"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

StiPP zinloosheid

Op 4 november 2016 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in de zaak StiPP/Care4Care. Inzet was de vraag of detacherings- en payroll bedrijven verplicht konden worden gesteld mee te doen aan het StiPP Pensioenfonds voor de flexbranche.

StiPP werd in het gelijk gesteld en stond de volgende dag met een rammelende collectebus op de stoep bij de detacherings- en payrollbedrijven in Nederland om met terugwerkende kracht de premies op te halen.

Een pensioenfonds is op zich een prima principe. Het is een soort collectieve spaarpot, bedoeld als appeltje voor de dorst na het werkzame leven. Het collectieve karakter zorgt ervoor dat de pot gevuld blijft en zolang het pensioenfonds het kapitaal niet laat verdampen door mislukte beleggingen, kan elke deelnemer tot aan zijn dood hiervan profiteren. So far so good.

Nu terug naar Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). Men regelt de pensioenregeling voor de flexbranche, die voornamelijk wordt gekenmerkt door kortlopende contracten, die vaak de opmaat zijn voor een vast dienstverband. Als gevolg daarvan heeft StiPP veel kleine, bijna verwaarloosbare, pensioenaanspraken. Zo lag eind 2014 bijna de helft van de pensioenaanspraken onder € 50,- bruto per jaar (bron Pensioen Federatie). Dat neemt niet weg dat ook deze minimale aanspraken belangrijk zijn voor StiPP, althans, dat maak ik op uit hun website waarop staat ‘Het pensioenfonds is een stichting. Dat betekent dat uw belang (en pensioen!) voorop staat, niet het behalen van winst’.

Dit blijkt in de praktijk echter lastig te realiseren, want in het onderzoek van de Pensioen Federatie staat dat 95% van de pensioenaanspraken die StiPP beheert minder is dan € 463 bruto per jaar. Wettelijk gezien, kunnen deze aanspraken worden afgekocht als er 2 jaar niet meer wordt opgebouwd. Dit is precies het beleid wat StiPP voert; het heeft inmiddels al zo’n 400.000 pensioenen afgekocht, blijkt uit de jaarverslagen van StiPP.

Kortom, een snelle rekensom leert dat het belang (en pensioen!) eigenlijk slechts bij 1 op de 20 deelnemers daadwerkelijk voorop staat. Die andere 19 krijgen, voor zover deze niet al zijn afgekocht, op enig moment hun pensioeninleg teruggestort, maar dan wel verminderd met de nodige administratie- en afkoopkosten.

Met dit rammelende verhaal en dito collectebus staat StiPP dus sinds 5 november ook bij ons voor de deur.
Wij zijn een relatief klein detacheringsbureau met alleen hoogopgeleide buitenlandse IT-ers in dienst. Zo’n 90% van deze jongens gaat binnen 1 jaar in vaste dienst bij de opdrachtgevers of gaat terug naar het land van herkomst.

Concreet komt het erop neer dat StiPP van ons verwacht dat wij tienduizenden euro’s aan premie gaan afdragen, om vervolgens de pensioenafspraak af te kopen en, als er nog iets overblijft na aftrek van hun administratie- en afkoopkosten, een paar euro terug te kunnen storten aan onze ex-medewerkers.

Als de wens van Staatssecretaris Klijnsma werkelijkheid wordt, namelijk dat per 1-1-2018 de mogelijkheid tot afkopen van kleine pensioenen komt te vervallen, dan ontstaat er helemaal een interessante situatie. StiPP zal dan namelijk die paar euro pensioenaanspraak moeten gaan betalen aan een deelnemer die inmiddels is teruggekeerd naar zijn thuisland, waarbij de kosten van de overboeking waarschijnlijk meer zullen bedragen dat het pensioen zelf.

En zo kan ik nog wel meer zaken bedenken waar het in ons geval scheef loopt. Zo gaat StiPP bijvoorbeeld uit van de gemiddelde levensverwachting in Nederland, terwijl in de landen waar onze medewerkers vandaan komen, de levensverwachting lager is.

Gezien het bovenstaande kan ik niet anders concluderen, dan dat StiPP een markt bedient, waarvoor men niet is ingericht en vooral bezig is zichzelf in stand te houden.

Op langere termijn zou de ‘overwinning’ die StiPP heeft binnengehaald met de uitspraak van de Hoge Raad, wel eens kunnen leiden tot de eigen ondergang. De ABU moet voor 2018 nieuwe cao-afspraken – en dus ook pensioenafspraken met StiPP – gaan maken. De meeste detacherings- en payrollbedrijven zijn niet bij de ABU aangesloten, daarom kan het zijn dat de ABU niet de benodigde 51%* van de sector vertegenwoordigt en derhalve geen algemeen bindende afspraken kan maken voor de hele branche. Het gevolg zal zijn dat detacherings- en payrollbedrijven collectief uit StiPP stappen, waarmee StiPP haar grootste bron van inkomsten kwijtraakt.

Kortom, wij gaan straks tienduizenden euro’s in een fonds storten dat voor ons geen enkel belang dient en in de huidige vorm geen toekomst heeft. Dit is zacht gezegd vreemd, of mis ik hier iets? Wie kan dit nog uitleggen?

* Al in 2012 was het de vraag of de ABU daadwerkelijk 51% van de sector vertegenwoordigde.

Gijs Notté, Rave-cruitment

Flexnieuws geeft ruimte aan auteurs die een artikel willen plaatsen op Flexnieuws.