Kostprijs 2023 tips & tricks

0
172799

Kostprijs 2023 tips & tricks

De berekening van de kostprijzen voor het nieuwe jaar zorgen op menig (hoofd)kantoor weer voor de nodige stress. Maar (gelukkig) lijkt het voor 2023 mee te vallen. De premies voor de Sociale Zekerheid veranderen in 2023 vrijwel niet  vergeleken met die van 2022, mits de individuele premie Werkhervattingskas geen roet in het eten gooit.

De kosten van uitzendarbeid zullen echter wel stijgen, omdat de inlenersbeloning wordt uitgebreid met vaste eindejaarsuitkeringen, 13e maand en bijvoorbeeld kerstgratificaties wat leidt tot hogere kosten.

Bovendien wijzigt de Basisregeling van StiPP van een vaste premie van 2,6% in een premie van 8% minus een uurfranchise.. Per saldo zal daardoor vanaf een uurloon van ongeveer € 11,- meer pensioenpremie betaald moeten worden dan nu het geval is. Bovendien stijgt het WML met 10% én worden alle loonschalen die daardoor onder het WML komen te liggen, ook automatisch verhoogd.

Marcel Reijmers van FlexKnowledge neemt u mee in de berekeningen voor 2023.

Publicatiedatum: 21 september 2022
Wijziging 10 oktober 2022, verwijzing naar nieuwe WML toegevoegd.
Wijziging 30 november 2022, de definitieve premies zijn gepubliceerd.


Waar bestaat de kostprijs uit?


De kostprijs bestaat uit een aantal elementen. Onderstaande lijst bevat de meest gangbare elementen.

  • De looncomponenten
    • Brutoloon
    • Wachtdagcompensatie voor contracten met uitzendbeding
    • Reserveringen voor vakantiedagen, feestdagen en kortverzuim/bijzonder verlof
    • Vakantiegeld
  • Werkgeverscomponenten die volgen uit de CAO
    • Aanvulling ziektewet van 70 naar 90% voor contracten met uitzendbeding
    • Pensioenpremie
    • Compensatie van de premie PAWW
    • Afhankelijk van de contractvorm en/of fase
    • Premie sociaal fonds
    • Scholing
    • Kosten voor leegloop en verzuim
  • Werkgeverslasten
      • Premie WAO/WIA
      • Gedifferentieerde premie Whk
      • Premie zorgverzekeringswet
      • Premie werkloosheidswet
      • Kosten voor de transitievergoeding
  • Opslag voor kosten van de eigen organisatie

Wij hebben bovenstaande elementen in een excel-document verwerkt, dat u als hulpmiddel kunt gebruiken. Als u de sheets invult, krijgt u een beeld van de voorcalculatorische of commerciële kostprijs.


Welke kostprijzen zijn er?


Er zijn eigenlijk twee ‘soorten’ kostprijsfactoren: de voorcalculatorische of commerciële kostprijsfactor en de nacalculatorische of ‘echte’ kostprijsfactor.

Voorcalculatorische kostprijsfactor
Dit is het getal waarmee het bruto uurloon wordt vermenigvuldigd om de kostprijs te berekenen. Daarbovenop komt de bureaumarge om het tarief voor de klant te bepalen. Vaak worden kostprijsfactor en marge gecombineerd tot één getal en dat is dan de tarieffactor of de omrekenfactor.

De hoogte van de voorcalculatorische kostprijsfactor is vrij arbitrair en kan op vele manieren worden samengesteld. Als over ‘de kostprijs’ wordt gesproken, wordt eigenlijk altijd deze variant bedoeld.

Nacalculatorische marge
Waar in de voorcalculatorische kostprijs voor elke kandidaat hetzelfde uitgangspunt wordt gehanteerd, worden in de nacalculatorische kostprijs individuele situaties berekend. Tijdens de verloning wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met de franchise voor de pensioenregeling en ET-regeling. Deze nacalculatorische kostprijs kan dus per individu en per verloning anders zijn. De exacte waarde wordt bepaald in het verloningspakket.

De voorcalculatorische kostprijs wordt vaak berekend op basis van een aantal aannames en houdt bijvoorbeeld geen rekening met pensioenfranchise en bijvoorbeeld toepassing van de ET-regeling. Daarom is er na de verloning een (meestal positief) verschil tussen deze en de ‘echte’ kostprijs. Dat is de verborgen marge. Hoe hoog die moet zijn, is een strategische keuze. In de praktijk is het zo dat naarmate overheadkosten van de organisatie hoger zijn, ook de commerciële kostprijs hoger is.


Welke elementen zijn al bekend?


Looncomponenten
De minimumlonen voor 2023 zijn gepubliceerd. De reserveringspercentages zijn bekend. Vergeleken met 2022 stijgen ze licht, omdat er een feestdag meer is.

Werkgeverscomponenten die volgen uit de CAO

    • De pensioenpremie voor uitzendkrachten in fase A zal stijgen, omdat de vaste premie van 2,6% wordt vervangen door een premie van 8% met een uurfranchise. De Plusregeling verandert niet. De franchise en het maximum pensioengevend uurloon worden pas eind december bekend gemaakt. De praktijk leert echter dat beide stijgen en dat werkt kostprijsverlagend.
    • De premies sociaal fonds is nog niet bekend, maar zal waarschijnlijk 0,2% worden. De kosten voor  duurzame inzetbaarheid (scholing) zijn onveranderd 1,02%. Beide premies hoeven voortaan alleen nog over de eerste 52 weken te worden betaald i.p.v. 78 weken.
    • De kosten voor transitievergoeding, leegloop en verzuim zijn volledig organisatie-afhankelijk, die zult u dus zelf moeten bepalen. Dat geldt ook voor de kosten van het geboorteverlof (5 dagen doorbetaald verlof voor de vaders). Dit is niet specifiek in de kostprijs opgenomen, maar zeker als u veel gebruik maakt van het uitzendbeding, is de standaard voorziening van 0,6% per definitie niet genoeg.

Werkgeverslasten
Alle premies zijn door de Rijksoverheid gepubliceerd en daarom definitief. We hebben alle premies hier voor u bij elkaar verzameld. Behalve de premie AOF voor kleine werkgevers, zijn ze precies gelijk aan de voorlopige premies die tijdens Prinsjesdag zijn gepubliceerd. De premie Werkhervattingskas is op ondernemingsniveau door de Belastingdienst meegedeeld in week 48.

Kosten van de eigen organisatie
Of en hoeveel u van deze kosten in de berekeningen wilt meenemen, is een strategische keuze. Wij zien steeds vaker dat deze kosten niet of nauwelijks worden meegenomen in de kostprijsberekening, omdat de inleners transparantie vragen op dit gebied en de door ons beschreven kostprijsberekening over de kosten van arbeid gaat. De kosten van de eigen organisatie dienen naar onze mening uit de marge betaald te worden. De verwachting is daarom dat die zal stijgen, omdat ook de overheadkosten van de uitzendbureaus fors stijgen door de enorme inflatie. Denk bijvoorbeeld aan de gestegen brandstofkosten en energieprijzen, huren en natuurlijk ook de lonen van de intercedenten en het andere interne personeel.


De berekeningen


Met het Excel-document en de al bekende informatie en enkele aannames over uw eigen situatie kunt u een goede inschatting maken van de kostprijs voor 2023.
Als u er met het standaard excel-document niet helemaal uitkomt, behoefte heeft aan een nauwkeuriger berekening of andere ondersteuning nodig heeft bij de kostprijsberekening, kunt u hiervoor contact opnemen met FlexKnowledge.

Nu alle kostprijselementen definitief zijn, hebben wij een geavanceerde tool beschikbaar om u hierbij te helpen. Zodra de pensioenfondsen hun premies bekend hebben gemaakt,   zijn er ook versies waarin het pensioenfonds voor de Metalektro, voor de Metaal & Techniek, Transport of ABP in plaats van StiPP wordt berekend. Bovendien kunt u ook de kostprijs in geld berekenen én tariefberekeningen maken. Ideaal voor het opstellen van offertes en bij tenders en aanbestedingen. Als u een van deze geavanceerde tools wilt bestellen, stuur ons dan een mailtje.


De tarieven


De meeste organisaties hebben in de Algemene Voorwaarden vastgelegd dat aanpassingen van de kostprijs en de lonen altijd worden doorberekend aan de inlener. Daarnaast moet u natuurlijk kritisch kijken naar het kostenniveau van uw eigen organisatie. Periodieken en loonsverhogingen voor uw eigen medewerkers, een huurverhoging van uw kantoren, stijging van de leasekosten van het wagenpark, u wilt het eigenlijk allemaal doorbelasten aan uw inleners. In hoeverre dat haalbaar is, kunt alleen uzelf bepalen. En daarom is het dus noodzakelijk snel inzicht te krijgen in de kosten voor 2023. Met dit artikel hopen wij u daarmee goed op weg te hebben geholpen!

Auteur: Marcel Reijmers, directeur FlexKnowledge, september 2022

Bronnen:
uwv-gedifferentieerde-premies-wga-en-ziektewet-2023.pdf
Rekenregels per 1 januari 2023 | Regeling | Rijksoverheid.nl

Zie ook
Kostprijs 2022 tips & tricks

Vorig artikelReserveringen 2023
Volgend artikelPremies 2023
Marcel Reijmers is eigenaar van FlexKnowledge. FlexKnowledge adviseert en begeleidt uit- en inleners bij vraagstukken rondom o.a. wet- en regelgeving in de flexbranche, kostprijzen, sectorindeling, inlenerbeloning, CAO's, arbeidsovereenkomsten, Algemene Voorwaarden en arbo- en verzuimbeleid. Hij wordt regelmatig ingeschakeld door gerenommeerde advocatenkantoren vanwege zijn diepgaande kennis van de branche en de raakvlakken tussen uitzenden en regulier arbeidsrecht. Ook doet hij bij overnames onderdelen van het due diligence onderzoek. Daarnaast is Reijmers eindredacteur van CAOWijzer en FlexWijzer van FlexNieuws waarvoor hij ook columns schrijft. Voor ARTRA Arbeidsmarktopleidingen ontwikkelt en verzorgt hij trainingen en van keesz.com is hij een van de initiatiefnemers en adviseur. Kernkwaliteit: vertalen van alle ingewikkelde wet- en regelgeving in deze branche naar bruikbare praktijk. Van 2008 tot 2013 heeft hij HelloFlex People ontwikkeld van concept tot een organisatie met 150 aangesloten intermediairs. In die rol heeft hij ook diverse intermediairs geadviseerd en begeleid bij het starten van hun bedrijf. Eerder in zijn loopbaan heeft Reijmers 13 jaar bij de Luba Groep gewerkt, waarvan de laatste 7 jaar als manager Organisatie & Kwaliteit. Onderdeel van die functie was het ontwikkelen en geven van trainingen op het gebied van de CAO en wet- en regelgeving. Als projectmanager namens Luba is hij verantwoordelijk geweest voor de ontwikkeling en daaropvolgende implementatie van FlexService software. Samen met UWV Leiden heeft hij in 1999 aan de wieg gestaan van de huidige manier van verzuimbegeleiding in de uitzendbranche. Ook heeft hij geparticipeerd in diverse projecten bij de ABU en STAF over arbo- en verzuimbeleid en was hij lid van verschillende commissies.