Vakantiegeld over overuren afhankelijk van CAO

1
3349

Wat de gevolgen zijn van de wijziging t.a.v. vakantiegeld over de overuren is afhankelijk van wat er in de cao is opgenomen.

Onlangs deelde Monsterboard vier feiten en fabels over vakantiegeld.

De derde fabel is:
‘Over overwerk uren krijg je geen vakantiegeld uitbetaald.’
Uitleg: ‘Werk je regelmatig over en krijg je die uren ook uitbetaald? Dan is je werkgever sinds 1 januari 2018 verplicht je ook over de gemaakte overuren vakantiegeld uit te betalen.’

Bij deze uitleg heb ik een kanttekening.

Voor nogal wat cao’s geldt dat er een bepaling is opgenomen omtrent welk loonbedrag de basis is voor de berekening van het vakantiegeld. Dit is ook het geval bij de ABU- en NBBU-uitzendcao.

Leden ABU en NBBU
In beide cao’s is een bepaling opgenomen dat het ‘feitelijk loon’ [zie voetnoot 1] de basis is voor het vakantiegeld. De overuren zijn uitgesloten van het feitelijk loon, waardoor in de meeste gevallen over overuren geen vakantiegeld hoeft te worden uitbetaald, waarbij gewaarborgd moet zijn dat de som van loon en vakantiebijslag ten minste 108% van het minimumloon bedraagt.

‘Ongebonden’ uitzendbureaus
Over de gevolgen voor de ongebonden bureaus rouleren meerdere opinies. Dit heeft te maken met de interpretatie van het zogenaamd ‘driekwart dwingend recht’. Bij driekwart dwingend recht mag door middel van een cao in negatieve zin afgeweken worden van de wettelijke regeling. Als de ABU cao algemeen verbindend (AVV) is, dan geldt deze ook volledig voor uitzendwerkgevers die niet lid zijn van de ABU. Is de cao niet AVV, maar is de cao alleen door een incorporatiebeding [zie voetnoot 2] van toepassing verklaard, dan ligt de situatie wellicht anders.

De ABU neemt het standpunt in dat het niet mogelijk is voor ongebonden uitzendbureaus om gebruik te maken van afwijkingen van driekwart dwingend recht als de cao niet AVV is. Het is de vraag of dat juist is, de juridische literatuur is hierover verdeeld. Eén kamp is van mening dat ongebonden uitzendbureaus alleen gebruik kunnen maken van afwijkingen van driekwart dwingend recht, als de cao algemeen verbindend is verklaard. Het andere kamp is van mening dat dat ook kan in de AVV-loze periode als de volledige lopende cao door middel van een incorporatiebeding van toepassing is verklaard. Hierin schuilt dus een zeker risico, zeker omdat de ABU en SNCU zich in het eerste kamp scharen. Zie de publicatie van de ABU en de publicatie van de SNCU.

Op dit moment is de ABU-cao AVV, dus is er momenteel geen onderscheid tussen de ongebonden bureaus versus de leden van de ABU en de NBBU.

Henk Geurtsen, Experts in Flex

Voetnoten
1] Vakantietoeslag over feitelijk loon:
CAO ABU: artikel 56 en artikel 1h
CAO NBBU: artikel 27 lid 2 en artikel 2
2] Incorporatiebeding wil zeggen dat in de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat een bepaalde cao van toepassing is.

Vorig artikelAkkoord CAO VVT 2018-2019
Volgend artikelNieuwe tekst CAO Sportverenigingen 2018-2019
Henk Geurtsen is de oprichter van Experst in Flex en werkt sinds 1976 voor het grootste deel van zijn carrière binnen de flexbranche. In 1987 heeft Henk zich zelfstandig gevestigd. Hij heeft zich zowel in de rol van adviseur als (interim)manager gespecialiseerd in de uitvoering van wet-en regelgeving, het optimaliseren van de bedrijfsprocessen, projectmanagement bij implementatie van systemen en het stroomlijnen van inhuurprocessen bij grote inleners, waaronder Managed Service Provider trajecten. Hij is zowel werkzaam geweest binnen het MKB als voor grote organisaties.

1 REACTIE

  1. Hoe zit dit met de CAO voor het HBO? Daar staat het niet duidelijk in. Moet het echt heel expliciet in de CAO staan?

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here