poolse arbeidsmigranten op, genaamd Tulipan. De school bood eerst alleen cursussen aan voor particulieren, en één jaar later ook voor bedrijven, die haar inhuren en betalen om hun werknemers taalvaardigheid bij te brengen.

De bedrijven schakelen haar vaak in voor arbeidsmigranten die al een vast contract hebben. ‘’Vaak hebben ze meer mensen in dienst, maar ze kunnen niet 100 medewerkers een cursus Nederlands aanbieden. Dus ze kijken dan inderdaad naar wie heeft hier een vast contract.’’ Voor deze groep is een taalcursus zeer relevant, aangezien er zekerheid is dat zij nog een tijdje in Nederland blijven.

De nadruk ligt bij haar methode op spreekvaardigheid en het doorbreken van wat zij de ‘blokkade’ noemt: de angst om Nederlands te spreken uit angst voor fouten. Dit leidde tot haar motto: ‘’De boodschap moet overkomen, of dat nou met of zonder grammaticale fouten is’’.

Taal op de werkvloer en spreektaal

Roelofsen beperkt zich niet tot de basis van de Nederlandse taal. In haar lessen staan daarnaast twee thema’s centraal. Enerzijds draait het om de taal die nodig is op de werkvloer, zoals veiligheidsregels begrijpen, instructies kunnen opvolgen en misverstanden met collega’s of klanten voorkomen. 

Anderzijds gaat het om de spreektaal, oftewel de gesprekken aan de koffietafel. ‘’In een lesboek lees je: ‘Hallo Jos, hoe gaat het met jou?’ Maar niemand praat zo. Nederlanders zeggen dingen als: ‘Lekker weertje he?’ of ‘Tjongejonge’. Voor mensen die de Nederlandse taal leren is dat abracadabra. Terwijl dat juist de woorden zijn die zij vaak horen.’’

Roelofsen past de inhoud van haar cursussen aan de sector aan. ‘’In een visfabriek worden heel andere termen gebruikt dan wanneer je in de glastuinbouwsector werkt. Daarom bekijk ik altijd: wat hebben deze mensen echt nodig?’’

Slechte inschatting taalvaardigheid

Hoewel Roelofsen veel vooruitgang ziet in de taalvaardigheid van Poolse arbeidsmigranten, blijkt uit onderzoek van de Adviesraad Migratie dat 55 procent van de arbeidsmigranten hun kennis over de Nederlandse taal slecht tot zeer slecht inschat. 

Voor Roelofsen komt dat niet als een verrassing: ‘’Mensen uit Oost-Europa zijn enorm perfectionistisch als het gaat om taal. De angst om fouten te maken vormt vaak een blokkade. Misschien hebben ze al eerder weleens een cursus Nederlands gevolgd waar de nadruk vooral lag op grammatica. Dan verliezen ze snel hun zelfvertrouwen en onderschatten ze wat ze eigenlijk kunnen. ’’

Van taalles naar integratie

De lessen hebben niet alleen invloed op de taalvaardigheid van de arbeidsmigranten, maar helpen ook bij de integratie. Roelofsen ziet dat arbeidsmigranten die Nederlands durven spreken, zich meer verbonden voelen met het land. ‘’In het begin trekken Polen vooral naar elkaar toe. Maar zodra ze bij de koffietafel met Nederlandse collega’s een praatje durven maken, verandert er iets. Het contact wordt dan veel beter.’’

Toch ziet ze dat er veel misstanden bestaan over de taallessen en arbeidsmigranten. ‘’Sommige Nederlanders verwachten dat iemand na één cursus meteen vloeiend Nederlands spreekt. Maar taal leren kost tijd, zeker als je moe bent na lange werkdagen. Het is belangrijk dat werkgevers en collega’s daar begrip voor hebben.’’

Motivatie en zelfvertrouwen

Wat Caia vooral sinds 2017 heeft geleerd, is dat spreektaal onmisbaar is in het Nederlandse onderwijs. ‘’Door spreektaal te behandelen tijdens de lessen Nederlands doorbreken mensen niet alleen een blokkade, maar kan ik ze ook motiveren en zelfvertrouwen geven.‘’

Door de lange werktijden van arbeidsmigranten kunnen zij zich niet volledig richten op het leren van de Nederlandse taal. ‘’Hierdoor willen zij zich op een praktische en snelle manier verstaanbaar maken. De lessen moeten dus niet te lang duren, maar wel krachtig zijn. Dit resulteerde in mijn eigen brouwseltje waarbij het overbrengen van de boodschap centraal staat.’’

Redactie van Flexnieuws - interviews, artikelen, aankondigingen en persberichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *