WWZ zorgt voor grotere ontslagbescherming medewerkers

Sinds de Wet werk en zekerheid op 1 juli is ingegaan, krijgen werkgevers minder vaak toestemming van de rechter om een medewerker te ontslaan. Dit terwijl de wet juist voor een versoepeling had moeten zorgen.

Op basis van enkele tientallen ontslagaanvragen constateert het FD dat bijna 50% wordt afgewezen, terwijl dat vroeger tussen de 10% en 20% was.

Keurslijf
Dit komt doordat rechters nu uitgebreid moeten toetsen of de werkgever het slecht functioneren kan bewijzen. Vroeger konden werkgevers een lijst maken van incidenten, nu moeten ze het voor minimaal één ontslagreden bewijzen. Vroeger kon de rechter de hoogte van de vergoeding inzetten als ‘glijdende schaal’, nu is er één transitievergoeding.

Het is een bureaucratischer systeem geworden, een keurslijf met minder speelruimte voor de rechter. Dat ondervond zelfs de FNV, die afscheid wilde nemen van een bestuurslid.

Buiten rechter om
Bovendien is niet vooraf duidelijk wat het een werkgever kost. De billijke vergoeding loopt uiteen van enkele duizenden euro’s tot vijftigduizend. Het gevolg van dit alles is dat werkgevers vaak niet naar de rechter gaan, maar direct een beëindingsovereenkomst sluiten met de medewerker, op basis van de oude, duurdere, kantonrechtersformule.

Munitie
Een ander gevolg is dat werkgevers zich meer en vaker documenteren, zodat ze munitie in handen hebben als het nodig is. Dat leidt bijvoorbeeld tot meer functioneringsgesprekken en meer kritiek via e-mail. Dat kan vervolgens de verhoudingen verstoren, zodat het een self-fulfilling prophecy wordt.

Bron: fd.nl, 25 november 2015